RvdJ geeft geen oordeel over tweet
De Raad voor de Journalistiek (RvdJ) acht zich in een zaak tussen columnist Raja Felgata en HP/De Tijd niet bevoegd een oordeel te vellen over een specifiek bericht op Twitter, omdat het daarbij om persoonlijke uiting en niet om een journalistieke gedraging handelde. Of iets een journalistieke activiteit is, hangt af van de inhoud van het bericht, stelt de Raad.
Felgata diende een klacht in tegen HP/De Tijd-journalisten Charlotte Bouwman, Bas Paternotte en Niek Stolker, omdat via de website was gemeld dat Felgata was ontslagen naar aanleiding van een open brief aan schrijver Robert Vuijsje. Vervolgens had Paternotte op Twitter gesuggereerd dat Felgata bij HP/De Tijd had gesolliciteerd, hetgeen voor Felgata onder meer aanleiding was om naar de Raad te stappen.
Inmiddels heeft HP/De Tijd de reactie van de Raad integraal op de site gezet en van commentaar voorzien. Door de gekozen stijlvorm (geïnspireerd op Vuijsje) kon Felgata verwachten dat er op haar open brief evenzo felle en provocerend geformuleerde reacties konden komen, stelt de Raad.
Dat HP/De Tijd daar een ‘scherp aangezette’ kop boven plaatste is gebruikelijk in de journalistiek, aldus de Raad. Dat die “feitelijk niet juist” is, is in de context van de berichtgeving gezien acceptabel. Het ontslag is door HP/De Tijd in het artikel niet als feit gebracht, maar “aan de orde gesteld”, vindt de Raad. Bovendien kon Felgata weerwoord geven en vertellen dat de beëindiging van haar freelancecontract samenhing met de komst van een nieuwe hoofdredacteur en een nieuwe koers voor het blad.
“Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat met de publicaties op de website van HP/De Tijd geen grenzen zijn overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is”, schrijft de Raad in haar oordeel.
NASCHRIFT: In een eerdere versie van dit bericht werd gemeld dat de Raad voor de Journalistiek Twitter-berichten nooit als journalistieke activiteit zal zien. Dat is niet juist: het hangt af van de inhoud van een bericht of er sprake is van een journalistieke activiteit. Inzake Felgata versus Paternotte oordeelt de Raad dat de tweet “een louter althans overwegend persoonlijk karakter heeft, waardoor het in het geheel als van niet-journalistieke aard moet worden aangemerkt.”