Op 27 januari 2010 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op verzoek van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD), de Tweede Kamer een afschrift gezonden van een brief van de CTIVD aan de minister van 9 november 2009 inzake de afwijzing door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) van een verzoek om inzage in documenten over de Irak-kwestie.
In deze brief schrijft de CTIVD aan de minister dat zij bij de uitvoering van haar monitoringswerkzaamheden is gestuit op een afwijzende beslissing op een verzoek van een journalist om inzage in allerhande, bij de AIVD aanwezige, documenten betreffende de voorbereiding en besluitvorming van het verlenen van politieke steun aan de inval in Irak. Dit verzoek is onder meer afgedaan met een beroep op art. 55, tweede lid, sub g van de Wet op Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002). De AIVD stelt zich op het standpunt dat het verstrekken van informatie betreffende de Irak-kwestie zal leiden tot onevenredige benadeling van de Commissie van onderzoek besluitvorming Irak (Commissie-Davids) zolang de betrokken commissie haar rapport nog niet heeft afgerond.
De CTIVD kan zich niet vinden in het door de AIVD ingenomen standpunt en heeft dat bij brief van 24 juni 2009 aan het Hoofd van de AIVD kenbaar gemaakt. De CTIVD onderkent het grote belang van de werkzaamheden van de Commissie- Davids. Zij ziet evenwel niet in hoe het verstrekken van – voor de openbaarheid geschikte – gegevens zal leiden tot benadeling van de betreffende commissie, laat staan tot onevenredige benadeling.
De CTIVD is van mening dat zelfs al zou sprake zijn van het benadelen van de Commissie-Davids, dit niet zo zwaar kan wegen dat hiermee een moratorium op het verstrekken van gegevens is gerechtvaardigd. Aan het publieke belang van openbaarheid moet naar het oordeel van de CTIVD een groter gewicht worden toegekend. De CTIVD is van mening dat het feit dat de Commissie-Davids de Irak kwestie onderzoekt, niet betekent dat journalistiek onderzoekswerk aangaande dit onderwerp overbodig is geworden. Dit onderzoekswerk zou naar het oordeel van de CTIVD in ieder geval niet moeten worden gefrustreerd door het ontzeggen van toegang tot anderszins openbare gegevens.