word studentlid

— Geplaatst op maandag 27 juli 2015, 13:32

“In 2025 een kwart van de landbouw biologisch”

Landbouwwoordvoerder Henk van Gerven (SP):

“In 2025 een kwart van de landbouw biologisch”

Duurzaamheid, dierenwelzijn, beperkt antibioticagebruik, aan banden leggen van chemische bestrijdingsmiddelen, gezonde voeding, consuminderen, hanteerbare schaalgrootte en dergelijke zaken meer grijpen allemaal in elkaar. Voor Tweede-Kamerlid Henk van Gerven komen alle aspecten samen in duurzame, biologische landbouw en consumptie.

Tekst Kees Hagendijk Foto´s SP  

Met een amendement op de begroting voor 2013 van het Ministerie van Economische Zaken wist hij twintig miljoen euro vrij te maken voor onderzoek uit de biologische sector. Een klinkend resultaat voor de landbouwwoordvoerder van de SP. Een prima aanleiding om hem voor dit themanummer te spreken. Vanuit welke ideeën en motieven beijvert Henk van Gerven (1955) zich voor de biologische sector? Waar maakt hij zich sterk voor?

Sinds 2006 zetelt hij voor de SP in de Tweede Kamer. De ex-huisarts kreeg de portefeuille zorg, dat lag voor de hand. De uitbraak van Q-koorts in 2007 bracht hem ook in aanraking met landbouw. Of beter gezegd, in botsing. De Q-koorts maakte nog eens zichtbaar dat de grenzen van de groei en van de schaalgrootte voor de reguliere landbouw zijn bereikt. In 2010 kreeg hij de portefeuille landbouw erbij. Zijn lijntje naar de agrarische sector ging echter al veel verder terug. Een lijntje dat beter een stevige streng kan heten: “Ik kom uit Brabant, uit een boerengezin. Mijn vader had een melkveebedrijf in Riethoven. Mijn broer heeft dat overgenomen. Zelf ben ik een heel andere kant opgegaan.”
Van boerenzoon tot huisarts en van huisarts tot Kamerlid. En uiteindelijk via zijn portefeuille een beetje terug bij zijn wortels. Nostalgie speelt echter geen bepalende rol. De toenmalige schaalgrootte van de boerenbedrijven spreekt Van Gerven nog wel aan, maar het was ook de tijd waarin het gebruik van landbouwgif een hoge vlucht nam. “We kunnen nu een nieuwe generatie boeren via het onderwijs bijbrengen dat het ook helemaal zonder chemische bestrijdingsmiddelen kan.”

Ziet de toekomst er goed uit voor de biologische landbouw ondanks alle crisissen?
“Ja, want met de gangbare landbouw lopen we duidelijk tegen de grenzen van de groei aan. Of beter gezegd: we hebben die grenzen al overschreden. We zijn geconfronteerd met de zeer schadelijke effecten van chemische bestrijdingsmiddelen, voor de mens, zoals met DDT, en voor de flora en fauna. Verder hebben we te maken met een groot stikstofoverschot. Het land kan de mest niet meer aan. Een tweede belangrijke factor is dat de samenleving er steeds verder van doordrongen raakt dat we niet op de oude voet verder kunnen. De mentaliteit van ‘meer, meer, meer’ verdwijnt. We stellen kwaliteit boven kwantiteit. Er is een besef van overmatige consumptie, waardoor de helft van de Nederlanders te zwaar is. Er is een besef dat we minder voedsel moeten verspillen. (Wereldwijd spreek je over 30% verspilling.) De ontwikkeling van vleesvervangers zet door. Verder merk je weerstand tegen biobrandstoffen. Wij zeggen: voedsel hoort in de mond, niet in de tank!”

U bepleit duurzame, biologische landbouw uit praktische noodzaak, het is geen ideologie?
“Nee, dat niet, ik ben niet antroposofisch. Ik kijk naar zaken als een gezonde bevolking. Uit oogpunt van gezondheid moeten we minder eten. Wat vlees betreft hebben we aan 50 gram per dag genoeg. Dus waarom zouden we thuis of in restaurants porties van 150 gram of meer willen eten? En kijk je naar schaalgrootte, naar beheersbaarheid, dan is het gezinsbedrijf ideaal. Wat import en export van landbouwproducten betreft moeten we niet verder gaan dan de regionale, West-Europese schaal. Dus geen wereldschaal. Geen soja uit Azië en Zuid-Amerika importeren om als veevoer te gebruiken.”

