Een Maartje-voor-alles
De dag van een freelancer is gevuld met noodzakelijke maar vervelende klusjes. Het echte werk, fotograferen of schrijven, schiet er vaak bij in. Een paar freelancers hebben tot hun geluk journalistiek agent Maartje Wildeman leren kennen.
Op een dag, het werk zat erop, kreeg Maartje Wildeman, een telefoontje. Noodkreet vanuit Cairo, van een fotograaf uit haar team: ‘Ik voel me onveilig. Kun je een bodyguard voor me regelen?’ Binnen een half uur kon de journalistiek agent dankzij haar contacten en grote handelingssnelheid de fotograaf geruststellen. De bodyguard was onderweg.
Het verzoek past in het rijke takenpakket waarmee iedere werkdag is gevuld. Wildeman is sinds 2003 een duvelstoejager voor journalisten en fotografen, een ‘Maartje-voor-alles’ zoals ze door haar klanten liefkozend wordt genoemd. Ze heeft inmiddels elf mensen in haar ‘stal’, méér kan ze niet aan. ‘Als iemand belt, moet ik hem of haar teleurstellen. Ik zit vol. Er bestaat onder journalisten en fotografen grote behoefte aan mensen zoals ik, iemand die de zaakjes voor hen regelt. Ik begrijp dan ook niet dat ik de enige ben in Nederland.’
Voor het vak van Wildeman bestaat geen opleiding noch een naam. Zelf noemt ze zich persoonlijk of journalistiek agent, of kortweg agent, maar iedereen mag haar ook zaakwaarnemer noemen. Ze is de equivalent van een literair agent of een impresario voor een artiest. Ze vervult een strikt persoonlijke rol, een functie die bij redacties of fotoagentschappen veelal ontbreekt. Vertrouwen is het sleutelwoord. ‘Ik werk met hun teksten en foto’s, hun herzblut. Dat realiseer ik me goed.’
De baan is haar komen aanwaaien, zegt ze. Als bibliothecaris-documentalist was ze gewend om zich dienstbaar op te stellen, zo was haar ook op de Frederik Muller Academie geleerd. ‘Daarbij ben ik een verwoed krantenlezer en kan ik zaken goed en snel aan elkaar knopen’, vertelt ze. En fotografie heeft haar grote belangstelling. Ze was een paar jaar documentalist, onder meer bij het Nederlands Instituut voor de Dans. Daarna trad ze in dienst als fotoredacteur bij fotoagentschap Hollandse Hoogte, waar ze in contact kwam met fotograaf Jan Banning. ‘Alles kwam ineens bij elkaar, toen hij me vroeg een paar klusjes voor hem op te knappen als zijn manager’, zegt ze. ‘Mijn rol ontstond werkenderwijs. Het mondde uit in een goede, nog bestaande samenwerking.’
Banning kan zich het moment goed herinneren. ‘Ik kon het werk niet meer aan, het werd teveel. Ik ben niet gestructureerd en kon het niet bolwerken. Maartje nam en neemt me veel werk uit handen. Ik bel haar bijna iedere dag. Door Maartje kom ik meer aan fotograferen toe.’ Banning heeft zijn team intussen uitgebreid met een producent van tentoonstellingen, een redacteur en een galeriehouder die zijn werk verkoopt.
Na Banning riepen meer fotografen en schrijvende journalisten haar hulp in. De fotografen Martin Roemers, Chris Keulen, Leo van der Kleij, Robert Knoth, Mark Nozeman en Hannes Wallrafen, alsook de journalisten Linda Polman, Arita Baaijens, Bette Dam, Tsjitske Lingsma en Minka Nijhuis rekent ze tot haar clientèle. ‘Zij komen met een vraag en ik voer die uit’, omschrijft Maartje haar werk pragmatisch.
De werkelijkheid is hectischer dan die taakomschrijving doet vermoeden. De werkzaamheden variëren per klant en per project. In de ochtend checkt ze haar e-mails en maakt een lijstje. ‘Ik reageer op alles wat op me af komt’, legt ze uit. Haar werk bestaat onder meer uit subsidies aanvragen, begrotingen maken, contacten onderhouden met fondsen of uitgevers, maar ook hotelkamers reserveren. Op verzoek kan ze een project onder woorden brengen, want niet iedere fotograaf is een goede schrijver. Voor deze beroepsgroep begeleidt ze ook de productie van tentoonstellingen, verzorgt ze publiciteit met mediacontacten en zoekt ze potentiële opdrachtgevers. Wildeman: ’Alles in overleg met mijn mensen, en alleen als ze het vragen. Mijn invloed houdt op bij de inhoud of het maken van foto’s.’
Volgens fotograaf Chris Keulen is het inschakelen van een persoonlijk agent bijzonder handig. ‘Ze doet het graag, en beter dan ik kan’. Het zijn tijdrovende karweitjes die hem matig boeien. ‘Bij mij ontbreken vaak zin en durf. Vervelende klusjes, ergens achteraan bellen, die stel ik altijd uit. Nog iets: een fotoproject is mijn kindje. Maartje kan daar sneller, zakelijker en koelbloediger mee omgaan. Ze krijgt meer voor elkaar.’
