De Rechtbank Haarlem heeft op 30 september 2010 een man vrijgesproken van drievoudige poging tot moord dan wel doodslag op Cor van Hout, zijn toenmalige vriendin en hun zoontje. In deze uitspraak overweegt de rechtbank over het gebruik door het Openbaar Ministerie van afgeluisterde gesprekken tussen een journalist en een gedetineerde:
‘Uit het dossier blijkt dat om redenen van bescherming van de veiligheid van de inrichting (de EBI te Vught) de door gedetineerde [getuige 1] gevoerde telefoongesprekken rechtmatig werden opgenomen. Op enig moment heeft [journalist] een telefoongesprek gevoerd met [getuige 1], dat in het kader van genoemde redenen werd opgenomen. Anders dan de raadsman meent, is het niet zo dat bij ieder opgenomen telefoongesprek waaraan een journalist deelneemt per definitie sprake is van een schending van de persvrijheid. Van een schending van de persvrijheid kan eerst sprake zijn wanneer de telefoon van een journalist zonder noodzaak wordt afgeluisterd met als enig doel het achterhalen van de journalistieke bron. Dit laatste is in casu in het geheel niet aan de orde. Reeds daarom wordt het beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie verworpen.’
Vervolgens oordeelt de rechtbank dat de beelden van de aanslag te vaag en onduidelijk zijn om als wettig bewijsmiddel ‘eigen waarneming’ van de rechtbank te kunnen gelden. Daardoor komt de rechtbank niet toe aan het beoordelen van het overige bewijsmateriaal. De beelden van de aanslag zijn bovendien niet aan de getuigen getoond. Zij hebben dus niets kunnen zeggen over de vraag of zij in de schutter van 12.05 uur verdachte hebben herkend. Verdachte kan dus niet geïdentificeerd worden als de schutter. Bij gebrek aan bewijs wordt verdachte vrijgesproken.
Instantie: Rb. Haarlem
Partijen: strafzaak
Bron: LJN BN8727