Knokken voor Matla-knipsels
Spitten in krantenknipsels, het klinkt ouderwets. Maar het oude knipselarchief van ‘de Dames Matla’ is nog steeds in gebruik. Opmerkelijk, nu steeds meer krantenarchieven digitaal raadpleegbaar zijn.
Op een bedrijventerrein in Rijswijk opent documentalist Leo Kuntze de deur van een magazijn. Het ruikt er sterk naar oude kranten. Onder het TL-licht staan rijen stellingkasten met houten laatjes, alfabetisch gerangschikt. Kuntze trekt er een open. Het zit vol met envelopjes. Willekeurig haalt hij een gelig envelopje uit de rij: de inhoud bevat krantenknipsels. Woorden en koppen zijn met rood potlood omcirkeld. ‘Eigenlijk zou je dit met handschoenen moeten doen’, zegt hij. ‘Het papier verzuurt snel. Kun je nagaan: in dit archief zitten knipsels uit 1927.’
Hier staat de erfenis van het Haagsch Persbureau, ooit opgericht door de Haagse journalist Jean Hubert Matla (1902-1968). Ruim 50 meter stellingkast, meer dan twee miljoen knipsels. Ze zijn onderdeel van WIC Media, de informatie- en documentatiedienst van dagbladconcern Wegener. Kuntze is er ‘researcher’. Hij en zijn collega’s leveren achtergrondinformatie aan redacties en omroepen. Meestal vissen ze artikelen uit digitale databases. Maar bijna dagelijks duikt Kuntze nog het papieren magazijn in. Bijvoorbeeld voor het programma van misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Kuntze: ‘Matla hield strafzaken goed bij, archiveerde zelfs op initialen van verdachte personen.’
Matla’s archief was lang een begrip in de journalistiek. Veel journalisten kennen vooral de Matla-Agenda, een maandelijks overzicht van aanstaande gebeurtenissen en jubilea. Tegelijkertijd fungeerde zijn knipseldienst als documentatiecentrum. Matla’s assistenten, meestal vrouwen, knipten artikelen uit, rubriceerden die op onderwerp, sloegen ze op in de envelopjes en de laatjes. Onderwerpen, personen, steden, bedrijven – Matla pretendeerde over alles wel wat in huis te hebben. Een Google-avant-la-lettre.
Gerda Huberts en Wil Kortekaas, twee medewerksters van het eerste uur, zetten het knipwerk na Matla’s dood nog tot 1995 voort. Op redacties stonden zij beter bekend als ‘De Dames Matla’. Ze veranderden niets aan de werkwijze: automatisering ging aan hen voorbij. Ze werden ingehaald door de tijd. In december 1994 sloot het bureau zijn deuren. De knipsels gingen over naar Wegener – en begonnen er aan een tweede leven.
Dat ze nu nog steeds in gebruik zijn, is op zijn minst opmerkelijk. Veel krantenarchieven zijn digitaal en kosteloos raadpleegbaar. Met het project Databank Digitale Dagbladen (DDD) door de Koninklijke Bibliotheek komen de komende twee jaar zo’n 8 miljoen pagina’s online beschikbaar. Dan kan iedereen zelf zoeken in kranten van de 17e eeuw tot 1995. Gratis.
Deze ontwikkeling roept vragen op over de toekomst van het historische knipselarchief. Ook digitaliseren? In het museum? Of in de papierbak? Want wat is nog de waarde als dezelfde informatie vrij op internet is te vinden? ‘Het kan heel goed zijn dat de knipsels van Matla op termijn passé raken’, zegt René Vos. Hij is pershistoricus en als adviseur betrokken bij het DDD-project. ‘Het was ooit een unieke collectie, maar nu zijn er middelen waar je beter mee kunt zoeken. Je kunt je afvragen of het dan nog zin heeft die kennis te bewaren.’
Hij kan zich voorstellen dat bijvoorbeeld het Persmuseum een paar bakjes bewaart. ‘Als curiosum, in de zin van: dit was het Matla-archief.’ Volgens Kuntze loopt het zo’n vaart niet. Hij benadrukt de bijzondere waarde van het Matla-archief: die zit hem in de volledigheid en in de grote tijdsspanne die het overbrugt.
Onderzoeksjournalisten moeten daar hun voordeel mee doen, zegt hij. Bovendien zitten er niet alleen maar voordelen aan digitaal raadpleegbare kranten. ‘Het nadeel is: je moet zelf zoeken. Dat kost tijd. Waar het om gaat is dat je het juiste vindt. Wij researchers zijn daar op gespitst. Wij doen aan dossiervorming, volgen het nieuws, denken met redacties mee. En leveren binnen het uur.’ Hij voegt eraan toe: ‘Matla is een belangrijke aanvulling op ons werk. Wij voelen de verantwoordelijkheid om die erfenis in stand te houden. Daar knokken we voor.’
Pelle Matla is freelance journalist. Hij is geen directe familie van Jean Hubert Matla.
Praat mee