word studentlid

— vrijdag 15 februari 2013, 10:53 | 0 reacties, praat mee

Voor Omar!

Voor Omar!

Hans Jaap Melissen, Journalist van het Jaar 2012, kreeg vorige week zijn prijs uitgereikt. Hij draagt hem op aan de 4-jarige Syrische Omar, het zoontje van dokter Osman uit Aleppo. Melissen in zijn dankwoord: ‘Een jongetje met een naam die maar één letter scheelt met die van mijn zoon Bram, maar die in een extreem andere wereld opgroeit’. Laatste wijziging: 19 februari 2013, 12:19

Bij oorlogsjournalistiek denken mensen vaak: dat is continue spanning, sensatie, dood en verderf, gebukt rennen door steegjes, met altijd de dreiging van een explosie en rondvliegende ledematen en aan het eind van de dag veel drank om alle ellende te vergeten.
Maar wat mij het meeste opviel in het begin van mijn carrière, is dat een oorlogsgebied veel gewoner en alledaagser is dan men zich voorstelt. Twee straten van waar wordt gevochten zitten mensen gewoon aardappels te schillen in de tuin. Ik vind het daarom altijd jammer als de oorlogsverslaggeving zich alléén zou focussen op de bommen en granaten. Nee, ik pleit ook zéker niet voor het andere uiterste: het alléén focussen op die aardappelschillende mensen: ‘We gaan live naar Hans Jaap Melissen…. en zitten ze er nog?’
Wat ik in ieder geval probeer, is mijn publiek een wat breder beeld mee te geven van de oorlog. Het liefst een spectrum aan verhalen waarin ruimte is voor achtergrond, duiding, en wellicht soms relativering. Anders, als we alleen zigzaggen tussen de bommen, of doen alsof we zigzaggen, want ook dat schijnt voor te komen, zouden we de oorlogsjournalistiek omlaag trekken naar een soort sensatiezoekerij zonder informatieve waarde.

We kennen allemaal het cliché: in een oorlog is de waarheid het eerste slachtoffer. Wij, als journalisten hebben als belangrijkste taak dat slachtoffer niet verder te verwonden, maar weer op de been te helpen. En de scheidslijn tussen wat waarheid is en wat niet, is vaak al zo mistig.

Op de laatste nacht van de Gaza-oorlog, afgelopen november, viel een vliegtuigbom vlak naast mijn hotel in Gazastad. Een ruit in mijn kamer sprong, velen ruiten in mijn gang sprongen, en een stuk plafond kwam naast mijn bed omlaag. Die ochtend had ik een discussie met collega’s over wat de nieuwswaarde was van deze bom. Was het: ‘Israëlische vliegtuigbom mist op haar na hotel vol journalisten’ – lekker sensationeel. Of was het: ‘Israël probeerde Hamasstrijders op veldje te raken’, wat Israël zelf beweerde. Of was het: ‘Israël dropt precisiebom naast journalisten om met een bom een boodschap niet alleen aan die journalisten maar via hen, aan een miljoenenpubliek mee te geven?’

Niet alles lijkt wat het is, is wat het lijkt en zeker niet in een oorlog. Je zult altijd scherp en kritisch moeten blijven om de waarheid te benaderen. Soms is dat simpelweg ook een kwestie van de tijd hebben om iets te ontdekken. Waarom kwam ik in Haïti met dat verhaal over een absurd lager dodental bij de aardbeving: dat was vooral ook omdat ik van de Wereldomroep die tijd kreeg om aan dit verhaal te werken.

Maar ja, tijd kost geld en dan zijn er slinkende budgetten, bezuinigingen en dan maak ik mij wel eens zorgen, om de journalistiek in het algemeen en de oorlogsjournalistiek in het bijzonder. We moeten natuurlijk ook durven blijven gaan, naar de oorlog. En ik vind dat wij in dit veilige Nederland daarin soms wat behoudend kunnen zijn. Het blijft opvallend dat je je in de Franse of Amerikaanse oorlogsjournalistiek eerder moet verantwoorden als je ergens NIET ter plekke bent, en dat je in de Nederlandse journalistiek je soms moet verantwoorden dat je ergens WEL bent. Natuurlijk is betrokkenheid bij het welzijn van de verslaggever een groot goed, maar wellicht moeten we gewoon ook accepteren dat er bij sommige beroepen nu eenmaal bepaalde, gecalculeerde, risico’s horen.

