De week van Jan Hoedeman, waarin hij 25 jaar koningshuisverslaggeving memoreert

Jan Hoedeman volgt het koninklijk huis al 25 jaar op de voet voor Volkskrant en AD. Deze week presenteerde hij zijn boek De achilleshiel van de koning. ‘Koningshuisverslaggeving bevindt zich nu in een tussenfase. Over tien jaar krijgen de kinderen van Willem-Alexander en Máxima partners en zal het weer aantrekken.’ Onderaan dit interview vind je een voorpublicatie van het hoofdstuk Willem-Alexander slaat brug naar serieuze pers uit dit boek.
Jan Hoedeman (62) versloeg onder meer de royalty-huwelijken van de prinsen – met ‘introuwende burgerdames’, de Zorreguieta-crisis, de overlijdens van Claus, Juliana en Bernhard, de abdicatie van Beatrix en de inhuldiging Willem-Alexander.
Aan het begin van deze eeuw richtte hij de Vereniging Verslaggevers Koninklijk Huis (VVKH) op, met verslaggevers van de ‘serieuze pers’, die zo nu en dan achtergrondgesprekken voerden met leden van het koninklijk huis. Later kwamen daar ook de collega’s van de roddelpers bij.
Uit het boek valt op te maken dat de VVKH op sterven na dood is, hoe komt dat?
‘De vereniging (waarvan Jeroen Snel voorzitter is, red.) slaapt en wordt ook geen nieuw leven meer ingeblazen. De roddelpers en de serieuze media kunnen blijkbaar moeilijk onder één vlag opereren. De Rijksvoorlichtingsdienst heeft daarom alle journalisten individueel uitgenodigd voor een reeks sessies met leden van het koninklijk huis - rijp en groen en serieuze- en roddelpers door elkaar.
25 jaar geleden was een hele andere tijd. De monarchie stond destijds aan de vooravond van een reeks historische gebeurtenissen. Serieuze media hadden hun mensen daar op afgestuurd. Dat is nu minder. Er is meer oog voor glamour en Instagram. Koningshuisverslaggeving bevindt zich in een soort tussenfase, er staan geen grote dingen te gebeuren. Over tien jaar krijgen de kinderen partners en gaat het weer aantrekken.
Onder koningshuisverslaggevers zijn overigens mensen die vinden dat er achtergrondgesprekken moeten komen met Amalia. Maar ja, ik zou zeggen: laat iemand van 18 jaar rustig een beetje volwassener worden voordat ze op ons wordt losgelaten. Willem Alexander was ook een dertiger toen hij dat soort gesprekken ging voeren.’
Geen koninklijk huis in Europa dat zich een corona-blunder heeft durven permitteren, maar wij hadden er liefst vier
Is royalty-verslaggeving een beetje saai geworden?
‘Nee, dat zeg ik niet. De coronaperiode was verschrikkelijk interessant vanwege de bloopers van Willem-Alexander. Geen koninklijk huis in Europa dat zich een corona-blunder heeft durven permitteren, maar wij hadden er liefst vier: de eerste was de foto bij een Griekse restauranteigenaar - waarbij Willem-Alexander met een mondkapje in zijn hand staat. Daarna kwam de vakantievlucht naar Griekenland, in de week dat de Nederlandse bevolking werd gemaand thuis te blijven.
Vervolgens waren er - tijdens de zware lockdown, waarbij je niet meer dan drie mensen mocht uitnodigen – tientallen mensen uitgenodigd voor de verjaardag van Amalia, waarvan er twintig kwamen opdraven. En aan de vooravond van een EK voetbalwedstrijd toog de koning naar een Haagse volkswijk om daar vervolgens iedereen een hand te geven. Dat was ook heel bijzonder. Als je je zo gedraagt distantieer je je van het volk en maak je je eigen regels. Dan heb je dus wel een probleem.’
Koningshuisverslaggevers lijken soms wat gewichtig te doen – zo blijkt ook uit het boek. Ze kennen alle tradities rond de troon, spreken soms in jargon, terwijl: nu de koning geen invloed meer heeft op de kabinetsformatie is zijn rol toch nog uitsluitend procedureel?