Maar de Nederlandse agrarische sector is als grote exporteur een economische factor. Kunnen we ons dat verlies permitteren?
“Ik denk dat Nederland veel meer een exporteur van kennis kan worden. Kennis van productiemethoden. Volgens de uitspraak: laten we niet de vis, maar de hengel verkopen. Overigens hebben we weliswaar een exportoverschot van agrarische producten, maar we importeren ook heel veel. Soja met name.”
Biologische productiemethoden en -technieken worden bijzonder interessant. Van Gerven noemt als voorbeeld Tasty Tom tomaten. Tomaten telen met gebruik van natuurlijke bestrijdingsmiddelen. “Daar komt veel kennis bij kijken.”

De regionale schaal is uitgangspunt met het oog op duidelijke regionale verschillen en daaruit voortvloeiende specialisaties: “Nederland en Denemarken zijn voor melkveehouderij bijna uniek geschikt. Er valt voldoende regen en het is niet te warm. Gras gedijt er als nergens anders. Dat leidt tot een topproductie. Ga je duizend kilometer landinwaarts dan worden de omstandigheden voor het gras al minder. We moeten kortom wel oog houden voor de natuurlijke omstandigheden. Laat de Fransen maar druiven verbouwen. Al doen we de laatste jaren in Nederland ook een beetje mee. Maar als het al zou kunnen, moeten we geen druiven gaan verbouwen in kassen met sterke lampen erop.”

Waarom is het familiebedrijf de juiste maat?
“Zulke bedrijven blijken in verhouding een zeer hoge productie te halen. Eerlijkheidshalve moet ik er bij zeggen dat op gezinsbedrijven wel wat meer dan 40 uur per week wordt gewerkt en dat alle gezinsleden meewerken. Maar goed, vergelijk het gezinsbedrijf nu eens met het plan voor een megabedrijf in het Limburgse Grubbenvorst waarover een jarenlang gevecht gaande is. Het gaat over 1,2 miljoen kippen en heel veel varkens. Er zouden tientallen werknemers nodig zijn. En waar een kleinschaliger gezinsbedrijf makkelijker kan diversifiëren met producten, moet een megabedrijf het hebben van bulk.”

Overproductie en prijsval liggen dan op de loer. In dit licht wijst het SP-Kamerlid ook de afschaffing van het melkquotum af.
“Gerekend wordt op een toename van de melkproductie met 20%. Dit zal ook de grondgebondenheid onder druk zetten.” Het betekent aanvoer van hooi en stro van buiten het bedrijf. Er zal extra krachtvoer nodig zijn, dus extra import van soja.
Bij schaalvergroting is ook de omgang met de dieren in het geding: “Een boer met 60 à 70 koeien kent die allemaal nog als individu. Elke koe met haar eigen kenmerken waar de boer rekening mee kan houden. Boven de 100 koeien lukt dat niet meer. Weidegang is evenmin gediend met grotere melkveebedrijven.”

Nog een actuele discussie: moeten we natuur helemaal integreren in de landbouw of gescheiden houden?
“De gemiddelde boer is een productieboer, geen natuurboer. Hij wil iets produceren, niet alleen beheren. Anders was hij wel voor Staatsbosbeheer gaan werken. Ik hoop dat de Ecologische Hoofdstructuur afgebouwd wordt. Daaromheen zie ik een schil van minder intensieve landbouw die natuurbeheer erbij doet. En daarachter komen de productiebedrijven. Hoewel niet meer als groene biljartlakens. Ze moeten wel zorgen voor wat natuur: randen en perceeltjes met insecten en bloemen waar kleine dieren en vogels zich thuis voelen. Inbouwen van niet-productieve elementen dient een plek te krijgen op de landbouwscholen. Wij kunnen ons dat best veroorloven want we zijn een enorm rijk land. Al is de rijkdom niet goed verdeeld. Bovendien is ons probleem niet de productie maar de overproductie. Kortom, op bescheiden schaal hebben boeren zeker een taak aan natuurontwikkeling en -beheer.”

Wat is de agenda, de ambitie voor de komende jaren?
“Onze doelstelling is 20% groei per jaar. Dan is in 2025 een kwart van de landbouw biologisch. Door deze marktgroei zullen de prijzen van biologisch die van gangbaar naderen. Belangrijk voor die paar miljoen Nederlanders die goed op de centen moeten letten.
“Wat is voor deze groei nodig? Stringente regelgeving, met name inzake bestrijdingsmiddelen en stikstofdepositie. Het onderwijs krijgt de taak om de nieuwe generaties kennis van gezond eten en leven bij te brengen. Het wetenschappelijk onderzoek moet verder worden gestimuleerd. En het landbouwonderwijs moet kennis van en vertrouwdheid met biologisch produceren overdragen. Zonder intrinsieke wil bij de boeren lukt het niet. Maar daar zie ik geen probleem: een nieuwe manier van produceren is snel gewoon.”

Categorieën: Ekoland, onafhankelijk vakblad voor de biologische keten, no. 10/2014

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, coördinator magazine

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.