word studentlid

— dinsdag 25 november 2014, 10:02 | 0 reacties, praat mee

‘Laat mij alsjeblieft weer verslaggever zijn’

‘Laat mij alsjeblieft weer verslaggever zijn’
Mark van der Werf: 'De gummen stuiteren non stop door de klas, met lijmpotjes wordt gevoetbald, en de scharen vliegen soms langs mijn hoofd.' - © Maaike Putman

AD-verslaggever Mark van der Werf wordt op zijn 35-ste leerkracht op een basisschool, maar houdt het onderwijs binnen twee jaar al weer voor gezien. Hij heeft zijn oude vak weer opgepakt. ‘Gewoon doen waar ik goed in ben. Wat een verademing.’ Laatste wijziging: 9 maart 2015, 15:58

Dat de maximumsnelheid van caravans omhoog gaat naar 90 kilometer per uur, jongeren al op hun 17-de achter het stuur mogen kruipen en het CDA een warm voorstander is van vrouwenparkeerplaatsen; het is iedereen die het ontschoten is vergeven, maar het zijn míjn primeurtjes.

Vanaf 2005 ben ik verslaggever op de parlementaire redactie van het AD en jaag ik vooral naar nieuws rondom het ministerie van Verkeer. En eerlijk gezegd, ben ik er best bedreven in. In elk geval zo bedreven dat mijn concurrente van de Volkskrant, met een paar wijntjes te veel op, wanhopig krijst tegen een Kamerlid: ‘Jij geeft alles weg aan het AD!’ Ik zit er naast, en geniet er van.

Maar na een paar jaar ben ik het zat. Ik wil zélf wel eens iets doen, in plaats van alleen maar observeren en noteren wat anderen uitspoken.

Voor ik de knoop doorhak, tik ik nog heel wat stukjes voor de krant. Maar dan ben ik er uit: leraar, dat word ik. Tijdens het stampen op de tafel van 10 of het kofschip krijg ik dan wel geen kneepje in mijn schouder van Commissaris van de Koningin Karla Peijs (‘wat leuk dat je er bent’) of een complimentje van de toenmalige minister Camiel Eurlings (‘goed verhaal!) – het is wél nuttig.

En wat een geluk: basisscholen zitten te springen om meer mannen voor de klas. Als enige meester beland ik op de Augustinusschool, een juffen-enclave in de binnenstad van Rotterdam. Onder de vleugels van een ervaren juf, maak ik in groep 3a een vliegende start.

‘Meester komt u touwtje springen?’ – daar ben ik al.

‘Meester kunt u een rondje draaien op de rekstok?’ Zo soepel ben ik niet meer, maar weet je wat, ik probeer het gewoon.

Ik leer de kinderen dat drie speelgoed-dino’s er meer zijn dan twee speelgoed-dino’s, en dat het woordje maan bestaat uit de MMM, de AAA, en de NNN: ‘Mmmaaannn!’

Ook al zak ik om kwart over drie gesloopt onderuit in mijn stoel: ik zit op een roze wolk waar ik voorlopig niet vanaf zou vallen.

Dat gebeurt het volgende schooljaar, als ik – zonder de begeleiding van mijn doorgewinterde collega – de meester word van groep 7.

Nu moet ik het in mijn eentje rooien, en o, wat valt dat tegen. In orde houden blijk ik geen ster. De gummen stuiteren non stop door de klas, met lijmpotjes wordt gevoetbald, en de scharen vliegen soms langs mijn hoofd. Samen met de adjunct én de directeur til ik meer dan eens een licht ontvlambare leerling (‘fuck you, meestertje!’) met stoel en al uit het lokaal.

Als dat nou alles is, waarop ik me heb verkeken. Maar ook de bureaucratie in het onderwijs heb ik hopeloos onderschat. Er wordt eindeloos vergaderd over het trakteerbeleid en surrealistische begrippen als ‘niet-dagen’ en de normjaartaak. Voortdurend moet ik analyses oplepelen over de toetsresultaten, de werkhouding en het gedrag van mijn leerlingen. En van elk gesprekje dat goedemorgen overstijgt, maak ik verplicht een verslag – liefst in drievoud.

Om 18.00 uur veeg ik de etensresten op die de schoonmaakster zoals gewoonlijk in mijn lokaal heeft laten liggen, maar heb ik nog geen les voorbereid.

In de kerstvakantie staar ik naar de omslag van het boekje dat de hoofdredacteur van het AD mij gaf, toen ik afscheid nam van de krant: ‘Dromen, durven, doen’, heet het. Een secretaresse vatte de inhoud kernachtig samen: ‘Je moet er gewoon voor gáán. Dan lukt alles.’