‘Nou, dat vind ik niet. Hij is nog steeds lid van de regering, Hij ontvangt nog ministers en ziet iedere week de minister-president. Hij krijgt de ministerraadstukken en hij tekent alle wetten. Dat laatste is procedureel, want hij gaat tot nu toe niet dwarsliggen. En dat ligt ook niet voor de hand, dat snapt hij heel goed. Beatrix heeft dat trouwens ook nooit gedaan.
Daarnaast is zijn rol: samenbinden, vertegenwoordigen en aanmoedigen. Dat doet hij goed - het is niet alleen maak kommer en kwel – en dat wordt ook in mijn boek beschreven. Maar het is voor hem zo jammer dat al het harde werken een beetje in de soep is geraakt doordat hij zijn privédomein oprekt ten koste van het koningschap. Want het vertrouwen in de monarchie is na de eerste zes jaar van zijn koningschap met tientallen procenten naar beneden gegaan.
Want door die corona-incidenten krijgt zo’n speedboot (die de koning bij zijn vakantiehuis in Griekenland heeft liggen) ineens meer gewicht en gaan mensen zich ook wat meer ergeren aan die enorme vakantievilla. Het vakantiehuis dat hij eerder in Mozambique liet bouwen was achteraf ook zo’n gevalletje waarbij het privédomein botste met de functie. Dat is echt een patroon bij de koning, waarmee hij de monarchie in gevaar kan brengen. Het wachten is op nieuwe incidenten.’
Onder koningshuisverslaggevers zijn overigens mensen die vinden dat er achtergrondgesprekken moeten komen met Amalia. Maar ja, ik zou zeggen: laat iemand van 18 jaar rustig een beetje volwassener worden voordat ze op ons wordt losgelaten.
Je overhandigde het eerste exemplaar in Nieuwspoort aan Alexander Pechtold
‘Ja, in zijn toespraak bepleitte hij het volgende: zouden we Willem-Alexander niet gewoon zijn klus laten afmaken en vervolgens Amalia – en onszelf – verlossen van de monarchie, in plaats van dat dit gebeurt aan de hand van een vervelende affaire. Want het wordt steeds complexer om in deze tijd het koningschap te blijven behouden. En doe het dan zindelijk en neem die beslissing nu je er nog goed over kunt debatteren en nog 20 jaar de tijd hebt om het in de grondwet goed aan te passen.
Wat vind jij van dat voorstel?
‘Een interessante optie, die ik nog niet eerder had gehoord. Ik sta hier neutraal in. Ik slaap geen moment slechter als de monarchie blijft, en als het een republiek wordt evenmin. In mijn rol ik wil niet weggezet worden als “die monarchist” of “die republikein”. Dan heb je geen positie, omdat alles wat je dan te berde brengt wordt weggezet als: oh, daar heb je hem weer met z’n monarchieperspectief. Daarom zeg ik ook niet op welke politieke partij ik stem. Als parlementair verslaggever moet je dat gewoon niet doen.’
Voorpublicatie uit De achilleshiel van de koning
Willem-Alexander slaat brug naar serieuze pers
Het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima wordt een klein jaar later voltrokken op 2 februari 2002. Nederland is weer even verenigd, terwijl premier Wim Kok afscheid gaat nemen en Ad Melkert hem opvolgt als partijleider en – wie weet – als minister-president. Pim Fortuyn stijgt fors in de peilingen voor de Tweede Kamerverkiezingen van mei.
Er lijkt schot te zitten in de zaak van ons verzoek met de hele Vereniging Verslaggevers Koninklijk Huis om ken- nis te gaan maken met Willem-Alexander en Máxima. Eef Brouwers laat op 12 november 2001 nog weten onder het kopje ‘Verzoek tot informeel gesprek met Z.K.H. de PvO en mevrouw M.Z.’ dat het verzoek is besproken met het paar, maar dat het hem spijt dat het niet zal worden gehonoreerd. Toch zijn Willem-Alexander en zijn secretaris Jaap Leeuwenburg voor flexibeler contacten met de pers en zien een verschil tussen de serieuze pers en de roddelmedia.
