Bronbescherming The Intercept faalde door blunders: klokkenluider vijf jaar de cel in

Onderzoeksjournalistiek platform The Intercept heeft in 2017 door slordig handelen gezorgd dat de Amerikaanse overheid de identiteit van een klokkenluider kon achterhalen. Dat de bronbescherming faalde is het gevolg van een disfunctionele redactie, waar veiligheidsprocedures werden genegeerd, aldus de New York Times in een reconstructie.
Mediajournalist Ben Smith van de New York Times putte uit e-mails, logs van chatdienst Slack en andere interne documenten, van onder meer twee onderzoeken naar het falen. De krant houdt dat materiaal offline, omdat er ook gevoelige redactionele (veiligheids)procedures in beschreven staan.
Centraal staat een lek van een voormalige linguïst van de Amerikaanse luchtmacht, Reality Winner. Zij werkte inmiddels voor inlichtingendienst NSA en stuurde na het luisteren van een Intercept-podcast een vertrouwelijk rapport aan de redactie. In het rapport werd Russische inmenging in de Amerikaanse presidentiële verkiezingen besproken.
Winner werd achterhaald door een vouw in een pagina: de Intercept-redactie stuurde de overheid ter verificatie scans van het rapport. De vouw bewees dat het ging om geprint materiaal, waarna de FBI onderzocht wie binnen de NSA het rapport hadden uitgeprint. Dat bleken maar zes werknemers, waarna zoektermen die Winner in werkcomputers had gebruikt opvielen.
De NSA-werkneemster werd in 2017 opgepakt. “Ze hebben haar verraden en het zo verknald dat ze wel gepakt moest worden. Ze hebben hun bron niet beschermd”, aldus Winners moeder tegenover de krant. Winner werd in 2018 tot ruim vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld; de eerste en enige klokkenluider die onder Trump is veroordeeld.
Volgens Smith mailde Winner de documenten in de vooronderstelling dat The Intercept haar dezelfde bescherming zou geven als hun andere klokkenluider Edward Snowden. Twee journalisten die Snowdens NSA-lek wereldkundig maakten, Glenn Greenwald en Laura Poitras, waren met andere zaken bezig.
Greenwald was niet geïnteresseerd in het rapport, omdat hij verhalen over de Russische inmenging ‘overtrokken’ vindt. Poitras werkte al niet meer voor The Intercept, maar was bezig met een eigen bedrijf.
Het stuk ging uiteindelijk naar twee journalisten, afkomstig uit de televisiewereld. Een van hen stopte het rapport in zijn tas en stapte op de trein naar huis. Hij belde later een contact binnen de inlichtingenwereld en vertelde die zelfs waarvandaan het document op de bus was gedaan - de plaats waar inlichtingendienst NSA een cryptografisch centrum heeft.
In documenten over het interne onderzoek, waar Smith uit put, komt naar voren dat deze achteloze omgang met bronmateriaal in schril contrast staat met regels die de Intercept heeft rond zulke overheidsdocumenten. “Materiaal dat van de NSA komt, dat is een five-alarm fire”, aldus een lid van het redactionele veiligheidsteam - een verwijzing naar de hoogste staat van paraatheid voor hulpdiensten.
De journalisten die het rapport onderzochten, erkenden bij het interne onderzoek niet met het veiligheidsteam te hebben overlegd. “Een blunder”, aldus een van hen. Het platform stelde in 2017 dat Winner zelf ook bijzonder slordig handelde door het document op het werk af te drukken.
Greenwald noemde het eerste onderzoek intern een schijnvertoning en eiste een nieuw onderzoek, dat na vier maanden concludeerde dat de voornaamste gemaakte fouten het delen van scans met de NSA en het onthullen van het poststempel waren. De conclusies hadden geen personele gevolgen; de resultaten werden nooit publiek gedeeld. Meer bij de New York Times
Praat mee