word studentlid

— vrijdag 15 februari 2013, 10:00 | 0 reacties, praat mee

Medische claims’ tasten zekerheden aan

Medische claims’ tasten zekerheden aan
© Berend Vonk

Journalisten die over gezondheid en voeding schrijven, moeten oppassen voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), betoogde Toine de Graaf half november in Villamedia Magazine. ‘Grotendeels waar’, reageerde het hoofd communicatie van de NVWA. Een zoektocht naar de nuance: worden journalistieke zekerheden ondermijnd? Laatste wijziging: 21 februari 2013, 11:19

Je schrijft een kritische opinie over de NVWA,  waarop de kwalificatie ‘grotendeels waar’ wordt geplakt. Hoe zit het dan precies? Uitzoeken maar. Een magazine over voeding en voedingssupplementen (ORTHO) wil het onderzoek wel financieren. Ruim tachtig uur later heb je veel concepttekst en een hoofd dat overloopt. Simpelweg omdat de dingen niet zijn wat ze lijken.

Zoals: leef je in de veronderstelling dat journalisten de overheid controleren, blijkt het omgekeerde net zo goed het geval. Denk je in een land te leven waar de vrijheid van meningsuiting goud waard is. Wordt diezelfde vrijheid op sterk water gezet als de volksgezondheid in het geding is.

Ook van sommige documenten had je het bestaan niet vermoed. Zoals het interne protocol van het project ‘Medische claims in geschreven media’, dat de toenmalige VWA in 2005 landelijk uitrolde. Niets illustreert treffender de Kafkaëske omkering waarin we zijn beland, met dank aan Warenwet, Geneesmiddelenwet en EU-verordeningen. Weinig mensen weten ervan, maar de overheid controleert actief de media op uitlatingen over voedingsmiddelen. Met de focus op ‘foute advertenties’ en ‘redactionele stukken met medische claims’.

Volgens Informatieblad 79 – wél een openbaar stuk van de NVWA – gaat het bij een medische claim om ‘een bewering waarin gesteld of gesuggereerd wordt dat een product ziekten bij de mens kan voorkomen, behandelen of genezen’. Met het verbod hierop wil de wetgever de consument ‘beschermen tegen onvoldoende werkzame geneesmiddelen’ en ‘voorkomen dat dergelijke producten in plaats van adequate middelen worden gebruikt’.

Een klassiek voorbeeld van een medische claim betreft pruimen en obstipatie. Elke Nederlander weet dat deze vruchten verlichting kunnen bieden bij obstipatie, maar een groenteboer die dit vermeldt naast de kist met pruimen riskeert een boete. Op dat moment kan de NVWA de pruimen juridisch aanmerken als ongeregistreerd ‘geneesmiddel’ en worden de Warenwet en de Geneesmiddelenwet overtreden. Deze laatste wet bevat een verbod op geneesmiddelen zonder handelsvergunning. Bovendien mag hiervoor geen reclame worden gemaakt.
Ook altijd gedacht dat Warenwet en Geneesmiddelenwet alleen van belang zijn voor marktkooplieden en apothekers? Zoals gezegd: de dingen zijn niet wat ze lijken. Artikel 19 van de Warenwet verbiedt het verhandelen van ‘eet- of drinkwaren’ met medische claims. Artikel 20 verbiedt echter ‘een ieder’ eet- of drinkwaren aan te prijzen met medische claims ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’. En daarmee raakt dit wetsartikel ook journalisten. EU-verordeningen geven die wet nog eens de wind in de rug.

Terug naar het interne protocol ‘Medische claims in geschreven media’. Acht pagina’s telt deze handleiding bij de VWA-operatie die plaatsvond in de tweede helft van 2005, met een uitloop naar 2006. Doelwit waren landelijke dagbladen en tijdschriften (van opiniebladen tot tv-gidsen), regionale kranten, huis-aan-huisbladen en vakbladen. In het protocol werden de controleambtenaren aangespoord zoveel mogelijk geschreven media te verzamelen (‘vraag bijvoorbeeld collega’s om verschillende huis-aan-huiskranten uit je regio mee te nemen’).
Het stuk bevat nuttige adviezen voor de inspecteurs, zoals het uitvoeren van ‘herinspecties’. Hierdoor wordt ‘een beter beeld verkregen van de werkwijze van het blad’. Bij overtredingen ‘wordt eerst een maatregel tegen de verantwoordelijke redactie genomen’. Daarbij kan het gaan om een schriftelijke waarschuwing of een boeterapport bij een ‘ernstige’ overtreding. Wellicht dat uiteindelijk een adverteerder als ‘eindverdachte’ wordt aangemerkt. Het protocol leert dan ook dat media er slim aan doen in hun redactiestatuten elke verantwoordelijkheid voor de inhoud van advertenties af te wijzen.

