Milieu-journalistiek is een dodelijk vak
Milieu-journalistiek heeft onterecht een zweverig en zacht imago, meldt The Guardian. Onderzoeksjournalist Mark Schapiro, die gespecialiseerd is in milieu-journalistiek. merkt op dat de afgelopen tien jaar dertien eco-journalisten in het kader van hun werk zijn vermoord.
Hoe verder je van het aangeharkte Westen raakt, des te gevaarlijker het werk, aldus Shapiro. Slecht een kleine, machtige groep bezit de waardevolle natuurbronnen en wie schrijft over corruptie, vervuiling of vernietiging van natuurgebieden riskeert een pak slaag of erger.
Milieu-activisten betalen een nog hogere prijs: in 2017 werden volgens cijfers van de ngo Global Witness maar liefst 207 activisten vermoord, die een vuist probeerden te maken tegen grote agrarische bedrijven of mijnen. “Hun lot stuurt een ijzingwekkend signaal naar journalisten die dieper willen graven. Je kunt de twee niet los van elkaar zien”, aldus Shapiro.
Hij wijst erop dat veel van de grootste milieu-vervuilers Westerse, beursgenoteerde bedrijven zijn met een hoofdkwartier ver verwijderd van de plekken waar schade wordt aangericht.
Shapiro zegt dat bedrijven thuis nooit zouden wegkomen met zakendoen in een omgeving waar de pers wordt onderdrukt, privébelangen door de staat met geweld worden beschermd met weinig tot geen transparantie. Een aantal kleding- en technologiebedrijven heeft na internationale druk meer aandacht voor de werkomstandigheden in hun fabrieken.
“Dit toezicht ontbreekt bij het inperken van schade die een gevolg is van mijnwerkzaamheden, landbouw, kappen, vissen en andere industrieën die bronnen aan de aarde onttrekken. Die controle wordt vrijwel altijd door journalisten uitgevoerd”, aldus Shapiro.
Hij vervolgt: “Daarmee kan respect voor mensenrechten niet los worden gezien van persvrijheid. De twee zijn gelinkt. Dreigementen tegen journalisten of activisten in welke sector dan ook zou een rode vlag moeten zijn voor het bedrijfsleven.” Meer bij The Guardian
Praat mee