mgm nvj maart

— Geplaatst op donderdag 8 maart 2012, 16:21

‘We proberen de service steeds te verbeteren’ - De inhaalslag van het Catharina Ziekenhu

Kort na de eeuwwisseling had het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven (CZE) niet zo’n goede reputatie waar het de behandeling van alvleesklierziektes – en vooral alvleesklierkanker – betrof. De snelheid van onderzoek en diagnosestelling liet te wensen over, de behandeling was niet optimaal. Die situatie is nu volledig anders. In een paar jaar tijd heeft het CZE zich ontwikkeld tot een regionaal expertisecentrum op het gebied van alvleesklierkanker. Het sterftepercentage van patiënten is met bijna negentig procent gedaald.


Pancreatief, maart 2012
Tekst en foto’s Jacqueline Wesselius


In 2005 publiceerde het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ) een onderzoek naar de behandeling van alvleesklierkanker. Destijds was het nog zo dat alle ziekenhuizen in de regio zelf operaties uitvoerden bij alvleesklierkanker – twee tot drie gevallen per jaar en per ziekenhuis. Het verloop was, zoals te verwachten, desastreus, met een mortaliteit van 24 procent. ‘ Dat was,’ vertelt chirurg Ignace de Hingh, ‘het breekijzer voor het IKZ om te zeggen: het moet anders, meer gecentraliseerd.’ De Hingh begon in die tijd aan zijn chirurgische vervolgopleiding in het CZE, dat mede op zijn voorstel werd aangewezen als een van de drie ziekenhuizen in Brabant en Noord-Limburg die nog alvleesklierkankerchirurgie zouden uitvoeren, met het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch en het Amphia Ziekenhuis in Breda. Naar deze drie worden de patiënten van andere ziekenhuizen in de regio sindsdien doorverwezen – op een paar na, die naar (veelal academische) ziekenhuizen buiten de regio gaan.


Teamvorming

De Hingh, die zijn opleiding chirurgie deed in het Radboud en het Canisius Wilhelmina in Nijmegen, specialiseerde zich in alvleesklierchirurgie – met stages in het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, het in buikchirurgie gespecialiseerde St. Marks Hospital in Londen en – misschien vooral – het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Daar, bij Prof. Gouma, keek De Hingh ook de manier van werken af: de samenwerking tussen de specialisten, de teamvorming. Vanuit het principe: je moet iets vaak genoeg doen om het goed te doen, wilde hij ook in het CZE een vast team, gespecialiseerd in (de behandeling van) alvleesklierkanker, dat gecoördineerd en snel kon werken, zodat er – voor de patiënt althans – zo min mogelijk tijd verloren zou gaan.

De Hingh: ‘Het begint al bij de CT-scan: de radioloog die maar een paar kankergevallen per jaar ziet, denkt: ja, er zit wel iets, maar ik weet niet precies wat. In 2005 vroeg ik aan de radiologen hier: ik wil graag één radioloog die dat doet. Toen zeiden ze: dat kunnen we allemaal. Maar in het AMC zag ik dat er één radioloog was – inmiddels twee – die alle gevallen van alvleesklierkanker doet. Hij geeft heel precies aan: hier zit het, daar zitten de vaten, daar is het vrij. Zo moet je ’t hebben. Met dit voorbeeld ben ik teruggegaan naar het CZE en heb gezegd: “Jongens, jullie kunnen ’t allemaal hartstikke goed, maar er is er vast één de beste. Die moet ’t gaan doen. Dat is ook gebeurd.”. Sindsdien is Dr Alette Daniels als expert radioloog bij het team betrokken. Zij is werkelijk goud waard. We kijken samen naar de foto’s. Vroeger gebeurde het regelmatig dat je iemand openmaakte en dat ’t toch tegenviel. Dat is nog maar zeldzaam. Daniels zegt precies: daar en daar zit ’t niet goed.’ Bescheiden voegt De Hingh eraan toe: ‘De operatie, dat is maar een trucje.’


Cijfers

Hij licht toe: ‘Ik ben ervan overtuigd dat iedere chirurg deze operatie kan leren, en dat het verschil niet gemaakt wordt op de operatiekamer,maar bij de multi-diciplinaire benadering van de patiënt, zowel voor als na de operatie. Je moet het als team doen. Het kost tijd om zo’n team te smeden. Dat is de uitdaging geweest en dat is heel erg goed gegaan.’

De cijfers bevestigen dat. Het sterftepercentage van patiënten met alvleesklierkanker na operatief ingrijpen is – voor heel Brabant en Noord-Limburg – gedaald van 24 naar 2,6. Het aantal complicaties is gehalveerd, evenals het aantal patiënten dat opnieuw geopereerd moet worden. En het aantal patiënten dat naar de poli komt is gestegen naar zo’n honderd per jaar. Daarvan opereert De Hingh – uitgegroeid tot dé regionale specialist waar het alvleesklierkankerchirurgie betreft – er zo’n vijftig. Dat is meer dan het dubbele van het getal (20) dat beroepsgroep en zorgverzekeraars tegenwoordig als benedengrens aanhouden om voldoende kwaliteit te kunnen garanderen. Operaties bij alvleesklierontstekingen doet het CZE niet. Die stuurt De Hingh door naar het Radboud. ‘We zien er te weinig van, en het is weer een heel andere techniek dan alvleesklierkankerchirurgie.’