Brouwers hanteert op het ministerie van Algemene Zaken de lijn dat hij wel vertrouwen heeft in een achter- grondgesprek van het driekoppige bestuur met het paar. Maar dat het gaat lekken als de hele vereniging informeel gaat praten met Willem-Alexander en Máxima. Brouwers vreest publicitaire ongelukken met een grote groep journalisten. Als bestuur hebben wij op onze beurt geen zin om op het paleis te gaan praten zonder onze leden. Dat zal terecht irritatie oproepen. Brouwers zegt in een tweede contact hierover in de zomer van 2002: ‘Jullie liggen boven op de stapel!’ Ik laat weten dat ons verzoek weer onder op de stapel kan zolang we niet met zijn allen kunnen komen. In een contact met een hofdignitaris leg ik onze positie uit. Hij suggereert: ‘Als jullie een gesprek van het bestuur nu eens als opmaat zien naar een verenigingsbreed gesprek?’ Dat is een formule waarmee ik wel mee uit de voe- ten kan. Als dat gesprek niet goed verloopt, kunnen we in de terugkoppeling vertellen dat de opzet het bereiken van een ontmoeting met het paar voor de hele vereniging was.’
‘Heb geduld, het komt goed,’ belooft hij.
We zijn bijna anderhalf jaar verder als er na het eerste contact dan witte rook van Brouwers komt. Hij schrijft: ‘Graag herinner ik u nog even aan de afspraak van het bestuur van de vvkh met Hunne Koninklijke Hoogheden de Prins van Oranje en Prinses Máxima der Nederlanden. Het gesprek is strikt vertrouwelijk van aard en voor de prins en prinses bedoeld als kennismaking met het fe- nomeen van uw vereniging.’ En: ‘Voorts kan het gesprek wellicht een aanzet zijn tot een ontmoeting met alle leden van de vereniging. […] Het gesprek met het bestuur vindt plaats maandag 3 februari 2003, van 16.00 tot uiterlijk
17.00 uur in het woonhuis van het paar, Noordeinde 66, te bereiken via Paleis Noordeinde, ingang achterzijde aan de Prinsessewal.’ We gaan dus via de achteringang bij de Koninklijke Stallen naar het woonhuis.
Theo Verbruggen, Barenda Grutterink en ik spreken van tevoren af in zo’n typisch Haagse lunchroom. Ik suggereer Theo dat we onze notitieboekjes maar in de binnen- zak moeten laten, anders schieten ze allemaal in de stress. Een kwartier voor de afspraak melden we ons bij de marechaussees, die onze paspoorten controleren. We worden binnengelaten in een ruime wachtkamer met veel rood pluche en een leestafel. Opmerkelijker is dat het enorm muf ruikt. Daarvoor geeft Eef Brouwers die binnenkomt een curieuze verklaring: deze kamer is van prins Hendrik geweest. Hij kijkt er ondeugend bij.
Adjunct-secretaris Van der Werf haalt ons op en we lopen door de marmeren gangen van Paleis Noordeinde. Op een gegeven moment gaan we buitenom een trapje af en daar staan Willem-Alexander en Máxima in de deur- opening. Er worden handen geschud en ze gaan ons voor naar hun woonhuis.
We nemen plaats in een kamer met een donkerbruine ovale tafel met bij iedere zitplaats kleine blocnotes met rode potloden. Op de tafel is een marmeren plaatje met een bel gemonteerd. Daar zal Willem-Alexander gaan zit- ten om na een druk op de knop de lakei in livrei binnen te laten komen voor de thee. Hij lijkt op zijn gemak en ge- draagt zich als een voorkomende gastheer, maar hij heeft een duidelijke agenda met dit gesprek, zoals we later die middag verrast zullen vaststellen als we weer naar buiten lopen.
Theo, Barenda en ik hebben ons ieder bekommerd om een gespreksonderwerp. In de brief van Brouwers staat: ‘De bedoeling is dat van uw kant wordt uitgelegd waarom de vereniging is opgericht, wie wel of geen lid kunnen zijn, wat de vereniging denkt te kunnen betekenen in de relatie met het Koninklijk Huis.’ Willem-Alexander opent het ge- sprek en zegt dat ze ons ontvangen, omdat we als bestuur tenslotte de hele vereniging vertegenwoordigen.
Dan vertel ik dat ik als nieuwkomer in de koningshuis- verslaggeving meeging naar de Antillen voor het werkbezoek van de koningin, en als een antropoloog keek naar hoe hofhouding en verslaggevers met elkaar optrokken maar toch ook weer helemaal niet. Ik proefde onder jour- nalisten het gevoel niet serieus te worden genomen.
