GAan In De Bouw. Onder deze klinkende titel gaat de sectie Gespecialiseerde Aannemers van de AFNL nieuwe en bestaande werknemers opleiden tot vakmensen. Het gaat hierbij om kortdurende opleidingen die volledig gericht zijn op de uitvoeringspraktijk. GA vindt het noodzakelijk om zelf de regie op te pakken bij de werving van nieuwe vaklieden. Immers: opleidingssubsidies zijn afgeschaft en andere opleidingen zijn financieel niet voor elke kleine aannemer haalbaar.
De sectie benadrukt dat de opleidingen betaalbaar zijn voor de deelnemers. Het tarief voor een module van drie dagen is 360 euro per cursist. Een volledige opleiding bestaat uit zes of zeven modules. Voor een volledige ‘vakopleiding’ betaalt een cursist dus tussen de 2.000 en 2.500 euro. Dat is ongeveer de helft goedkoper dan een reguliere MBO-opleiding. De opleidingen vallen zo voordelig uit vanwege het feit dat o.a. overheadkosten aanzienlijk lager liggen dan bij bijvoorbeeld een opleidingsinstituut als Bouwmensen.
“Zij beschikken over veel prachtige faciliteiten op diverse locaties en relatief veel personeel”, zegt projectleider van GAan In De Bouw, Frans Kokke. Zij ontzorgen en nemen de sociale risico’s over van de bedrijven, maar “Voor het inlenen van opgeleide leerlingen via Bouwmensen betaal je als bedrijf een behoorlijk tarief, dat kan niet iedereen ophoesten. Het vet op de botten is nog niet zo groot na de crisis. Echter in ons concept maken we gebruik van de werkplaatsen van aangesloten aannemersbedrijven. Dat scheelt aanzienlijk in kosten. Groot voordeel daarbij is dat de cursisten in aanraking komen met de laatste stand der techniek”, opleiden terug naar de bedrijven dus.
“We hopen zo’n 1000 tot 1500 potentiële deelnemers te bereiken”
De sectie GA heeft in de crisistijd veel vakmensen verloren door ontslag, zoals metselaars, tegelzetters, voegers, betonboorders, dakdekkers en kalkzandsteenverwerkers. Inmiddels is de economie weer aangetrokken en zijn de vooruitzichten qua werkgelegenheid rooskleurig. Er is weer veel vraag naar gekwalificeerde vaklieden, maar door de ontslaggolf is er een schrijnend tekort. Het is volgens Kokke een illusie om te denken dat dit tekort kan worden weggepoetst door dit opleidingstraject, maar: “We hopen toch zo’n 1000 a 1500 kandidaten te bereiken. De komende 6 jaar zijn ongeveer 10.000 extra gespecialiseerde werknemers nodig. We realiseren ons dat we de lat niet te hoog kunnen leggen en bescheiden moeten beginnen. Vaklieden die destijds ontslagen zijn, daar komt het gros niet meer in de bouw terug. Die hebben een ander beroep gevonden. We moeten ons dus richten op zij-instromers en nieuwkomers.”
De opleidjngen zijn volledig gericht op de uitvoeringstechniek
Om de cursus zo aantrekkelijk mogelijk te maken is de inhoud puur gericht op de uitvoeringstechniek. Algemene vakken als Nederlands, burgerschap of een vreemde taal worden niet gegeven. De lesstof zal grotendeels worden bepaald door het bedrijfsleven dat aangesloten is bij de sectie GA. “De cursus is afgestemd op de behoefte van de aannemersbedrijven. Twee directeur-eigenaren, een praktijkinstructeur en een vertegenwoordiger van de toeleverancier en de industrie bepalen de inhoud van de lesstof dat uitgaat van het principe: wat vindt een bedrijf dat de vakman technisch moet kunnen. Het cursusaanbod is afgestemd op de vraag vanuit de markt en in welke beroepen men het beste haar brood kan verdienen. Zo hopen we opgeleide vakmensen duurzaam in te zetten bij bedrijven”, aldus de projectleider.
Volgens Kokke is er na de crisistijd een hiaat ontstaat in het opleiden van gespecialiseerde aannemers. Vakopleidingen op het ROC zijn bijvoorbeeld verdwenen en sectorale opleidingssubsidies voor bijvoorbeeld de gespecialiseerde aannemerij zijn afgeschaft. “We moeten zelf als sector het heft in eigen hand nemen. Wetgeving op het terrein van Private Kwaliteitsborging komt op ons af en vakmanschap moet vanaf 2018 aantoonbaar worden gemaakt. Zeker met nieuwe instromers is een gedegen technische opleiding noodzakelijk om het vak goed onder de knie te krijgen. Dat betekent goede materiaalkennis en goede uitvoerende vaardigheden. Soft skills blijven belangrijk natuurlijk, maar die vaardigheden kunnen ze via een andere opleiding leren. Wij vinden vooral het technische vakmanschap van belang”.
Opleiding tot vakman, gezel of meester
Het opleidingsniveau zal vergelijkbaar zijn met MBO 2 en 3, 4-niveau. De eisen voor verantwoording en afsluiting van de Onderwijsinspectie worden daarbij gehanteerd. Eenmaal geslaagd krijgt de cursist een certificaat. Een onafhankelijke entiteit, de Stichting Certificering Vakopleiding GA (SCVGA) gaat het kwaliteitsniveau monitoren en handhaven. “De opdrachtgever moet aantoonbaar vakmanschap kunnen zien als hij een geslaagde cursist in dienst neemt”, aldus Kokke.
In eerste instantie zal de driedaagse modulaire cursus zich op twee niveaus afspelen, namelijk vakman en gezel. Een vakman kan zelfstandig basaal zijn beroep uitoefenen, terwijl een gezel dat ook kan maar ook een aantal specialisaties in zijn vakgebied beheerst. In de nabije toekomst zal de cursus ook voor de graad ‘meesters’ gaan opleiden. Docenten worden grotendeels geworven binnen het MBO-onderwijs. Praktijkinstructeurs zijn afkomstig van de aan GA gelieerde bedrijven; dit betreft vooral goede ervaren vakmensen die hun kennis aan cursisten willen overdragen.
Een groep experts uit de branche en het bedrijfsleven is momenteel bezig om de inhoud van de opleidingen te bepalen. Het cursusaanbod zal in september van dit jaar worden gepresenteerd voor de metselaars, tegelzetters, voegers, betonboorders, dakdekkers en kalkzandsteenbewerkers. Het betreft een modulair aanbod, verspreid over zes regio’s in Nederland. Vanaf 1 juni kunnen geïnteresseerde cursisten zich inschrijven.
Voor meer informatie: www.gaanindebouw.nl