Ik doe dit werk nog steeds met veel plezier. De journalistiek blijft het mooiste vak op aarde. Een vak waar ik trouwens op een aparte manier in ben gerold. De werktitel van mijn nieuwe boek zegt het al: ‘Van dienstweigeraar tot oorlogsverslaggever’. Ja, ik heb dienst geweigerd en kwam voor een commissie waar ik vol overtuiging heb verteld dat ik niks met oorlog had.

Mijn vervangende dienst ben ik gaan doen bij de regionale omroep, Radio Utrecht, heette dat toen nog. Daar zette ik mijn eerste stappen in de journalistiek. Toen wist ik al dat ik als verslaggever naar de oorlog wilde. Directeur Barend de Ronden wees mij op twee dingen: ­  1. voor oorlog moest ik uit de provinciale journalistiek. En 2. trouw nooit.

En dus volgden vele jaren bij de Wereldomroep, waarbij ik algauw mijzelf naar een crisisgebied in Afrika produceerde. En dat werd een begin van een soort jarenlange wereldreis langs ellende. In al die jaren werden mijn Wereldomroep-reportages vrijwel altijd gedeeld met de NOS. Ruim voordat de Wereldomroep zelf een rampgebied werd, ging ik parttime freelance werken en inmiddels ben ik dus helemaal freelance.

Ik wil deze prijs aan iemand opdragen en daarvoor gaan we even terug naar Aleppo (Syrië). Bij mijn bezoeken het afgelopen jaar ging ik steeds weer langs bij dokter Osman in het Deir Al Shifa ziekenhuis. Een kleine kliniek waar gewonde rebellen en burgers – in de gekte van de oorlog – zo goed als kon werden geholpen.

Ik leerde daar niet alleen die dokter Osman kennen, maar ook zijn zoontje van 4, Omar, die opmerkelijk genoeg ook altijd dichtbij zijn vader rondhing en huppelde over een vloer waar het bloed aan je schoenen plakte. Men werkte er door ook als het ziekenhuis zelf werd gebombardeerd, wat meerdere keren gebeurde. Bij één dreigende vliegtuigaanval ben ik een keer snel het gebouw uitgerend – maar dokter Osman gaf geen krimp. Dappere mensen in een onmogelijke omgeving.

Tot ik mij een paar maanden geleden rotschrok. Ik zat niet in Aleppo, maar in Gaza. Deze keer schrok ik niet van een bom naast het hotel, maar van een bom die in Syrië was gevallen: het ziekenhuis in Aleppo was opnieuw gebombardeerd en ditmaal echt: het gebouw was vrijwel volledig ingestort. Er waren vele doden.

Ik dacht uiteraard aan dokter Osman en zijn zoontje. Ik heb mij meteen rot gezocht naarmeer informatie. Pas na een dag of zo, kwam ik erachter dat ze het wonderwel overleefd hadden.

Afgelopen december, op reis met Brandpunt in Aleppo, zocht ik dokter Osman weer op. Hij vertelde dat hij die fatale dag toevallig zijn familie – niet alleen z’n zoontje, ook zijn dochtertje en zijn vrouw verbleven in het ziekenhuis, naar huis had gestuurd. En de dokter zelf stond toen de bom viel net half buiten, bij de hoofdingang. Maar ik vroeg hem: waarom was u eigenlijk altijd met uw hele gezin in het ziekenhuis, waarvan u wist dat ’t op een dag vreselijk mis moest gaan. En hij zei: weet je: wij willen of met het hele gezin de oorlog overleven, of met zijn allen tegelijk doodgaan.

Ze leven dus nog, maar de vraag is of ze de oorlog in Syrië zullen overleven, want ook thuis zijn ze niet veilig: op de foto hierboven staat Omar in het voorportaal van hun huis, waar de granaatscherven al naar binnen zijn gespat, dwars door de koelkast heen. 

Ik draag deze prijs op aan Omar. Want Omar staat voor die duizenden Syrische kinderen die elke nacht gaan slapen met de angst dat ze die nacht gebombardeerd kunnen worden. Voor Omar: opdat we nooit wegkijken van dit soort oorlogen, vanuit onze veilige wereld hier in Nederland. Voor Omar, een jongetje met een naam die maar een letter scheelt met die van mijn zoon Bram, maar die in zo’n extreem andere wereld opgroeit.

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.