Het lijkt me nuttig dat een vereniging als de vvkh zou bestaan na een periode van relatieve publicitaire rust. De komende jaren zal er veel nieuws uit het Koninklijk Huis komen, en het zou fijn zijn als de verhoudingen wat geprofessionaliseerd worden. Dat we graag goedgeïnformeerd onze verhalen schrijven en niet met een natte vinger. ‘Ik geef onmiddellijk toe dat deze niche in de polder het aller- laatste stukje is dat nog niet was georganiseerd.’ Hilariteit bij het paar.
Willem-Alexander vraagt wat de knelpunten zijn die we ervaren. Dan vertel ik wat ik meemaakte op de Antillen tijdens het persgesprek. Dat de koningin woedend werd over mijn vraag. En dat de rvd van tevoren iedereen onder druk zette met de mededeling dat er geen vragen gesteld mochten worden die niet over het werkbezoek gingen. Met het weinig subtiele dreigement dat wie daar van af- wijkt voor de andere collega’s alle toekomstige gesprekken met het staatshoofd in de waagschaal stelt.
Maar soms is er een dwingende journalistieke nood- zaak om een actualiteit aan de orde te stellen die buiten het kader van een reis valt. Ik kan niet uitleggen aan mijn hoofdredacteur dat ik zo’n vraag niet stel, omdat het niet mocht van de rvd.
Willem-Alexander antwoordt dat hij heeft gehoord van het incident. De inhoud van de vraag wordt niet benoemd, namelijk of Beatrix alle commotie rond de aanstaande schoonfamilie vervelend vond. Zo’n vraag moet je in ieder geval kunnen stellen, zelfs al komt er geen antwoord op. Dan is de vraag in ieder geval gesteld; wij gaan niet over het antwoord. Waarop Máxima schalks zegt dat ze dat niet wist, dat het goed is dat je dan niets zegt. Er wordt hard gelachen, we prevaleren in ieder geval een echt ant- woord. Willem-Alexander vertelt dat hij over Zorreguieta een vraag in vijf of zes varianten kreeg in New York, toen hij de pers te woord stond, ook van ‘vreemde verslaggevers’. Daarmee doelt hij op algemeen verslaggevers die niet het Koninklijk Huis volgen.
Dan komt ter tafel wat de criteria zijn voor het lidmaat- schap. Barenda Grutterink leest artikel drie voor: ‘Leden van de vereniging kunnen worden degenen die regelma- tig en serieus verslag doen, volgens algemeen aanvaarde journalistieke normen, van gebeurtenissen die betrekking hebben op het Koninklijk Huis. Leden moeten een journalistiek medium vertegenwoordigen.’
Dat sluit de roddelpers dus uit. Willem-Alexander wil weten of het bestuur unaniem was over de kwestie rtl Boulevard, waardoor Peter van der Vorst werd geroyeerd. Dat was zo. Het gaf wel stevige discussie in de vereniging. Hoe gaan we eigenlijk met elkaar om, de serieuze pers en de roddelpers, wil Willem-Alexander weten. We vertellen dat je wel koffie haalt voor elkaar, maar het uitwisselen van informatie, daar is geen sprake van. De vertrouwensband die serieuze media onderling hebben, is er niet met de roddelpers.
Op hun beurt vertelt het paar dat ze in de aanloop naar de verloving al heel wat te stellen hebben gehad met die andere pers. Willem-Alexander mocht er wel aan ge- wend zijn, maar Máxima werd in een soap getrokken die ze nooit had kunnen bevroeden. Máxima is verwonderd waarom de belangstelling zo groot is voor haar broers en zussen. Willem-Alexander laat de term ‘versoaping’ val- len, Theo Verbruggen zegt dat alle elementen daarvoor aanwezig zijn. De romantiek, de kwestie met de vader. Dat realiseren ze zich ook wel, peinzen ze, en ze beamen dat het iets is waarmee ze moeten leren leven.
Máxima verwondert zich over de belangstelling, waar ze ook komt. Mensen willen met haar op de foto. Ze be- schouwen het als een recht en worden soms heel boos als ze zegt dat niet te willen. En dan doen ze het toch. Mensen zeggen ook: ‘Natuurlijk begrijpen we dat, sorry.’ En dan staat ze nog een poosje met die mensen te praten, wat ze ook op prijs stellen.
Ze zien de pers vooral op hun reizen, zegt Willem- Alexander. En als het over watermanagement gaat, dan is de roddelpers er niet bij en is het heel ontspannen. Maar anders moeten ze in hun contacten de laagste gemene de- ler kiezen, dat is niet veel.
