mgm nvj maart

8 maart 2011

Persvrijheidsmonitor - Uitzendverbod verborgencamera-beelden van veroordeelde in tbs-kliniek

Met uitzendingen van Peter R. De Vries, misdaadverslaggever is Koos Hertogs te zien geweest in de tbs-kliniek waar hij zit opgesloten. In dit arrest oordeelt het Gerechtshof Amsterdam op het hoger beroep tegen verschillende kortgedingprocedures waarin aan SBS c.s. in verband met de (destijds aangekondigde) uitzendingen van het programma van Peter R. De Vries een beperkt uitzendverbod is opgelegd. Het is SBS c.s. verboden zonder voorafgaande toestemming van Hertogs (enig onderdeel van) heimelijk gemaakte beeld- en geluidsopnamen van of over Hertogs, gemaakt in de kliniek, uit te zenden of anderszins openbaar te maken, en eveneens verboden enig andere beeld- en geluidsopnamen van of over Hertogs, voor zover niet gemaakt in het kader van gewone nieuwsgaring, zonder volledig onherkenbaar maken van Hertogs, uit te zenden of anderszins openbaar te maken. Met dit verbod is bepaald dat SBS c.s. de uit contacten tussen Hertogs en een jeugdvriend – die heimelijk video-opnamen had gemaakt van gesprekken in de kliniek – verkregen informatie wel mag gebruiken. Tevens mag SBS c.s. Hertogs letterlijk citeren en zijn brieven in beeld brengen. Het gerechtshof laat dit verbod in stand.

SBS en Endemol benadrukken volgens het hof terecht dat programmamakers in beginsel de vrijheid hebben een misstand onder de aandacht van het publiek te brengen in de vorm die hun goeddunkt. Artikel 10 EVRM beschermt immers niet alleen de inhoud van de informatie maar ook de wijze waarop de informatie wordt overgebracht. Anders dan SBS en Endemol verdedigen, betekent dit echter niet dat het medium dat voor de openbaarmaking wordt gebruikt, en de wijze waarop het medium wordt gebruikt, bij de toe te passen afweging geen gewicht in de schaal zouden mogen leggen. Uitzending op de televisie van gesprekken die hebben plaatsgevonden, met herkenbare beelden en geluiden, vormen een aanzienlijk grotere inbreuk op de privacy van de desbetreffende persoon dan (bijvoorbeeld) een gedrukte weergave van de inhoud van die gesprekken. Onontkoombaar is daarom dat de wijze waarop een journalist eventuele misstanden aan de kaak wil stellen, in de afweging wordt betrokken. Dit geldt ook waar het gaat om het (voorgenomen) gebruik van het medium televisie, ook al is duidelijk dat bij dat medium een grote afhankelijkheid bestaat van het kunnen gebruiken van gemaakte beelden.

In dit verband merkt het hof op dat ook in de eigen normen van de journalistieke beroepsgroep (onder meer kenbaar uit de ambtshalve gegeven uitspraak van de Raad voor de journalistiek inzake het gebruik van verborgen opname-apparatuur van 20 augustus 1996, RvdJ 1996-44) betekenis wordt toegekend aan de wijze van openbaarmaking. In de genoemde uitspraak van de Raad wordt vooropgesteld dat door het – zonder toestemming en/of medeweten van de betrokkene – maken van opnames met verborgen apparatuur en het openbaar maken daarvan, in beginsel de grenzen van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is zijn overschreden. Een afwijking van de norm kan (behoudens in een hier niet terzake doend geval) volgens de Raad slechts toelaatbaar zijn wanneer zwaarwichtige redenen van algemeen belang een afwijking van de norm rechtvaardigen, waarvan in het algemeen slechts sprake zal zijn ‘indien na behoorlijk onderzoek gebleken is dat de journalist geen andere middelen ten dienste staan om overeenkomstig de taak van de pers in een democratische samenleving, het publiek voor te lichten over ernstige misstanden of ernstige rechtsschendingen dan wel andere informatie te verstrekken die wezenlijk is voor publieke meningsvorming over zaken die het algemeen belang direct raken.’ Een dergelijk uitgangspunt is ook te vinden in regel 20 van de Code voor de Journalistiek, zoals deze in 2008 is opgesteld door het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren: publicatie van tekst/foto’s/audio-opnames of beelden die zijn gemaakt van personen in privésituaties vindt zonder toestemming van de betrokkene niet plaats ‘tenzij met de publicatie een groot maatschappelijk belang is gediend’.

Het door de Raad geformuleerde criterium vereist, zo vervolgt de uitspraak van de Raad, dat, voordat tot die opnamemethode en/of openbaarmaking van de aldus verkregen opnames wordt besloten, steeds een zorgvuldige afweging van alle omstandigheden van het geval en de betrokken belangen door de journalistiek verantwoordelijken als nader in de uitspraak is aangegeven plaatsheeft. In de uitspraak van de Raad wordt een aantal omstandigheden en factoren genoemd die bij de afweging dienen te worden betrokken. Daarbij wordt de vorm van openbaarmaking met zoveel woorden genoemd onder VIII.B.8: ‘(…) Aan de vorm waarin de openbaarmaking plaatsvindt, dient met het oog op het ontzien van de belangen van de betrokkenen aandacht te worden besteed.’

In de door het gerechtshof te verrichten weging is van grote betekenis of juist is de stelling van Endemol en SBS dat de gemaakte opnames belangrijke nieuwsfeiten bevatten en ernstige misstanden aan de kaak stellen. SBS en Endemol betogen dat wanneer de inzet en het gebruik van verborgen opname-apparatuur rechtmatig zijn (volgens SBS en Endemol: een verborgen camera-actie is toegestaan als de ernst van de misstand de actie rechtvaardigt en de informatie niet op andere wijze had kunnen worden achterhaald), het nieuws (altijd) kan worden gebracht in de vorm zoals door de journalist wordt bepaald en dus, als het om het medium televisie gaat, ook door (onbeperkte) uitzending van de gemaakte opnames.

Het gerechtshof kent betekenis toe aan de wijze waarop de informatie is vergaard. Het hof overweegt daartoe dat ook als bij het vergaren van informatie aan de beide door SBS en Endemol genoemde eisen is voldaan, dit nog niet betekent dat de verkregen informatie altijd mag worden gepubliceerd op de door de journalist voorgestane wijze. Met betrekking tot de vraag of (en de wijze waarop) het verkregen beeld en geluid mag worden uitgezonden, heeft steeds weging van de belangen die spelen bij de botsing van enerzijds het recht op vrijheid van meningsuiting met anderzijds het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer plaats te vinden. Het hof heeft dit een en ander in zijn in dit arrest gegeven beoordelingen betrokken.

Instantie: Gerechtshof Amsterdam

Partijen: SBS Broadcasting, Endemol Nederland en Peter R. de Vries t. Koos Hertogs

Bron: LJN BP6989

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, coördinator magazine

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.