Wildeman beaamt dat: ‘Het is strategisch handig. Bij onderhandelingen heb je een good girl en een bad girl, je kunt het uitspelen. En als iemand ruzie maakt, kan de ander het sussen. Bovendien, het is toch heerlijk om als freelancer een sparringpartner te hebben?’
De roep om een persoonlijk assistent onder fotografen is groot, weet Keulen. Grote fotoagentschappen bieden te weinig persoonlijke begeleiding, vindt hij. ‘Ze worden groot en log. Ze zeggen geen geld of tijd te hebben om je te helpen. Niet slim, hoor. Een fotograaf heeft soms gewoon persoonlijk hulp nodig.’
Bij fotoagentschap Hollandse Hoogte, bureau voor tweehonderd fotografen, weerspreken ze Keulens analyse niet. Directeur Louis Zaal: ‘Het klopt, er is geen tijd en geld voor individuele begeleiding. We helpen wel groepen fotografen, zoals nieuwsfotografen. Die bieden we bijvoorbeeld workshops aan.’ Hij zegt dat Hollandse Hoogte door de vraag van de markt tot archiefbureau is uitgegroeid, met weinig begeleiding voor individuele fotografen. Het bureau is ruim 25 jaar geleden wel als klein agentschap voor fotografen begonnen. ‘Maar ons bureau, in deze vorm, kan geen individuele begeleiding meer bieden. Het is mooi dat Maartje dat wel doet, ik heb er bewondering voor. Zij stapt in iets wat wij niet kunnen brengen. Wij hebben helemaal geen behoefte om haar weg te concurreren.’
Het werkveld van fotografen is de laatste jaren sterk vergroot. De behoefte aan assistentie richt zich ook op andere marktsegmenten. Veel documentaire fotografen zoeken de kunstmarkt op, aan particulieren of musea valt meer te verdienen. Maar zakelijk succes vraagt om het aanboren van nieuwe contacten, kennis van de kunstwereld en het aanspreken van niet-natuurlijke disciplines. De schaal van het werk wordt te groot.
Wildeman vindt dat ze voor dat werk in de wieg is gelegd: ‘Ik ben een sociale contactdoos, ik stap op iedereen af. En ik sta voor een zaak. Niet alleen aardig zijn, maar ook iets voor elkaar krijgen. Beleefd zaken doen. Als een rekening niet is betaald, krijg ik het in twee dagen voor elkaar. Mijn mensen noemen me hun huurmoordenaar, werkend met een mes tussen de tanden.’
Bij alles wat ze doet, denkt ze aan geld. Ze vindt gebrek aan zakelijkheid een zwakte van veel journalisten en fotografen. Als het boek maar uitgegeven wordt, het geld komt later wel. ‘Mijn klanten zijn dat stadium voorbij’, zegt ze. ‘Die willen serieus genomen worden.’
De inzet van Maartje vraagt wel om een investering. De persoonlijk agent kost geld. Niet veel, vindt ze zelf: 35 euro per uur. ‘Eigenlijk te weinig, maar ik kan ervan bestaan. En af en toe krijg ik een douceurtje.’
Haar klanten lijken niet om dat bedrag te malen. Banning: ‘Ik denk niet in kosten en baten. Maartje geeft me geestelijke rust. Het regelen van twintig zaken op een dag levert mij een partij stress op, dat niet in geld is uit te drukken. Ik draai bovendien goed, dus ik kan het missen.’ Ook Keulen zegt Maartje voorlopig niet aan de kant te zetten: ‘Financieel slaat het hebben van een eigen agent in haar voordeel door. Ze is geen dure kracht, eerder een plezierige en nuttige aanvulling.’
Journalistiek auteur Linda Polman vindt ook dat het inhuren van Wildeman ‘uiteindelijk zichzelf terugverdient.’ Ze werken nauw samen, sinds de totstandkoming in 2008 van haar boek ‘De Crisiskaravaan’, over de wereld van de noodhulpindustrie. Het – ook internationale – succes schrijft ze voor een deel toe aan haar agent. Van het boek zijn meerdere drukken verschenen en het is in tien talen vertaald. ‘Maartje is bijna onmisbaar geworden,’ zegt ze. ‘Zo’n boek is je eigen kindje, heel dichtbij, maar zij zit me op de hielen en duwt me vooruit. Zonder haar had ik niet zo’n inzet, tempo en motivatie.’
De weldadige mentale steun is voor haar nog belangrijker dan het financieel gewin. Als freelancer voelt ze zich ze meer op haar gemak, dankzij de nabijheid van haar agent. Polman: ‘Een freelancer zit in zijn eentje achter een bureau. Maar als mij iets niet lukt, moedigt ze me aan. Ze leest mijn werk en vindt alles wat ik doe mooi! Wat is er belangrijker dan iemand die trots op je is? Ik kan het echt iedereen aanraden: neem een persoonlijk agent. Collega’s willen allemaal haar telefoonnummer, maar helaas: ze zit vol.’
Wildeman: ‘Ja, ik zit vol. Ik zou een franchiseonderneming kunnen beginnen. Wil ik niet, keep life simple. Ik wil die stress niet.’
Praat mee