Ad Bloemendaal (1948-2014)
Toen ik zondag hoorde van het plotse overlijden van Ad Bloemendaal en even zijn naam op Google intikte, was de allereerste link een tirade tegen “de zionist Ad Bloemendaal die al sinds mensenheugenis de Israëlische propaganda ongeclausuleerd oplepelt’‘. Nu heb ik Ad als Israël-correspondent lang gevolgd, eerst als collega-correspondent en later als zijn chef, maar een zionistische propagandist hebben ik, noch naar ik aanneem de kranten die toch decennia lang zijn verhalen plaatsten, ooit in hem gezien.
Maar het is een lot dat meer correspondenten daar treft: voor de een ben je een zionist, voor de ander een antisemiet. Je doet het nooit goed. Altijd zwart-wit. Stellingnames horen bij het Midden-Oostenconflict. Maar Ad koos juist geen partij, hij zou het daar dan ook nooit 30 jaar hebben volgehouden. Hij was eerder afstandelijk, met oog voor de ingewikkelde geschiedenis van de regio, objectief voor zover mogelijk.
Flegmatiek ook, zelden zicht- of hoorbaar emotioneel over wat hij allemaal meemaakte. En dat was nogal wat. Hij versloeg alle hele en half mislukte vredesprocessen, de intifada’s, de oorlogen in Gaza en Libanon. Hij sprak allen die er in het Midden-Oostenconflict toe deden, van Arafat tot Rabin, van Abbas tot Netanyahu. Zijn voorkeur had het uitleggen, steeds maar weer, van de achtergronden.
Maar hij stond ook – soms letterlijk – met zijn voeten in het bluswater, of beter het bloed, als weer aanslagen waren gepleegd, er weer oorlog was of Palestijnse raketten vlakbij hem insloegen. Ook dan was hij geen avonturier die het gevaar opzocht, maar eerder een koele observator, een buitenstaander. Hij deed het ook het liefst op eigen houtje, zonder collega’s erbij. En misschien - of nee, wel zeker - hij deed het te lang. Dertig jaar op één post, waarvan het grootste deel voor dezelfde media – de GPD-kranten – is veel.
Dan raak je op elkaar uitgekeken. Dat was ook bij Ad het geval. De aandacht voor Israël en de Palestijnen ebde weg, de originele invalshoek was moeilijker te vinden. En er kwam steeds minder ruimte in de kranten voor reportages, en dan waren routinestukjes het logische gevolg, én de ergernis daarover. Uit Israël weggaan was misschien even, begin jaren negentig, een optie – hij wilde graag naar Amerika – maar daarna nooit meer.
Zijn Israëlische vrouw en kinderen kluisterden hem aan het land. Er waren veel discussies over geld, voor zijn oude dag had hij namelijk niet goed gezorgd, en hij maakte zich zorgen over wat er dan van hem en zijn gezin zou worden.
Daarom was het mooi om te zien hoe hij, na de ondergang van de GPD, een nieuwe kans kreeg bij de Volkskrant en die met beide handen aangreep. Een reeks prachtige verhalen was het afgelopen jaar het gevolg. Niks uitgeblust dus, er viel nog zo veel te vertellen over Israël en de Palestijnen.
Het heeft helaas niet langer mogen zijn.
Hans de Bruijn
ex-correspondent en chef buitenland GPD