Ronald van Raak (SP) heeft Kamervragen gesteld aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het afluisteren van journalisten. Hij vroeg waarom de minister tot vier keer toe toestemming heeft gegeven voor het laten afluisteren en/of volgen van journalisten van De Telegraaf. Ten tweede vroeg hij wat de reactie van de minister is op de uitspraak van de kortgedingrechter in Amsterdam van 23 juli 2009 dat de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) onmiddellijk moet stoppen met het afluisteren, uitpeilen en volgen van journalisten van De Telegraaf. Ten derde vroeg hij welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de inzet van bijzondere bevoegdheden tegen politici, journalisten, advocaten en andere beroepsgroepen die niet kunnen functioneren zonder een afdoende bronbescherming.
De minister heeft geantwoord dat de AIVD op basis van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) bijzondere bevoegdheden kan inzetten jegens organisaties en personen die aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel voor de veiligheid of andere gewichtige belangen van staat. Ook journalisten kunnen onderwerp van onderzoek zijn van de AIVD, aldus de minister. De minister heeft voorts aangegeven dat aan elke inzet van bijzondere bevoegdheden een zware afweging vooraf gaat inzake noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit.
Ten aanzien van de inzet van bijzondere inlichtingenmiddelen jegens beperkt verschoningsgerechtigden, zoals journalisten, geldt de toestemming hiervoor één maand, in plaats van de gebruikelijke drie maanden. Ten aanzien van deze specifieke zaak heeft de minister aangegeven dat zij kennis heeft genomen van de uitspraak in kort geding van de rechtbank Amsterdam. In reactie daarop heeft zij aangekondigd in hoger beroep te gaan. In afwachting van het verdere verloop van de procedure, wilde zij niet vooruitlopen op eventuele gevolgen van deze uitspraak in eerste aanleg voor de inzet van bijzondere bevoegdheden. Ten slotte heeft zij opgemerkt dat uit het door de AIVD uitgebrachte ambtsbericht – waaraan in het artikel in De Telegraaf van 24 juli jl. wordt gerefereerd – niet blijkt dat tot vier keer toe toestemming is gegeven voor het laten afluisteren en/of volgen van journalisten van De Telegraaf.