‘Hiér klopt het Telegraaf-hart’
In de strijd om op zoveel mogelijk platforms aanwezig te zijn maakt De Telegraaf sinds een aantal maanden onder meer webvideo. Live vanaf de krantenredactie in Amsterdam met alle specialisten binnen handbereik. ‘Kleinschalig in opzet maar met mogelijkheden om te groeien.’
In het hart van het Telegraaf-gebouw aan de Amsterdamse Basisweg staat – middenin de integrated newsroom – een glazen studio. Ervoor bevindt zich een simpele edit-set. Achter het glas staat Roel den Outer naast de presentatiedesk die is voorzien van het kanariegele De Telegraaf-logo. Hij is een van de vier nieuwschefs op de redactie, maar sinds kort ook anchorman. Den Outer is geschminkt. Hij heeft net de Nieuwsflits van 100 seconden voorgelezen. Het zijn korte bulletins die vier keer per dag live via de website van de krant worden verspreid. Snelle intro’s, gevolgd door veel beeld en verslagen van De Telegraaf-redacteuren die aanschuiven bij de anchor of zich live melden via het scherm in de studio vanaf de plek waar het nieuws zich voordoet.
Het is typisch Telegraaf-nieuws dat in de nieuwsflits aan bod komt: het ontvoerde hondje Goldy dat – ‘mede dankzij een verhaal in dagblad De Telegraaf’- weer terug is bij zijn baasje, een item, over ‘losgeknipte pinautomaten’ en groot nieuws uit de Verenigde Staten: Burger King gaat nu ook hamburgers thuis bezorgen. Den Outer wijst aan het einde ook nog even op de Privé-flits op de site: Privé-verslaggever Jan Uriot praat je bij over de teruggekeerde keelkanker bij Sylvia Kristel.
‘Het is eigenlijk heel simpel’, legt adjunct-hoofdredacteur Jan-Kees Emmer uit in het aan de newsroom grenzende gedeelte waar de hoofdredactie zetelt. ‘Er is sprake van krimp bij print. Willen we onze relevantie op peil houden dan moeten we onze eigen berichtgeving op meerdere platforms presenteren. Video is er daarvan één. En nergens zitten we zo dicht op het Telegraaf-DNA als hier op de redactie. Toen Piet Römer overleed kon Barbara Plugge aanschuiven en in een Privé-flits onmiddellijk een necrologie neerzetten. Maar ook de specialisten van Autovisie of Telesport komen aan de desk. Hier zit de kennis en expertise en klopt het Telegraaf-hart, dus Telegraaf-tv moet hier vandaan komen’, vertelt Emmer die in de hoofdredactie verantwoordelijk is voor video en online.
Den Outer begon vorig jaar mei ‘uit enthousiasme’ met het maken van webvideo. Het streven is straks ieder uur een live-bulletin te maken en zoveel mogelijk kruisbestuiving met de krant te creëren. ‘Stills uit een video kunnen soms als nieuwsfoto in de krant dienen. Omgekeerd vragen we fotografen voor de krant voortaan filmpjes te maken zodat we ze ook voor de Nieuwsflitsen kunnen gebruiken.’ Hij ziet zichzelf als aanjager van de redactie om het multimediale bewustzijn te vergroten. ‘Ik zoek ook naar talent onder verslaggevers en redacteuren die dit straks van mij over kunnen nemen.’
Dat Telegraaf-tv toekomst heeft is volgens Emmer evident, ook al strandden eerdere pogingen van de Volkskrant en NRC Handelsblad. Emmer: ‘In mijn beleving kwamen deze initiatieven te vroeg en probeerden ze teveel om echte televisie te maken. Wij maken webvideo en proberen de journalistieke kracht van de 250 Telegraaf-journalisten te bundelen. Kleinschalig qua opzet, maar wel met de potentie om te groeien. Nee, we doen geen mededelingen over bereik, maar ik kan zeggen dat het aantal videoviews de afgelopen jaar is vertwaalfvoudigd. Vorig jaar hadden we tien miljoen views. Nu dus het veelvoudige. Het explodeert.’
Recent besloot de NOS, als experiment, te beginnen met het gratis ter beschikking stellen van videomateriaal aan websites van dagbladen en grotere algemene nieuwswebsites, een advies van de commissie-Brinkman, die de innovatiekracht en de toekomst van de pers onderzocht.
De onderlinge concurrentieverhoudingen worden volgens de NOS niet verstoord omdat iedereen over hetzelfde materiaal kan beschikken. Wel stelt de omroep als voorwaarde dat nieuwsmedia slechts een deel van hun online videoaanbod uit NOS-materiaal laten bestaan.
Hoe beziet Emmer dit initiatief? ‘Ik heb grote twijfels. Het lijkt een nobel gebaar, maar het is wel degelijk marktverstorend. De markt wordt op deze manier namelijk overspoeld met gratis NOS-beelden. Het is een directe concurrent van onze eigen videoproducties, Telegraaf Video Media, maar ook voor andere private partijen als bijvoorbeeld Zoomin. De NOS eist dat je bij langere items de meegeleverde STER-reclame moet uitzenden. Op onze website zal ik de beelden dus niet snel gebruiken, want je kunt er niet je eigen prerolls (commercials voorafgaand aan de webvideo’s, red.) bij verkopen. Dat staat haaks op de belangen van de vrije markt.’
Praat mee