Op social media is geven het nieuwe nemen
Dat je sociale netwerken als Twitter, Hyves en facebook handig kunt gebruiken als journalistieke tool, dat wisten we al een tijdje. Maar daar heb je wel een trouwe schare volgers voor nodig, en die krijg je alleen als je ook zelf in social media investeert. Hoe doe je dat handig?
Een journalist van het gratis dagblad Sp!ts stuurde eind 2008 de volgende tweet uit: ‘Kennelijk motten we d’r an. En dus: hier ben ik! And now what?’ Niet lang daarvoor had toenmalig hoofdredacteur Bart Brouwers alle Sp!ts-redacteuren een smartphone cadeau gedaan. Maar daar hing één voorwaarde aan: dat al die redacteuren per direct zouden gaan twitteren.
Inmiddels zijn social media, in sommige gevallen na enig schoorvoeten, een niet meer weg te denken middel in de dagelijkse journalistieke praktijk. Media als Twitter, Facebook en Hyves zijn een journalistieke bron geworden – mits daar het journalistieke handwerk nog wel even op wordt losgelaten – en zijn een plaats gebleken waar handige communities rond je merk kunnen ontstaan. De Volkskrant stelde halverwege het jaar zelfs een door het Stimuleringsfonds gesponsorde social mediaredacteur aan. Heleen van Lier houdt de trends bij op internet, maakt social media zichtbaar op de Volkskrantsite en gaat intern collega’s opleiden in hoe ze die social media kunnen gebruiken.
Maar wie neemt, zal ook moeten geven. Want om online een journalistiek handig netwerk te creëren heb je volgers nodig, en die raken gauw verveeld met enkel een RSS-feed. Dus gaan we van eenrichtingsverkeer naar daadwerkelijke communicatie. Hoe doen we dat? En waar ligt de grens? Want relletjes zoals we die afgelopen jaar bij de Tros of RTV Midden Brabant zagen, wil uiteraard iedereen voorkomen. De Tros ontsloeg Songfestival-commentator Cornald Maas na een sarcastische tweet over Songfestival-afgevaardigde Sieneke. Bij RTV Midden Brabant werd een programmamaker ontslagen nadat hij (volgens de omroep na een reeks incidenten) zich op Twitter druk had gemaakt over een inhoudelijke keuze van de omroep.
Toch is het bij de meeste media gewoon een kwestie van trial en error, maar wel met gezond verstand, blijkt uit een rondgang (zie pagina 20 en 21). Vooralsnog publiceerde alleen de NOS publiekelijk een lijvige beleidsnota met wat wel en niet mag. Algemeen directeur Jan de Jong deed daar onlangs nog een schepje bovenop door in een –uitgelekte – mail de regels nog eens duidelijk uit te leggen. Belangrijkste punt: NOS-medewerkers onthouden zich van mededelingen en commentaar over interne aangelegenheden en zaken rond de publieke omroep.
Een social mediaverbod, riepen critici. ‘Totaal niet aan de orde’, verdedigde De Jong zich in het NCRV radioprogramma Lunch. ‘We zeggen niet: het wordt verboden. We zeggen: denk goed na over wat je twittert.’
——-
Praat mee