Wijnberg: ‘We zitten op 5 procent’
Rob Wijnberg, hoofdredacteur van De Correspondent, is door Villamedia uitgeroepen tot Journalist van het Jaar 2013. In oktober ging zijn journalistieke avontuur echt van start. 'We zitten nu op 5 procent van wat ik inhoudelijk wil bereiken.'
Hoeveel leden heeft De Correspondent nu?
Rob Wijnberg: ‘Even kijken op de website. Iets meer dan 25.000. En elke dag komen er 40 tot 50 mensen bij. En dat zonder dat we echt reclame maken. We hebben wel Ernst-Jan (directeur, red.) natuurlijk. Onze stukken zijn de reclame. Bestaande leden delen de artikelen met niet-leden. Die komen dan op de site en worden lid. Bijvoorbeeld het verhaal ‘Waarom arme mensen domme dingen doen’ werd veel gedeeld. Dat is om te beginnen een goede kop, maar het stuk is ook goed. En dan gaat het om de klassieke elementen: goede informatie, goed opgeschreven. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld het stuk van Rutger Bregman waarin hij beschrijft dat minder werken de oplossing voor veel problemen is.’
Hoe belangrijk was bij de start van het project in maart het bezoek bij De Wereld Draait Door voor de abonneewerving?
‘Bijna noodzakelijk als je heel veel mensen in één keer wilt bereiken. Als we daar niet hadden gezeten, dan was het helemaal niet zeker geweest dat de start was gelukt. Toen gaven mensen geld zonder dat er nog maar iets was.’
Wat voor soort stukken worden het meest gedeeld en leveren dus het meeste abonneegroei op?
‘Ons uitgangspunt is dat we verhalen maken die meer inzicht geven in de dieper liggende structuren van onze maatschappij. Wij volgen niet de nieuwsagenda van de andere media, maar proberen ons af te vragen wat de echte vragen zijn waar mensen mee bezig zijn. En het zijn precies die stukken die het meeste worden gedeeld. Het mooie van publiceren via internet is, dat je dat precies kunt volgen.’
En daarmee heeft Rob Wijnberg snel na de start van De Correspondent het gelijk al aan zijn kant. Er zijn voldoende lezers te vinden die naast de waan van de dag ook behoefte hebben aan duiding, uitleg, grip op de zaak. En die lezers willen daarvoor ook nog eens betalen.
Wijnberg: ‘Het valt alleen niet mee om duidelijk te maken dat ik daarmee niets tegen andere media heb. Ik wil juist dat de NOS een verslaggever naar een ongeluk stuurt. En dat De Telegraaf er is en NRC Handelsblad. Dat ik mij meer thuis voel bij de NRC wil niet zeggen dat De Telegraaf daarmee bullshit is. En er is niet één soort nieuws. Bij de NOS zouden ze eigenlijk moeten zeggen “Een journaal” in plaats van “Het journaal”.’
Elke maandag vergadert de redactie van De Correspondent in filmmuseum Eye tegenover de redactie. Wijnberg: ‘De correspondenten vertellen waar ze mee bezig zijn en wij praten samen daarover. De redacteuren zijn vrij in wat ze doen. We proberen elkaar te helpen en verder te brengen. De mensen die hier werken, kennen het uitgangspunt en schrijven dus geen achtergrond bij het overlijden van Mandela. Wij willen mensen nieuwe inzichten geven. We noemen dat Breaking New in plaats van Breaking News, wat anderen doen.’
Wat is de volgende stap in de ontwikkeling van De Correspondent?
‘Het verbeteren van de techniek van de website. We willen dat de mensen die op de site reageren ook met elkaar in discussie kunnen gaan. En dat ze hun profiel beter kunnen invullen. Dat is het begin van het meer betrekken van de bezoekers van de site bij de verhalen en hun correspondent. De leden zijn de echte experts. Zij kunnen hun eigen “tuintje” op de site inrichten, rond de onderwerpen die onze correspondenten aansnijden. Dat is het mooie van internet. Je kunt heel veel informatie bij elkaar brengen. Correspondenten kunnen dossiers opbouwen en experts verzamelen zich rond die dossiers. Correspondenten worden dan ook gespreksleider.’
Hoe ver ben je met de ontwikkeling van De Correspondent?
‘Op 5 procent. We willen een kennis- en publicatieplatform worden waar je met eenvoudige vragen tot ingewikkelde vragen terecht kunt. Mijn droom is dat je voor elke vraag een antwoord vindt bij De Correspondent. Dat er talloze manier zijn om met je vraag via ons bij het antwoord te komen.’
Bouw je daarmee niet Google na?
‘Nee. Dat heeft geen zin. Het verschil met Google is dat bij ons de verteller belangrijk is. De correspondent is de spil met daaromheen de experts.’
Wanneer wil je op 100 procent zijn aangeland?
‘Ik hoop eind 2014 een heel stuk verder te zijn. Het duurt nog wel vijf jaar voordat we helemaal volgroeid zijn. Maar ik ben niet van de trage. Het moet allemaal wel een beetje snel.’
Lees ook:
– Juryrapport Journalist van het jaar 2013
– Interview in Villamedia: Weg van de nieuwsfabriek
- Eerdere winnaars Journalist van het Jaar
Praat mee