HOI wijzigt opzet voor oplagecijfers
Het HOI, Instiuut voor Media Auditing voert vanaf het eerste kwartaal van 2013 een nieuwe opzet in om verspreidingscijfers te meten en communiceren. De belangrijkste veranderingen zijn dat het oplage-instituut voortaan de categorieën print en digitaal integreert en dat de afzonderlijke printcijfers overzichtelijker worden gemaakt door het aantal oplagecategorieën binnen een titel te verkleinen.
Tot nu toe werden printuitgaven en digitale uitgaven van één titel door het HOI beschouwd als twee afzonderlijke titels. Dat is straks verleden tijd. Vanaf het nieuwe jaar presenteert het HOI twee kerncijfers per titel: ‘print totaal’ en ‘digitaal totaal’. Die mogen uitgevers zelf bij elkaar optellen; dat doet het HOI niet.
Onder digitale uitgaven vallen producten die betaald of gratis worden verspreid, een bladerfunctie hebben en op een scherm gelezen kunnen worden. Die uitgaven worden gesplitst in replica’s (een exacte kopie van de printtitel) en non-replica’s (afwijkend van de printtitel, denk daarbij bijvoorbeeld aan verrijkte iPad-apps zoals die van AutoWeek). Websites doen niet mee in de telling, en ook een app als die van NU.nl – die 24 uur per dag wordt ververst – niet.
Titels die zijn aangesloten bij het HOI hoeven hun digitale uitingen niet meer apart aan te melden. De aantallen van print en digitaal kunnen in het vervolg op één rapportageformulier worden ingevuld. Ook uitgevers met digitale titels zonder printtitel kunnen zich melden.
Tijdens de presentatie van deze nieuwe werkwijze gisteren in het Stedelijk Museum in Amsterdam, rezen wel wat vragen vanuit het publiek. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met alle krantenabonnees die bij hun papieren krant automatisch een inlog krijgen voor de digitale versie, maar die nooit gebruiken? Die tellen allemaal mee, was het antwoord. Vanuit de zaal werd gevreesd voor onzuivere cijfers. Een medewerker van NRC rekende voor dat de nieuwe telling zijn krant in een klap een oplagestijging van ongeveer 160.000 zou opleveren. Volgens het HOI is het echter aan de uitgevers en advertentiebureaus zelf om waarde aan de cijfers toe te kennen. Accountant Theo van Putten. ‘Wij meten daadwerkelijke oplage; niet het gebruik.’
Praat mee