‘We doen toch dingetjes samen?’
De publieke omroep heeft de morele plicht de Nederlandse journalistiek ruimhartig te ondersteunen. De commerciële omroep is als altijd op zoek naar doelgroepen en omzet. De landelijke krant broedt al jaren op een multimediale strategie, maar die komt nauwelijks van de grond. En de regionale krant heeft niets meer te verliezen. Waarom werken we niet meer samen? Waarom zo ongelooflijk eigenwijs?
In juni 2009 presenteerde Brinkman een heldere conclusie: drempels voor de samenwerking van kranten en omroepen moeten worden weggenomen. We moeten ons, volgens de wijze dames en heren van de denktank, bekommeren om de journalistiek en niet slechts om de krant of de omroep. Maar al een jaar later is “de commissie Brinkman” slechts een bezwering, een toverformule om na een verhit debat over te gaan naar de borrel. “Tuurlijk moeten we samenwerken, we doen toch allerlei dingetjes?”
En dat is ook zo. We doen dingetjes. Zo was er Pauw en Witteman waarin de Vara en de Volkskrant het humeur van Nederland probeerden vast te stellen. Diezelfde krant deed het ook al met de NCRV (Hart en Ziel) en al heel lang met de VPRO (Cinema.nl). Er was ook iets met NRC en Het Gesprek, maar van de benutting van die kansen heb ik nooit iets begrepen en zijzelf ook niet. De Telegraaf heeft twee omroepen het bestel in gesmokkeld en gaat daar zoals verwacht creatief mee om. Laten we het erop houden dat het feit dat Telegraaf Video Media het programma Ochtendspits voor WNL maakt, met veel Telegraafdeskundigen in beeld, per ongeluk erg crossmediaal is. Op redactioneel gebied geven ook Trouw en AD af en toe een omroep een kusje, of andersom. In de regio kijken de Brabantse kranten en Omroep Brabant naar elkaar en er is zelfs een studiegroep opgericht en er komen heuse pilots. En dan ben ik nog heel wat vergeten.
Op het gevaar af sommige initiatieven en intenties tekort te doen, maar het komt me tot nu toe allemaal voor als gerommel in de marge. De journalistiek staat onder druk, en regionale en onderzoeksjournalistiek zien de toekomst met angst en beven tegemoet, waar ze juist in deze tijden zouden moeten floreren. Gratis en betaald gaan nog harder schuren, de mediaconsumptie fragmenteert, de informatiedragers versmelten. Journalistiek wordt minder waard, maar goede journalistiek blijft hetzelfde kosten. De mediasector zal zich de komende 10 jaar gaan herschikken, en de definitie van wat we journalistiek noemen zal ingrijpend veranderen. Dan zijn een paar redactionele samenwerkingsprojecten prima, maar daar ga je de oorlog niet mee winnen.
Het lijkt er nog steeds op dat veel te weinig mensen in de hoofdredactie- of directiekamer over de eigen schaduw wil heen springen en de toekomst echt afhankelijk willen maken van ingrijpende samenwerking. Die echt begrijpen dat omroepen en kranten niet perse concurrenten zijn, maar elkaar goed kunnen aanvullen. Vooral het gezeur van kranten en uitgevers over de valse concurrentie van publieke en regionale omroep gaat ons geen steek verder helpen. Dat lijkt een beetje op de kramp waar de publieke omroep steeds meer in komt, namelijk eerst klagen over wettelijke beperkingen voordat je met een visie komt.
Het is allemaal begrijpelijk, en waarschijnlijk hebben ze zelfs gelijk, maar het is simpelweg geen zinnige analyse van het grote probleem. Dat is zoiets als alleen praten over tabloidformaat, een beetje papier eraf, terwijl aan de achterkant je hele verdienmodel in de fik staat. Het is niet onzinnig, maar het kost bakken met energie en leidt behoorlijk af van de echte issues.
De vraag voor de komende jaren is: wil je gelijk hebben, of gelijk krijgen?
Praat mee
4 reacties
Cees Gravendaal, 26 oktober 2010, 19:44
Geachte lezer,
Wie anno 2010 een beroep doet op morele argumenten als het om journalistieke belangen gaat, weet niet hoe de journalistiek in deze tijd functioneert.
In de Nederlandse verhoudingen is ook de journalistiek afhankelijk van ondermeer zakelijke afwegingen. Daarom behoeft de informatiewaarde ofwel de journalistieke integriteit niet te wijken. Wel zullen journalisten moeten beseffen dat ze (moeten) werken in een systeem waarbij hun produkt moet worden verkocht. Ook bij de publieke omroep, zolang kijkcijfers meer betekenen in Hilversum dan kwaliteit.
Met vriendelijke groet,
Cees Gravendaal
Erikvh, 1 november 2010, 23:39
Beste Cees,
Volgens mij doe ik geen beroep op morele argumenten (waar dan?), maar heb ik het juist over de zakelijke afweging. En dan nog blijft samenwerking de beste optie, naar mijn smaak. Dat heeft met kijkcijfers weinig te maken.
Miro Lucassen, 3 november 2010, 08:54
De mediawet is toch echt gewoon geldig: omroepen mogen zich niet dienstbaar maken aan winst van derden. Daarom blijft het bij gerommel in de marge. De eerste uitgever die probeert om 1 redactie zowel voor commercieel gedrukt papier als voor publieke omroep te laten werken, krijgt het commissariaat voor de media achter zich aan. En de omroep die een betaalde krant met nieuws zou verspreiden, komt eveneens in de problemen. Je mag krantenuitgevers veel verwijten, maar je kunt ook van die groep niet verlangen om alle kaarten te zetten op het overtreden van de wet.
Erikvh, 5 november 2010, 12:27
@Miro,
Dat is maar gedeeltelijk waar. De overheid geeft dubbele signalen; in de conclusies van de commissie Brinkman, overgenoemen door de minister, staat juist de wenselijkheid beschreven van samenwerking met kranten. En ook binnen de mediawet zijn veel meer mogelijkheden dan tot nu toe worden uitgeprobeerd. Ik zie niet veel kranten en omroepen die mogelijkheden goed onderzoeken of de wenselijkheid daarvan onderkennen en streven naar het wegnemen van hindernissen.