Turkse journalisten ondervraagd om berichtgeving over aardbevingen in rampgebied
Verschillende Turkse journalisten die sinds begin deze maand verslag deden van de aardbevingen in dat land zijn door de politie ondervraagd, meldt de BBC. De Britse omroep sprak met een freelancer, Mir Ali Koçer, die vanwege de mogelijke overtreding van een nieuwe desinformatiewet naar het politiebureau moest komen. Het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ) zegt tegen de BBC zeker drie andere journalisten te kennen die strafrechtelijk worden vervolgd vanwege berichtgeving uit het rampgebied.
Turkse journalisten hebben sinds oktober vorig jaar te maken met een nieuwe en omstreden wet. Die maakt het mogelijk dat verslaggevers worden opgepakt voor het delen van desinformatie. Volgens president Recep Tayyip Erdogan is zo’n wet nodig om de bevolking te beschermen. Waarnemers stellen echter dat de persvrijheid in Turkije ermee wordt ingeperkt. Bij overtreding van de wet kan drie jaar celstraf worden opgelegd.
Bij een bezoek aan het rampgebied waarschuwde Erdogan deze maand nog dat degenen die “nepnieuws” verspreiden en “sociale chaos veroorzaken” vervolgd worden. Freelancer Koçer, die naar eigen zeggen zeer zorgvuldig te werk ging in zijn kritische berichtgeving over de hulp aan slachtoffers, werd door de politie ondervraagd omdat hij nepnieuws zou hebben verspreid.
Reporters Without Borders (RSF), een organisatie die zich inzet voor persvrijheid, noemt het onderzoek dat naar Koçer loopt “absurd”. De Turkse autoriteiten willen niet reageren op vragen van de BBC. Bij de aardbevingen in Turkije en Syrië kwamen meer dan 50.000 mensen om het leven.
Praat mee