Beetpakken, uitscheuren en ophangen
Het fotografenkoppel Bart Jansen (25) en Maxime Cardol (23) houdt van oude technieken. Ze fotograferen het liefst zwart-wit portretten met een analoge Hasselblad camera. Eerder maakten ze vijf digitale edities van hun magazine URBNTR (Urban Nature) met portretten, nu is er een printversie. ‘Fotografie leeft bij de gratie van print’, vinden ze.
Na de digitale edities van URBNTR op www.urbntr.nl, vonden ze het tijd om hun analoge fotografie tastbaar te maken. Jansen: ‘Het mooie van print is dat je het beet kan pakken, uit kan scheuren en op kan hangen. Het is minder vluchtig dan internet.’
Dezelfde reden waarom ze graag analoog fotograferen. Jansen: ‘Je gaat terug naar de oorsprong van fotografie. Met één rolletje kun je twaalf foto’s schieten en daar moet je het mee doen. Je denkt veel meer na als je een beeld maakt, je neemt meer tijd voor je werk. En het gevoel wat in de film zit, kun je digitaal niet krijgen. Het is sfeer, nostalgie en uitstraling.’
Via een crowdfunding project bij Voor de Kunst hebben ze ruim voor de deadline 2000 euro opgehaald. Jansen: ‘Bizar hoe snel het is gegaan, het nam op het einde een vlucht. Het is fijn dat mensen je een warm hart toedragen en achter je project staan. Dat geeft ons veel motivatie.’
URBNTR is geen glossy magazine maar een krant op tabloidformaat. Het telt 32 pagina’s in zwart-wit op ruw krantenpapier en is gratis verkrijgbaar in de zes BBROOD bakkerijen in Amsterdam. Qua inhoud ligt de focus op portretten, zoals bij de online versies maar nu ook mét tekst.
‘Naast de tien portretten, een modeserie en een tweetal interviews, zijn er ook bijdragen van drie andere jonge creatieven.’ Van hun fotografiewerk vinden ze portretten schieten het leukst. Jansen: ‘De kunst is om het verhaal van iemand in één beeld te vatten.’
Los van hun eigen analoge werk, fotograferen ze digitaal voor opdrachtgevers. Jansen richt zich meer op journalistieke reportages, Cardol op modefotografie. Jansen: ‘Maar hopelijk komt de focus in de toekomst meer op portretten te liggen.’
Praat mee