Jan de Vos (1923-2013)
Opnieuw is een gezichtsbepalende docent van de School voor Journalistiek overleden. Op zaterdag 19 januari 2013 overleed oud-journalist, oud-docent en oud-adjunctdirecteur Jan de Vos. ‘Dood is niet speciaal, gewoon het einde van mijn journalistiek verhaal. 90 jaar was mijn aardse bestaan, tijd om te gaan’, stond op zijn kaart.
Jan was – na een periode bij Het Vrije Volk – lange tijd aan de School verbonden. Eerst in de Palmstraat en later aan de Ravellaan. Maar ook toen de opleiding was verhuisd naar de Padualaan, was hij nog regelmatig op de school te vinden. Als gecommitteerde, maar ook als belangstellende in alle veranderingen en ontwikkelingen in het onderwijs. Die volgens hem niet altijd een vooruitgang waren.
Tot kort voor zijn dood bleef hij die belangstelling houden. ‘Hoe is het op het “instituut”?’ vroeg hij dan. En als je het hem dat in grote lijnen vertelde, kwam er doorgaans de vraag: ‘Maar jullie doen toch nog wel genoeg aan vaardigheden?’ En het was dan verstandig om die bevestigend te beantwoorden.
Jan wist altijd nog heel veel namen van studenten. ‘Die zag ik gisteren nog op Het Journaal. En die werkt nu bij NRC*Handelsblad.’ En dan volgde meteen trots: ‘Heeft nog les van mij gehad.’.
Behalve voor de school had Jan ook grote belangstelling voor de wereld om hem heen. Hij bleef in hart en nieren journalist. ‘Bij het ontbijt nemen Anna en ik de wereld door’, zei Jan dan. En je zag het voor je. Jan en Anna omringd door stapels kranten en af en toe de gemeenschappelijke verontwaardiging over ontwikkelingen in Nederland en daarbuiten.
En als Jan geen eigen abonnement op een krant had, stelde hij het zeer op prijs als je jouw kranten voor hem meenam. Hij was vooral geïnteresseerd in de bijlage Letter en Geest van Trouw. En als er een nummer ontbrak zou hij je het liefst terug naar huis sturen om het ontbrekende nummer te halen. En op de fiets. Want hij fietste toch ook zelf - tot op hoge leeftijd - van zijn woonplaats De Bilt naar de caravan en boot in Loosdrecht. En midden op de dag nog even terug als hij iets vergeten had.
De laatste keer dat we Jan ontmoetten, hadden we het boek van Hans Laroes voor hem meegebracht. Daarin wordt hij met name genoemd als een ‘inspirerende’ docent. Een beter cadeau hadden we niet kunnen bedenken. Hij was ontroerd. ‘Mijn naam blijft voorleven’, zei Jan met lichte zelfspot. En: ‘Daar doe je allemaal voor. Voor de studenten. Voor niemand anders’.
Inderdaad, daar doe je het allemaal voor.
Nico Kussendrager