word studentlid

— Geplaatst op maandag 19 april 2010, 15:29

Noodkreet uit een doolhof

Begeleiding, dagbesteding en re-integratieactiviteiten van mensen met meerdere psychosociale of psychische problemen werden tot voor kort geheel uit de AWBZ bekostigd. Nu is de financiering versnipperd en moeten aanbieders de vergoeding van hun diensten euro voor euro bij elkaar sprokkelen. Bij gemeenten stuiten zij op een gebrek aan kennis over Ggz-cliënten. Noodkreet uit een doolhof.

Bij Reakt, organisatie voor dagbesteding en arbeidsre-integratie in Zuid-Holland, komen cliënten met psychiatrische of psychosociale problematiek. Zij kunnen bovendien verslaafd zijn, een justitiële achtergrond hebben, dakloos en werkloos zijn. Afhankelijk van wat een deelnemer heeft en kan, biedt Reakt ondersteuning bij het opbouwen van sociale contacten, verantwoordelijkheid nemen voor kleine of grotere taken en arbeidsmatige activiteiten.

Definitie
De begeleiding van mensen met psychosociale problematiek, om hen weer aansluiting te laten vinden bij de maatschappij, is in 2009 uit de AWBZ gehaald. Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is dat een welzijnstaak geworden en dus een verantwoordelijkheid van gemeenten. In 2010 is de ondersteuning van cliënten met ‘lichte’ psychiatrische problemen aan de beurt. Sinds 1 januari van dit jaar moeten ook zij voor begeleiding naar activiteiten, of dat nu dagbesteding is of een traject naar (vrijwilligers)werk, aankloppen bij hun gemeente. Verder is een aantal vergoedingen van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (ZVW) gegaan. Voor voorzieningen die in de AWBZ blijven, geldt een strengere indicatiestelling.
Deze verschuivingen leiden in de praktijk tot verschillende problemen. Er is, om te beginnen, onduidelijkheid over de diagnose of definitie. ‘Soms is lastig te beoordelen wie wat heeft,’ zegt Rob van den Berg, directeur van Reakt Holding. ‘Wanneer gaat het om een psychosociaal en wanneer om een psychiatrisch probleem? Gemeenten definiëren niet wie in welke categorie past. Wij hebben bovendien veel deelnemers die niet in één hokje passen. Zij hebben meerdere problemen tegelijk.’
‘Wat is licht?’, zegt Wil Schilders, voorzitter van het landelijk Steunpunt dagbesteding en arbeid Ggz, dat als brancheorganisatie van de sector dagbesteding en arbeidsre-integratie fungeert. ‘Bij zelfstandig wonende Ggz-cliënten die de dagbesteding bezoeken, gaat het meestal om mensen zonder baan, relaties en zinvolle dagtaken. Langdurig maatschappelijk uitgesloten zijn is geen lichte maar zware problematiek.’

