Haarlems Mediafonds van start. Er ligt 250.000 euro klaar

Er is een nieuw fonds waar journalisten geld kunnen aanvragen. Vandaag gaat het Haarlems Mediafonds van start. De gemeente Haarlem stelt (voorlopig eenmalig) 250.000 euro beschikbaar voor journalisten die diepgravende journalistieke producties willen maken over allerlei onderwerpen.
De uitvoering is in handen gegeven van de Stichting Haarlems Stimuleringsfonds Lokale Journalistiek. Voorzitter Tanja van Bergen, journalist en onder meer oud-directeur van de VVOJ, vertelt dat een van de eerste acties van het bestuur is om voor volgend jaar opnieuw subsidie aan te vragen.
En tegelijkertijd de eerste ronde van aanvragen te begeleiden. Tot zondag 16 mei kan er voor de eerste ronde geld worden aangevraagd. Later in het jaar volgt een tweede ronde.
De bedoeling van het fonds is om de journalistiek in Haarlem en omgeving te versterken. Per aanvraag is maximaal 50.000 euro beschikbaar. Ook kan maximaal 1.500 euro worden aangevraagd om een vooronderzoek te kunnen doen, om daarna een vervolgaanvraag in te dienen voor de uiteindelijke productie.
De voorstellen worden beoordeeld door het bestuur van de stichting. Naast Tanja van Bergen zijn dat Sheila Sitalsing, columnist van de Volkskrant, Nausicaa Marbe, columnist bij De Telegraaf, onderzoeksjournalist Kim van Keken en oud-journalist Jan Kuys. Frénk van der Linden is adviseur van het bestuur en ambassadeur van het fonds, maar hij oordeelt niet mee over de aanvragen.
Voor Van Bergen is het voorzitterschap (alle bestuursleden krijgen alleen onkosten vergoed) een zoektocht naar welke stimulansen de lokale journalistiek echt helpen. ‘Subsidie aanvragen heeft zijn eigen voor- en nadelen. Zo moet je met je voorstel naar een commissie, het moet voldoen aan bepaalde voorwaarden en je kunt dat maar twee keer per jaar doen. Ik ben benieuwd of dat werkt. Voor onderwerpen die zich plotseling voordoen is de regeling bijvoorbeeld niet geschikt.’
‘Wij willen als bestuur wel structureel bijdragen aan de verbetering van de lokale journalistiek. Ik zie dat er nu een lappendeken aan regelingen ontstaat voor steun aan journalisten. Misschien dat we uiteindelijk naar een ander model moeten groeien. Of meer moeten samenwerken met andere lokale fondsen. Het mooie is dat we nu ervaring kunnen opdoen en de discussie kunnen voeren op basis van concrete ervaringen.’
Praat mee