Theo Verbruggen zegt dat onze vereniging een prima informeel gesprekspodium kan zijn voor het paar. Dat ziet hij ook wel. Dan zegt hij iets waar we in het geheel niet op rekenden. Willem-Alexander zegt dat eens per maand misschien wat veel is, maar een of twee keer per jaar zou- den het paar en de vvkh elkaar wel kunnen ontmoeten. Hij benadrukt dat hij nu niet namens de hele familie spreekt, maar voor henzelf.
We zijn verrast, maar tonen dat niet. We koersen op een ontmoeting met het paar, maar hij stelt nu voor dat we het structureel maken, zo’n twee keer per jaar. ‘We kunnen ons voorstellen dat als u klaar bent met uw inburgering,’ zo suggereren we Máxima, ‘dat u vertelt hoe het was.’
Nu springt Brouwers in. Welke garantie heeft het paar dat er over zo’n informele bijeenkomst niets wordt gepu- bliceerd? Ik wijs erop dat tot nu toe alles goed is verlopen. De vvkh heeft inmiddels de rvd op bezoek gehad, de ceremoniemeester Monod de Froideville heeft verhaal ge- daan van zijn werk in de hofhouding, de vereniging heeft onder begeleiding van de rvd de uitvaartroute gelopen in Delft waar overleden Oranjes worden bijgezet, zonder dat er een snipper in de media terechtkwam.
Maar een bijeenkomst met het paar is toch wat anders, stelt Brouwers. Ik beaam dat, maar onze leden voeren vaker achtergrondgesprekken. ‘We kunnen daarvoor ver- antwoordelijkheid nemen.’ Nu moet Brouwers worden vastgespijkerd met een afspraak.
Willem-Alexander doet dan iets wat we niet snel zullen vergeten. Willem-Alexander zegt dat hij zich kan voorstellen dat Brouwers het wel verschrikkelijk druk zal hebben met de kabinetsformatie, maar daar kan hij best even tijd voor maken. Hier wordt Brouwers op zijn plaats gezet, wat wordt geaccentueerd doordat iedereen in lachen uitbarst. Het gesprek gaat verder, het paar is geïnteresseerd wanneer wij iets wel of niet de moeite waard vinden voor aandacht in onze media. De Oranjes publiceren op hun website de agenda van wat leden ondernemen. Willem- Alexander gooit een balletje op als voorbeeld. Als de koningin bij een molen gaat staan en op bezoek gaat bij de kantklosvereniging in Lutjebroek, dan staat er in de verslagen nooit bij waarom ze daar is. ‘Maar het anp is daar wel,’ zegt hij tegen Barenda Grutterink (anp). Het anp verslaat dan ook alles.
Ik schets dat media gespitst zijn op nieuwswaardigheid van een bezoek. Vele bezoeken van Oranjes aan de provincie zijn in potentie niet zo nieuwswaardig. Als ko- ningin Beatrix naar de Rotterdamse Millinx-buurt gaat en zich laat bijpraten over integratie, zullen veel media erbij willen zijn. ‘Maar als de koningin in Lutjebroek de kantklosvereniging bezoekt, maakt het Reformatorisch Dagblad een verhaal met foto, wordt ze omslag op het Kantklosmagazine maar blijft de Volkskrant thuis.’
Tegen het einde van het gesprek komt de Máxima-toer door Nederland ter sprake, waarbij ze alle provincies bezocht. Ze hebben die toer nu gemaakt, zegt Willem- Alexander, maar journalisten klagen dat ze steeds het- zelfde meemaken. Maar ze doen het niet voor hen, maar voor de provincies. Moeten ze dan alleen de regionale journalisten uitnodigen? Ik opper dat iedereen vrij moet zijn erbij te zijn. Wie zich genoodzaakt voelt ze allemaal mee te maken, moet dat vooral doen. Hij denkt niet dat ze nog eens gauw zo’n toer maken. Máxima zegt lachend dat niet te hopen.
De lakei komt binnen voor de derde ronde thee. Maar Willem-Alexander kan zich ook voorstellen dat we aan iets anders toe zijn. Resumerend zegt hij dat we het toch met elkaar moeten doen. Ze zijn nu eenmaal een gek instituut in een gek land.
Praat mee