In het eindejaarsnummer van REVU is een artikel verschenen waarin wordt aangegeven dat, en op welke wijze door een hacker toegang is verkregen tot de privé-mailbox van de Staatssecretaris van het Ministerie van Defensie Jack de Vries. Tevens wordt beschreven dat, nadat toegang was verkregen, een backup programma is geïnstalleerd waardoor alle e-mails die binnenkwamen in de mailbox ook direct, onzichtbaar voor De Vries, binnen zouden komen in het programma van de hacker. Met behulp daarvan zijn een aantal mails doorgestuurd waaronder twee privéberichten van De Vries, aangever in de onderhavige zaak.
De hoofdredacteur van REVU wordt strafrechtelijk vervolgd wegens het feitelijk leidinggeven aan computervredebreuk (feit 1) en het medeplegen en feitelijk leidinggeven aan het doorsturen van e-mails door middel van een geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt (feit 2).
De hoofdredacteur heeft betoogd dat het plegen van de onderhavige strafbare feiten noodzakelijk was voor de onderbouwing van de stelling in het artikel dat het schortte aan de beveiliging van privé-mailboxen van bewindslieden.
De politierechter in deze zaak wil wel aannemen dat, om effect te sorteren, feitelijke onderbouwing noodzakelijk is. De vraag is dan of de hoofdredacteur voor een minder verstrekkend alternatief had kunnen kiezen. Van een dergelijk alternatief is volgens de politierechter ten aanzien van de verweten computervredebreuk (feit 1) echter niet gebleken. Immers een verhaal over het binnendringen van een fictief e-mailaccount, zoals de officier van justitie heeft aangegeven, heeft beduidend minder journalistieke waarde en dus ook minder gevolgen dan wanneer het daadwerkelijk gaat om de privé-mailbox van een bewindspersoon. Strafvervolging voor feit 1 is naar het oordeel van de politierechter in strijd met het in art. 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) neergelegde recht op vrijheid van meningsuiting zodat ontslag van alle rechtsvervolging dient te volgen.
Dit geldt echter niet voor feit 2. Met het slagen van de hackpogingen was het journalistieke doel bereikt. Er was immers aangetoond dat de beveiliging van de privé-mailbox van de staatssecretaris niet optimaal was. Vaststaat dat vervolgens kennis is genomen van de inhoud van de mailbox (die op dat moment leeg was) en dat een programma is geïnstalleerd waardoor alle e-mails die binnen zouden komen in de mailbox ook direct, niet zichtbaar voor De Vries, binnen zouden komen in het programma van de hacker. Een aantal e-mails zijn daardoor ter kennis gekomen van de hacker en de auteur van het artikel (de journalist Kivits), waaronder twee privéberichten van de staatssecretaris. Naar het oordeel van de politierechter kan hiervoor geen rechtvaardiging gevonden worden in het algemene publieke belang en belemmert strafvervolging van de hoofdredacteur met betrekking tot dit feit hem niet in de in art. 10 EVRM neerlegde vrijheid van meningsuiting. Geldboete van € 450,-.
Instantie: Rb. Den Haag
Partijen: strafzaak tegen hoofdredacteur REVU
Bron: LJN BK4065