Second opinion

Ook een enkel geval van alvleesklierkanker stuurt De Hingh door. Bijvoorbeeld naar zijn leermeester Gouma in Amsterdam, of zijn (oudere) studiegenoot Geert Roeijen, met wie hij in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis samenwerkte: De Hingh als jongste assistent, Roeijen als oudste. Een keer heeft hij Roeijen (die in Antwerpen werkt) er bij gehaald, in het CZE, om daar de uiterst gecompliceerde operatie te verrichten die De Hingh – ook vanwege de ingewikkelde vaatchirurgie die er bij kwam kijken – nog net iets te delicaat vond om zelf te doen. ‘Daar hebben we ook heel veel van geleerd.’ Als mensen een second opinion willen, vraagt hij die zelf aan. ‘Dan hoeven ze niet te gaan zoeken en weten ze waar ze terecht komen.’ Hij heeft er ook alle begrip voor, als mensen niet blij zijn met wat hun is meegedeeld: ‘Je zult het maar te horen krijgen…’ Meer ervaren collega’s zijn er tenslotte om van te leren, vindt De Hingh: ‘Je hebt er niks aan om je tegen elkaar af te zetten, integendeel, je moet de goede dingen zien over te nemen.’ Om dezelfde reden heeft hij ook geen enkel bezwaar tegen ‘een patiëntenvereniging die meekijkt: dat is goed als stok achter de deur.’

Een jaar geleden zette het CZE de stap naar een (meer) gestroomlijnd zorgpad voor de patiënt. ‘We proberen de service steeds te verbeteren. Sinds een jaar is alles erop gericht alle onderzoeken op één dag af te ronden. Een patiënt komt bij mij om 9 uur, heeft dan standaard om 9.30 een afspraak voor een CT-scan, laat bloed prikken en gaat in het restaurant lunchen. Om 12 uur komt het hele team bij elkaar: radioloog, chirurg, MDL-arts, patholoog, medisch oncoloog. We bekijken de CT-scan en maken een behandelplan. Om 13.00, na de lunch, zie ik de patiënt terug, vertel wat we hebben geconstateerd, wat onze plannen zijn en als er een operatie moet volgen, gaat de patiënt meteen door naar de anesthesist. Idealiter kun je dan ook de operatiedatum vastleggen. Terwijl vroeger mensen weken in onzekerheid waren, proberen we dat nu, sinds 1 januari 2011, te comprimeren tot een lange ochtend.’


Stapje vooruit

In de loop van het jaar zijn daar ook nog twee verpleegkundig specialisten (van wie er één nog in opleiding is) bij gekomen. ‘Zij treden op als case managers en zijn het aanspreekpunt voor de patiënt. Dat werkt heel prettig, dat ervaren we aan den lijve. Het schept rust. Patiënten hebben recht op tijd en op informatie, maar hoe goed je patiënten ook wilt begeleiden als chirurg, hoe bereikbaar je ook wilt zijn, het lukt gewoon niet: mensen hebben zoveel vragen! De case managers zoeken de dokter – MDL-arts, chirurg, radioloog, oncoloog, anesthesist – die de vragen van de patiënt kan beantwoorden en zorgen voor continuïteit. Dat is weer een stapje vooruit.’

Vooralsnog is Ignace de Hingh een tevreden man. Het gaat goed met zijn afdeling, en vooral ook met zijn patiënten. De toekomst is nog betrekkelijk ongewis. ‘Misschien,’ mijmert hij, gaat het aantal ziekenhuizen waar alvleesklierchirurgie wordt verricht nog wel verder achteruit. De kwaliteit is nu gewaarborgd, maar wellicht dringen de zorgverzekeraars, vanuit een oogpunt van doelmatigheid, nog wel aan op verdere centralisatie. Wie zal het zeggen?’


Kader:

In januari en september 2011 vaardigde de Nederlandse Vereniging van Heelkunde nieuwe normen uit voor chirurgische behandelingen: de voorwaarden (waaronder het aantal operaties) waaraan een ziekenhuis moet voldoen om bepaalde vormen van chirurgie te (blijven) verrichten. In september omvatte die ‘Normering Chirurgische Behandelingen’ versie 2.0 ook de alvleesklierkankerchirurgie (hoofdstuk 6. Chirurgische behandeling van de pancreas en galwegen). Zie www.heelkunde.nl, onder de tab Kwaliteit; directe link http://bit.ly/wWSrYC .

In december jongstleden sloten, mede op grond van deze normering, zorgverzekeraars en ziekenhuizen landelijke afspraken. Als gevolg daarvan is voor alle operaties het aantal ziekenhuizen waar deze verricht worden, flink teruggelopen. De NOS bericht hierover: ‘De relatief grootste verschuiving doet zich voor bij behandeling van alvleesklierkanker. Bijna een kwart van de behandelende ziekenhuizen stopt daarmee: zes van de 27.’

De ziekenhuizen die stoppen zijn het Diakonessenhuis (Utrecht), Spaarne ziekenhuis (Hoofddorp), Deventer ziekenhuis, Gelre ziekenhuizen (Apeldoorn/Zutphen), Kennemergasthuis (Haarlem), Medisch Centrum Leeuwarden. Voor de regio Brabant-Noord-Limburg heeft de overeenkomst geen gevolgen. De ziekenhuizen daar voldoen al aan de normen, ruimschoots wat het Catharina Ziekenhuis Eindhoven betreft.

Bijlage:
pancreatief2012-maart-artikeldehingh.pdf (859.33 KB)

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, coördinator magazine

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.