Onvoldoende know how gemeenten
Is de problematiek eenmaal vastgesteld, dan is, door de huidige verscheidenheid aan financieringsregelingen, vervolgens moeilijk vast te stellen welke problematiek en welke activiteit in welk budget thuishoort. Reakt moet voor de financiering van haar werk, behalve op de AWBZ en ZVW, nu een beroep doen op Wmo-geld, participatie- en re-integratiebudgetten (Sociale zaken), het persoonsgebonden budget en/of budgetten voor dak- en thuislozen in de vier grote steden. Gemeenten voeren de regie over een deel van deze budgetten, maar volgens Van den Berg van Reakt weten vooral kleinere gemeenten niet precies wat ze, bijvoorbeeld, met de Wmo-gelden moeten doen. ‘We worden van het kastje naar de muur gestuurd. De ene afdeling zegt dat onze cliënten passen in het budget voor maatschappelijke ondersteuning van dak- en thuislozen. De andere dat zij vallen onder het ‘granieten bestand’ van de Sociale dienst en dat we daar moeten aankloppen. Men gooit cliënten bij elkaar over de schutting. Wat dat betreft zijn er weer nieuwe schotten bijgekomen in plaats van neergehaald.’
En dan heeft Reakt ook nog deelnemers met wie op het oog weinig aan de hand lijkt. Van den Berg: ‘Zij kunnen wel wat, maar niet in een reguliere voorziening. In hun geval laten gemeenten zich helemaal moeilijk overtuigen van het nut of de noodzaak van begeleiding.’
Voor ongeveer 16% van haar cliënten kan Reakt momenteel moeilijk geld vinden voor de bekostiging van begeleiding en activiteiten.
Bij Novadic Kentron, organisatie voor verslavingszorg in de provincie Brabant, gaat het eveneens om cliënten met complexe maatschappelijke, psychosociale of psychische problemen. Behalve (poli)klinische opvang en behandeling, biedt Novadic Kentron hulp bij arbeid, wonen en financiën, reclassering en werken op een zorgboerderij. ‘De problematiek van onze cliënten gaat dwars door de huidige financieringsstromen heen,’ zegt Krijn in ’t Veld, voorzitter van de Raad van Bestuur. ‘Wij hebben met verschillende financieringssystemen te maken, ieder met hun eigen spelregels, indicatiestelling en verantwoordingsplicht.’ Behalve met bovengenoemde wetten, regelingen en budgetten heeft Novadic Kentron, vanwege zijn forensische psychiatrie, te maken met het ministerie van Justitie. Net als Reakt stuit de verslavingszorg op een gebrek aan kennis bij gemeenten. Volgens In ’t Veld zijn zij onvoldoende berekend op hun nieuwe taak: ‘Men weet nog niet goed welke problematiek waar thuis hoort. Wat mensen met psychosociale, psychische en verslavingsproblematiek betreft, ligt de focus van gemeenten in veel gevallen op veiligheid en het terugdringen van overlast. Zij beseffen niet dat de activering en maatschappelijke participatie van deze doelgroep nu ook hun taak is. Soms reageren gemeenten wantrouwend op ons contractvoorstel, omdat ze denken dat de verantwoordelijkheid voor financiering bij een zorgverzekeraar thuishoort.’
Wil Schilders van de brancheorganisatie dagbesteding en arbeid Ggz stelt het nog scherper: ‘Wmo-gelden gaan vooral naar andere doelgroepen, zoals ouderen. Ggz-cliënten komen pas in beeld bij gemeenten als er openbare ordeproblemen zijn, anders zijn ze onzichtbaar.’
Een ander knelpunt is dat de organisaties ieder jaar opnieuw over hun aanbod moeten onderhandelen, terwijl de probleemsituatie meestal chronisch is.
In het dagelijks leven werkt Wil Schilders bij een regionale instelling voor begeleid wonen, werken en welzijn (RIBW) in Brabant. Ook haar organisatie moet iedere gemeente apart overtuigen van de begeleiding en diensten die de cliënten nodig hebben. De ervaring van de RIBW (Schilders: ‘en dat geldt ook voor andere organisaties die bij het Steunpunt zijn aangesloten’) is dat als gemeenten een indicatie afgeven voor begeleiding, die vooral voor collectieve dagbesteding is. ‘Daar zitten de verslaafde jongere, de psychotische moeder en depressieve oudere bij elkaar,’ aldus Schilders. ‘Om aansluiting te vinden buiten de dagbesteding en maatschappelijk te kunnen participeren hebben Ggz-cliënten individuele begeleiding nodig, of het nu gaat om het aangaan van sociale relaties, om studie of om werk.’ Zij zou daarom graag zien dat individuele trajecten naar studie, werk en sociaal verkeer ook uit de Wmo worden vergoed.

Bureaucratie
Door de versnippering kost het aanvragen van financiering erg veel tijd. Het afsluiten van contracten en de afrekening van diensten en activiteiten die daar bij horen leveren extra bureaucratie op. Konden Reakt, Novadic Kentron en collega-instellingen voor AWBZ-gefinancierde begeleiding voorheen terecht op één of enkele adressen, namelijk op het zorgkantoor en/of in centrumgemeenten, tegenwoordig dienen zij met iedere gemeente apart een contract af te sluiten. Novadic Kentron sluit nu jaarlijks aparte contracten af met alle 68 Brabantse gemeenten. Eerst was dat alleen met de zeven centrumgemeenten.
‘Ook als er maar enkele cliënten uit een gemeente komen en het om minder dan € 1000,= per jaar gaat, moeten we met die gemeente een contract afsluiten. Dat is een behoorlijke taakverzwaring,’ zegt Van den Berg van Reakt. ‘Het zou al veel schelen als gemeenten in regionaal verband samenwerken en wij zaken kunnen afhandelen op het niveau van de centrumgemeente.’ Reakt heeft medewerkers vrij moeten maken voor het samen met cliënten uitzoeken hoe de ondersteuning en activiteiten gefinancierd kunnen worden. Rob van den Berg: ‘Cliënten zelf komen er niet uit. Ze vragen het aan ons en wij zien het als onze verantwoordelijkheid om op zoek te gaan naar geld.’

Achterdeur
Onzekerheid over de financiering van hun activiteiten leidt bij aanbieders tot afname van investeringen, het opzeggen van de huur van dagactiviteitencentra en het ontslaan van medewerkers. En natuurlijk tot een afname van begeleiding en participatiemogelijkheden van mensen met meervoudige problematiek. Krijn in ’t Veld vreest voor maatschappelijke uitsluiting van de meest kwetsbare burgers. En Wil Schilders wijst op langere wachttijden voor cliënten en het ontslag van medewerkers door Ggz-instellingen. ‘Het komt erop neer dat we met minder geld meer trajectbegeleiding moeten bieden. Ggz-cliënten met zogenaamd lichte problematiek, die we niet meer mogen begeleiden, ‘verdwijnen’ via de achterdeur. Zij zullen weer geïsoleerd zijn, hun dag- en nachtritme verliezen, etc. en op termijn via de voordeur weer bij de Ggz binnenkomen. Dan zien ook de indicatiestellers dat het hier om zware problematiek gaat.’
 

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, coördinator magazine

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.