Het vastleggen van de inspectiegegevens blijkt van groot belang. Op die manier kan een ‘inspectiehistorie’ van het medium worden opgebouwd. Zodat redacties die vaker ontsporen ‘zo nodig meer aandacht kunnen krijgen’.

Bladerend door dit protocol stel je jezelf de vraag: hoeveel redacties zijn in 2005 en 2006 tegen de lamp gelopen? Navraag bij de NVWA leert dat er geen ‘evaluatie’ bestaat van het project. Ook de VWA-jaarverslagen over 2005 en 2006 melden niets over deze operatie. Het is wel aannemelijk dat erover is gerapporteerd naar het ministerie van VWS, meldt de persvoorlichter. Maar de WOB-procedure die volgt, maakt duidelijk dat die rapportage nooit heeft plaatsgevonden. Sterker: volgens de antwoordbrief van VWS heeft navraag bij de NVWA opgeleverd ‘dat er helemaal geen documenten van het betreffende project zijn’. Mijn bureau blijft leeg.

Wat daar wél terechtkomt is een redactioneel artikel over ‘wortels vol geneeskracht’, dat in 2005 is verschenen in een publiekstijdschrift. Het is het soort artikel dat ik zelf ook wel eens schrijf: gewoon de lezer informeren over de gezondheidsaspecten van asperges en aanverwante bodemschatten. Maar voor dít artikel blijkt de VWA in 2005 een boeterapport te hebben opgemaakt, wegens overtreding van de Warenwet. De auteur – destijds freelance journalist – was en ís zich van geen kwaad bewust. Aan de telefoon reageert hij verrast. Nóóit geweten dat het een staartje had gekregen.

Dat staartje zal zich uitstrekken tot in 2010, want de uitgeverij besluit de boete van € 680,- aan te vechten. Tevergeefs. In de eerste rechtszaak gaat de boete nog van tafel. Maar vijf jaar na de publicatie trekt de NVWA toch aan het langste eind.

Tijdens de zitting van 2009 citeert de advocaat van de overheid uit het tijdschriftartikel. Zo werd over de asperge gemeld dat dit een effectief verzachtend middel is ‘voor uitgedroogde of ontstoken slijmvliezen van longen, maag, nieren en geslachtsorganen’. Volgens de advocaat is hier onmiskenbaar sprake van het aanprijzen van eetwaren met een medische claim, en daarmee van overtreding van artikel 20 van de Warenwet. Tijdens de zitting verklaart zij echter ‘dat (vooralsnog) niet wordt gehandhaafd op het enkele aanprijzen van eet- en drinkwaren met alleen een medische claim, omdat prioriteit wordt gegeven aan het beboeten van genoemd aanprijzen met het daarbij verwijzen naar (gefabriceerde) producten en het noemen van een merk- en/of productnaam’.

Kortom: asperges een geneeskrachtige werking toeschrijven, mag niet volgens de Warenwet maar dit wordt (vooralsnog) gedoogd. In de tweede zaak (2010) noemt de advocaat van de overheid dit een ‘beleidsmatige keuze’. Er dreigt pas een boete als een concreet product wordt genoemd dat is gemaakt op basis van asperges, of als bijvoorbeeld de bedrijfsnaam van een aspergeteler wordt vermeld. En in het tijdschriftartikel zijn inderdaad concrete producten genoemd.

Fantaseer even mee over de dag waarop het woordje ‘vooralsnog’ zal worden vervangen door ‘niet meer’, of waarop de NVWA tot een andere ‘beleidsmatige keuze’ komt. Dan kan niet alleen mijn halve boekenkast op de brandstapel, maar dient de NVWA hele bibliotheken te ruimen.

Tijdens de rechtszaak beroept het tijdschrift zich onder meer op de vrijheid van meningsuiting. Maar het verbod op medische claims weegt volgens de rechtbank zwaarder. Of zoals de NVWA-programmamanager het in 2010 verwoordde in correspondentie: ‘De vrijheid van meningsuiting zoals vastgelegd in de Grondwet is niet absoluut. Deze kan worden ingeperkt wanneer dit nodig is om de volksgezondheid te beschermen.’

Was de casus ‘wortels met geneeskracht’ de enige opbrengst van het VWA-project? Dat is niet waarschijnlijk. Feit is dat het niet de laatste casus was in deze soort. Zo hebben minimaal twee tijdschriften – waaronder een vakblad – tamelijk recent ervaring opgedaan met een ‘proeftijd’ van twee jaar, nadat de NVWA in redactionele stukken ‘medische claims’ had vastgesteld. De bladen willen geen ergernis opwekken bij de NVWA en blijven liever anoniem. Volgt binnen de proeftijd een nieuwe overtreding, dan is een boete van ruim 30.000,- euro onafwendbaar wegens overtreding van de Geneesmiddelenwet. Overtreding van alleen de Warenwet blijft doorgaans onder de 1000,- euro.

