Op verschillende websites heeft de Arabisch Europese Liga Nederland (AEL) een cartoon geplaatst, waarop twee mannen met een keppeltje op, lichamelijke restanten bestuderen bij een bordje waarop staat: ‘Auswitch’. De ene man zegt: ‘I don’t think they are Jews.’ De andere man zegt: ‘We have to get to the 6.000.000 somehow.’
Zowel tegen de AEL als de tekenaar, die tevens voorzitter is van de AEL, is strafvervolging ingesteld.
De Rechtbank Utrecht is van oordeel dat de cartoon op zichzelf beschouwd beledigend is in de zin van art. 137c van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De suggestie wordt gedaan dat Joden de Holocaust voor hun eigen gewin hebben verzonnen. De AEL voert aan dat zij zich wilde mengen in het publieke debat, dat was ontstaan na publicatie van de als zodanig bekend geworden ‘Deense cartoons’ over de profeet Mohammed. Volgens de AEL is sprake van een dubbele moraal in de media en in het publieke debat: enerzijds wordt gesteld dat moslims niet begrijpen hoe de vrijheid van meningsuiting werkt bij cartoons over onderwerpen die voor hen gevoelig zijn en anderzijds worden cartoons over onderwerpen die in de westerse samenleving gevoelig liggen niet geaccepteerd. De AEL heeft bij het plaatsen van de cartoon steeds aangegeven dat haar bedoeling was de dubbele moraal aan de orde te stellen en heeft onder meer verklaard dat men de Holocaust als historisch feit niet ontkent. Gelet op deze specifieke context is het naar het oordeel van de rechtbank in dit geval niet noodzakelijk het recht op vrijheid van meningsuiting te beperken. Zowel de AEL als de tekenaar worden vrijgesproken door de rechtbank.
Het OM heeft daarna hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraak van de AEL. Op dit beroep heeft het Gerechtshof Arnhem geoordeeld dat op basis van het jurisprudentiële beslissingsschema in relatie tot de regelingen van artt. 137c en 137e Sr, een afsluitende toets afgelegd moet worden indien het op zichzelf beledigende karakter aan een uiting, als waarvan in dit geval sprake is, wordt ontnomen vanwege de context waarin de uiting is gedaan. Deze afsluitende toets is de vraag of de uiting onnodig grievend is. Dit laatste is volgens het hof zonder meer het geval. De suggestie in de gewraakte cartoon, dat de Holocaust, nota bene door de slachtoffers, op slinkse wijze zou worden verzonnen of overdreven, is buitengewoon krenkend voor de slachtoffers en hun nabestaanden. Veroordeling is in dit geval volgens het hof wel noodzakelijk. Het oordeel bevat een schuldigverklaring en veroordeling tot een geldboete van € 2.500,–.
Het hof overweegt ten overvloede dat het misschien behulpzaam kan zijn als het strafrechtelijk afwegingsschema eenduidiger en voor niet-ingewijden begrijpelijker wordt. Bijvoorbeeld door de laatste twee stappen van het genoemde beslissingsschema samen te voegen in een rechtvaardigingsgrond, zoals voorzien in artt. 261 en 266 Sr. Dan wordt voorkomen dat een en dezelfde grievende tekst nu eens beledigend wordt geoordeeld en dan weer, afhankelijk van de context, niet. Of toch weer wel, als hij onnodig grievend is. Voor deze zaak had het volgens het hof niet uitgemaakt.
Instantie: Gerechtshof Arnhem
Partijen: Strafzaak AEL en strafzaak bestuurder AEL
Bron: LJN BM1984; LJN BM1987 en LJN BN4204