Zwijgplicht OM voor publicisten
Het Openbaar Ministerie legt drie publicisten en Edwin de Roy van Zuydewijn een zwijgplicht op over een incestzaak op straffe van vervolging wegens smaad. Ten behoeve van een nimmer verschenen boek heeft onderzoeksjournalist Ton Biesemaat in juni 2005 Edwin de Roy van Zuydewijn uitgebreid geïnterviewd. Voor die opnamen geldt nu een publicatieverbod opgelegd door justitie. Zelfs het publiceren over het bestaan van de banden kan als smaad worden opgevat. Advocaat Egbert Dommering van Brinkhof Advocaten in Amsterdam denkt dat justitie hiermee binnen haar bevoegdheden blijft.
De recherche te Amsterdam heeft de banden destijds in beslag genomen, maar nadat ze waren uitgetikt. Van april tot juni 2008 publiceerde Biesemaat (hij is een verklaard criticaster van het Koninklijk Huis met vele publicaties over prins Bernhard op zijn naam en recent het boek Geheimen van Oranje) de gesprekken op de website Leugens.nl, met ondermeer uitgebreide beschouwingen over de relatie van De Roy van Zuydewijn met prinses Margarita Bourbon de Parme, de onenigheid met koningin Beatrix, vermeend zwartmaken namens het Koninklijk Huis, maar ook over praktijken bij zijn opdrachtgever Bouwfonds, signalen uit 2005 reeds die later als ‘De Bouwfraude’ bekend zouden worden.
Biesemaat deed geen nader onderzoek naar het waarheidsgehalte van de beweringen, maar liet wel enkele al te gevoelige privézaken weg. Zo publiceerde hij de bespreking over een gerucht over incest in de familie De Parme niet wegens de ernst van de zaak.
Echter, Biesemaat vertrouwde banden ook toe aan Matt Hoorn, ondermeer publicist op internet. Hoorn deed navraag bij de advocaat van Margarita, Germ Kemper, en publiceerde niet zelf. Hij gaf ‘het verhaal’ door aan collega Leo van Rooijen, die op het inmiddels opgeheven en verdwenen Zijonline.nl publiceerde.
De broer van Margarita, Carlos jr., deed daartegen in Amsterdam aangifte wegens smaad en de recherche nam de banden uiteindelijk bij Campus TV in beslag. Biesemaat meldde zich als getuige bij de recherche Amsterdam en eiste zijn banden terug. Hij werd echter verhoord als verdachte en kreeg de banden ook na herhaalde verzoeken niet terug.
Nu, vier jaar na dat contact en drie jaar na de publicatie, laat Hoofdofficier van Justitie te Amsterdam Theo Hofstee in brieven aan het viertal het volgende weten: “Op die tape is te horen dat een zéér geïrriteerde/geëmotioneerde De Roy van Zuydewijn een aantal uitlatingen doet omtrent hetgeen hij - naar zijn zeggen - heeft gehoord van zijn toenmalige echtgenote, Margarita de Bourbon de Parme. Niet alleen blijkt de heer de Roy van Zuydewijn zeer geagiteerd te zijn, maar vervolgens ontspint zich ook een korte discussie over de vraag of dit verhaal geloofwaardig is. Op dezelfde tape is ook te horen dat dezelfde De Roy van Zuydewijn zegt dat zijn toenmalige echtgenote “in haar eigen leugens is gaan geloven”.
Volgens het OM is de geloofwaardigheid van de bewering door Biesemaat en De Roy dusdanig in twijfel getrokken dat “een ieder die dat naar buiten brengt moet beseffen dat er een gerede kans is dat hij zich schuldig maakt aan smaad, smaadschrift of belediging.”
Hoorn en Van Rooijen zijn voor het OM dus verdachte van ‘smaadschrift’ en Biesemaat en De Roy van Zuydewijn van ‘smaad’. Temeer daar volgens het OM ‘het incestverhaal’, ook als het als onwaarschijnlijk wordt gepubliceerd, kan blijven hangen in de publieke opinie als ‘waar rook is, is vuur’. Bovendien betreft het publieke personen die volgens het OM “uit hoofde van hun afkomst “publiek” zijn, daarin dus ook geen vrijheid hebben en zich uit dien hoofde moeilijk kunnen verweren. Zij zijn in dit opzicht extra kwetsbaar.”
Om diezelfde reden ziet het OM af van vervolging: opnieuw oprakelen kan veel publiciteit teweeg brengen die schade kan aanrichten aan de familie Bourbon de Parme. “Ik acht dat ongewenst.” Ook is een lange tijd verstreken sinds de publicatie in 2007 en de aangifte.
Echter, aan het sepot koppelt het OM een ‘proeftijd van twee jaar’. “hernieuwde publiekmaking van dit zogenaamde incestverhaal - ook naar aanleiding van deze sepotbeslissing - kan een nieuw strafbaar feit opleveren van smaad of smaadschrift. Alsdan het argument van tijdsverloop dat mede aan dit sepot ten grondslag ligt, niet meer van toepassing en zal ik niet aarzelen alsnog tot vervolging over te gaan.”
Feitelijk legt het OM een zwijgplicht op aan het viertal. Is dit een juridisch unicum en wettelijk mogelijk? Advocaat Egbert Dommering van Brinkhof Advocaten in Amsterdam hierover: “De Officier oordeelt dat
hij de feiten voldoende acht om voor smaad te vervolgen, maar dat hij gezien het tijdsverloop van vervolging afziet.
Hij past daarbij de leer van het voorwaardelijk opzet toe: publiceren of daaraan meewerken terwijl je met de niet te verwaarlozen kans rekening houdt dat het bericht onjuist is. Rechters in Nederland kunnen bij een onrechtmatige uitlating een verbod voor de toekomst uitspreken voor het doen van een soortgelijke mededeling.
Het voorwaardelijk sepot is ook daartoe beperkt. Ik denk dat dat kan. Overigens verhindert dit niet openbare mededelingen te doen op grond van nieuw bewijsmateriaal. Het voorliggende materiaal lijkt in ieder geval onvoldoende.”
Praat mee