Reken maar dat ik heb gedroomd over mijn nieuwe loopbaan. Ik heb de sprong gewaagd, en doe mijn uiterste best. Maar wat komt er eigenlijk van terecht?

Voor de krant schrijf ik sinds het begin van het schooljaar een column: ‘Meester Mark’, over mijn belevenissen voor de klas. Het is, besef ik, eigenlijk het enige wat me probleemloos af gaat. Als ik met de chef van de weekendbijlage brainstorm over onderwerpen, laat ik schoorvoetend vallen dat mijn carrière als leerkracht niet zo voorspoedig verloopt als ik had gehoopt. En dat ik er in een onbewaakt moment wel eens over denk om er mee te stoppen.

‘Tsja’, zegt ze,  ‘je kunt natuurlijk altijd weer journalist worden.’

‘Eh’, stamel ik. ‘Nou…’ Nadat ik mijzelf 1001 keer inpeper dat ik dat natúúrlijk niet ga doen -  ben je gek zeg, ik ben toch niet voor niets gestopt - blijft het knagen. Natuurlijk geef ik mijn nieuwe loopbaan niet zomaar op.

Lesgeven is hartstikke leuk, en als een leerling dankzij mij iets snapt en glimt van trots, weet ik weer even: daar doe ik het voor. Maar lesgeven, weet ik intussen ook, is slechts een van de vele taken van een leerkracht.

Terwijl ik vergeefs de houder van de papieren handdoekjes aan de muur probeer terug te schroeven en sleutel aan doorwrochte groepsplannen, mijmer ik steeds vaker over ‘vroeger’. Ook al blééf die Eurlings maar ouwehoeren; een stukje tikken over de kilometerheffing, de Fyra, of desnoods de spoedwet wegverbreding, was zo gek nog niet.

Ach, zou dat eigenlijk niet heerlijk zijn, om gewoon weer eens met een schrijfblok en een pen op pad te gaan? Om niet telkens geconfronteerd te worden met dingen die ik niet goed kan (orde houden) en helemaal niet kan (een verjaardagshoed vouwen), maar eindelijk weer eens iets te doen wat me wél ligt?

De volgende dag stuur ik al vóór half negen een jongen uit de klas, die keer op keer zijn middelvinger in zijn mond steekt en tegelijkertijd kreunende geluiden maakt. Op dat moment ben ik er eigenlijk al uit: laat mij alsjeblieft weer verslaggever zijn. Ik vul nog liever de hele week de kortjeskolom dan dat ik hier nog langer blijf.

In dezelfde week dat ik tijdens een teamtraining in de docentenkamer met mijn rug tegen die van de directeur zit, en onze armen innig zijn verstrengeld (een ‘energizer’, noemt de cursusleidster deze benarde pose), zeg ik mijn baan op. Ik gun mezelf twee maanden vrijaf. Mijn bezorgde ouders raden me aan zo snel mogelijk met hangende pootjes terug te keren bij het AD. ‘Kies voor zekerheid, jongen.’

Misschien doe ik dat nog wel eens, maar terwijl ik scones snoep in Londen, en slenter over het strand van Barcelona, broed ik op een ander plan: freelancer worden. Vroeger had ik dat veel te wild en onbezonnen gevonden, maar dankzij mijn kortstondige carrièreswitch weet ik: groep 7 onder duim houden is ongetwijfeld veel ingewikkelder. Laat mij voorlopig maar ZZP’er zijn.

Gelukkig kan ik meteen aan de slag voor mijn oude krant. En ondertussen schrijf ik over mijn ervaringen als leerkracht een boek (‘Meester Mark draait door’) waarvoor ik zowaar een uitgever vind. Wat een verademing. Pas nu ik besef hoe onzeker en ongelukkig ik was toen ik het gevoel had dat ik tekort schoot, snap ik hoe fijn het is om weer een vak uit te oefenen dat ik versta.

‘Prima stuk’, mailt de eindredacteur van het AD, nadat ik mijn eerste freelance artikel heb ingeleverd. Niks meer, niks minder. Geen eindeloos geouwehoer en gereflecteer. Gewoon doen waar ik goed in ben. Klaar.

Na de School voor Journalistiek ging Mark van der Werf in 1999 aan de slag bij de regionale krant Rijn en Gouwe. Daar speurde hij naar nieuwtjes in de gemeenten Reeuwijk en Vlist. In 2005 stapte Van der Werf over naar het AD, waar hij onder meer werkte op de parlementaire redactie. In 2011 werd hij leerkracht op een basisschool. Over die kortstondige carrièreswitch schreef hij het boek ‘Meester Mark draait door’ (uitgeverij Scriptum).

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.