Voor een ‘veilige’ eindredactie is het belangrijk te weten dat alleen een belanghebbende, zoals een producent of verhandelaar, een voedingsmiddel kan ‘promoveren’ tot ongeregistreerd geneesmiddel door het te presenteren met een medische claim. Een onafhankelijke derde die het product niet verhandelt, zoals een journalist, kan dit zogenaamde ‘aandieningscriterium’ niet verzorgen. Hij kan wél reclame maken voor zo’n ongeregistreerd geneesmiddel en dat doet hij al gauw als hij in een artikel een merknaam noemt. Maar dan moet het product dus al de status van ongeregistreerd geneesmiddel hebben. Pas dan riskeert de uitgever de hoge boete voor overtreding van de Geneesmiddelenwet.

Let wel: zelfs de journalist kan worden aangepakt. Al laat men bij de NVWA weten hiermee ‘terughoudend’ te zijn, in verband met de persvrijheid. ‘Maar het kan’, aldus een NVWA-medewerker, ‘als sprake is van “banden met” of “betaald” worden door.’ Freelance journalisten die commerciële klussen aannemen, lopen dus mogelijk een verhoogd risico.

Een concreet voorbeeld. Stel dat wetenschappelijk onderzoek aangeeft dat een bepaalde koffieboon heilzaam kan zijn bij diabetes. Het interviewen van een koffiebrander die deze boon verkoopt, is dan riskant. Vertelt hij in het artikel over dit onderzoek, waarbij zijn bedrijf/merk wordt genoemd en het woord ‘diabetes’ valt, dan kan dat een boete van € 30.900,- opleveren. Het product is immers door een verhandelaar gepromoveerd tot ongeregistreerd ‘geneesmiddel’, waarvoor ook nog eens reclame is gemaakt.

De boete blijft steken op ‘Warenwetniveau’ als de koffiebrander geen rol speelt in het verhaal, maar de journalist wél hetzelfde diabetesonderzoek aanhaalt en een koffiemerk noemt dat deze boon bevat. Diezelfde redactionele tekst zonder koffiemerk kost weer niks. Echter: staat naast dit ‘merkloze’ artikel een advertentie van het koffiemerk, dan moet misschien toch weer worden afgerekend. Op dat moment treedt volgens de NVWA namelijk commerciële ‘verkleuring’ op. Ook als die advertentie een paar pagina’s verderop staat, kan het geld kosten.

Een hoofdredacteur van een tijdschrift fluisterde mij recent in dat, mocht ik een artikel willen aanbieden over vitamine D en MS, in datzelfde nummer geen advertentie zou worden geplaatst van enig vitamine D-supplement. Toen ik dit antwoord telefonisch voorlegde aan de NVWA-medewerker, was zijn antwoord: ‘Dat is heel verstandig van die hoofdredacteur’. Ook dit is niet zo leuk voor freelancers. Want welk medium kan zich nog de luxe veroorloven om te kiezen voor een redactioneel artikel ten koste van advertenties?

De directeur van Keuringsraad KOAG/KAG vertelt dat over commerciële ‘verkleuring’ nauwelijks jurisprudentie bestaat en er weinig handhaving is: ‘Het is een grijs gebied. Ik zou graag een rechtszaak zien. Maar als je een soort “Damgaard-arrest” krijgt, zijn de media verder van huis. Het is zaak vooraf een strategische keuze te maken.’

Het Damgaard-arrest is vernoemd naar de Deense journalist Frede Damgaard, die in 2003 op zijn website informatie gaf over een niet in Denemarken geregistreerd geneesmiddel. Hij vermeldde waarvoor het middel kon worden gebruikt en in welke landen het te koop was. In 2009 deed het Europees Hof van Justitie hierover een uitspraak. Dit arrest bevestigt dat ook een onafhankelijke derde die informatie verspreidt over een geneesmiddel op die manier verboden reclame kan maken.

Damgaard werd beboet en dit maakt nieuwsgierig naar de pakkans in Nederland. Welnu: de NVWA moet bezuinigen en lijkt andere prioriteiten te hebben. Tot zover het goede nieuws. Want sinds 14 december moet de NVWA ook de Europese claimsverordening handhaven, die de ‘gezondheidsclaims’ voor voeding regelt (zoals: ‘vitamine C ondersteunt het immuunsysteem’). Dat maakt redacteuren nerveus en adverteerders kopschuw. De claimsverordening lijkt media nu zelfs meer parten te spelen dan de recessie. Gebruik van een medische claim blijft echter een grovere schending dan gebruik van een door de EU afgewezen gezondheidsclaim. Medische claims dreigen door de claimsverordening dus meer aandacht te krijgen. Journalisten zijn gewaarschuwd.

Heeft u als journalist/blad te maken (gehad) met de NVWA en wilt u uw ervaringen delen? Mail uw casus naar: .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.