NPO en ANP samen in videodistributie
UPDATE De Nederlandse Publieke Omroep gaat samen met persbureau ANP onderzoeken hoe videonieuws naar Nederlandse media gedistribueerd kan worden. De studie past in het kader van de aanbevelingen die de commissie Brinkman deed, waar videocontent werd genoemd als mogelijkheid om kranten te steunen. Het zou dagbladen ontbreken aan middelen om zelf veel videocontent te produceren. De publieke omroep verklaarde zich al eerder bereid om content onder voorwaarden ter beschikking te stellen aan met name kranten. Harm Taselaar, hoofdredacteur van RTL Nieuws, stelt in een reactie dat het zakelijk gezien lastig wordt te concurreren met een publieke omroep die content "om niet of bijna om niet" kan weggeven. Taselaar: "Ik zie in het geheel ook wel een politieke component. Het ANP en de NOS zijn van ons allemaal, is daarbij het - onterechte - gevoel. Politiek Den Haag mag het ANP namelijk nog steeds graag beschouwen als een soort Nationaal Persbureau. In werkelijkheid is het ANP net zo'n commercieel bedrijf als RTL. Mocht de vrijage van de publieke omroep en het ANP uiteindelijk leiden tot een prachtige relatie, is dat een treurig voorbeeld van een publiek-private samenwerking die de markt nog verder verstoord, dan ze op dit moment al is.
Het ANP echter meent, bij monde van algemeen directeur Luc van Gompel, als “verkeersknooppunt voor de Nederlandse media” bij uitstek geschikt zijn om de videodistributie te verzorgen. Henk Hagoort van de NPO ziet samenwerking met het ANP als kans om “de journalistieke infrastructuur aan de basis te versterken”. De NPO tekende onlangs tevens een nieuw drie-jarig contract met het ANP voor levering van nieuws voor NOS Nieuws, de Wereldomroep en alle aangesloten omroepen.
Taselaar stelt dat er wel eens informele contacten zijn geweest tussen RTL en het ANP om het distribueren van video-nieuws te bespreken. “Wij hebben in principe ook een positieve grondhouding over samenwerking op dit vlak. Ik denk ook dat we met programma’s als RTL Nieuws, Editie NL en RTL Z veel te bieden hebben. Maar het is voor ons vanzelfsprekend ook wel gewoon zaken doen.”