Journalistieke rust in Haïti
WEBLOG Verslaggever Hans Jaap Melissen (Wereldomroep/NOS) is in Haïti en houdt voor Villamedia een weblog bij. “Je krijgt een privé-persconferentie,” grapt de woordvoerder van de Verenigde Naties (VN) als ik om 9 uur ’s ochtends als enige klaar zit voor de persontmoeting die drie keer per week wordt gehouden.
Maar dan druppelen even later toch nog vijf andere journalisten het zaaltje op de VN basis bij het vliegveld van Port au Prince binnen. Onder hen twee radiocollega’s van het Amerikaanse National Public Radio, de rest is Frans, Engels en Spaans.
Na twee weken weg te zijn geweest is het verdwijnen van het enorme aantal journalisten misschien wel de opvallendste verandering. De puinhopen zijn nauwelijks geruimd, lijken liggen er nog onder en tallozen zitten nog steeds in kampen. Deze ramp is niet zomaar opgelost, maar begint langzaam weer uit
het journalistieke zichtveld te verdwijnen.
Natuurlijk zitten er nog steeds collega’s, zelfs uit Nederland (Trouw bijvoorbeeld), maar in mijn hotel is het een fractie van twee weken geleden. Opvallend is dat degenen die er zitten vaak met lange termijn projecten bezig zijn. Een Amerikaanse documentairemaker. Een schrijfster voor een maandblad. Die hebben geen behoefte aan een persconferentie, die moeten gewoon zelf de straat op. Aan het eind van de bijeenkomst zegt de VN woordvoerder dat de persconferenties zullen worden teruggebracht naar twee keer per week. Ik zal die niet meemaken. Met wat nuttige telefoonnummers op zak stap ik achterop
de motor en rijd weer terug naar het chaotische, stoffige centrum van de stad die verder moet, maar nog niet goed weet hoe.
Lees ook:
Deel 1: De A2 naar Haïti