In een strafzaak over oplichting, verduistering, valsheid in geschrift en witwassen op grote schaal, heeft de verdachte het verweer gevoerd dat vanwege ‘trial by media’ zijn straf lager zou moeten uitvallen.
De rechtbank neemt als uitgangspunt dat van ‘trial by media’ onder meer sprake kan zijn als in strijd met de onschuldpresumptie wordt gehandeld en verdachte zich niet voor de rechter moet verantwoorden, maar via de media terechtstaat en die media een zodanig beeld schetsen dat het publiek zich een niet meer uitwisbare mening vormt over de verdachte en over de schuldvraag en daardoor een rechterlijke uitspraak die mening niet meer kan beïnvloeden. Voorts geldt als uitgangspunt dat een strafproces in beginsel openbaar is (artikel 269 WvSv), dat verdachte recht heeft op een fair trial (artikel 6 EVRM) en dat ook voor hem geldt dat hij recht heeft op zijn privacy (artikel 8 EVRM). Daar staat dan tegenover het beginsel van openbaarheid en de persvrijheid (artikel 10 EVRM). De aan de media toekomende persvrijheid is niet onbeperkt. In het licht van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens staat vast dat die vrijheid ‘duties en responsibilities’ met zich meebrengt, dat de media hebben te handelen ‘in good faith in order to provide accurate and reliable information in accordance with the ethics of journalism’ en dat ze bij berichtgeving over een strafzaak rekening houden met het recht op een eerlijk proces op grond van artikel 6 EVRM. Hun commentaar mag de kansen op een eerlijk proces niet schaden noch het vertrouwen ondermijnen van het publiek in de rol van de rechterlijke macht bij de strafrechtstoedeling.
In dat geheel moet onderscheid gemaakt worden naar verschillende verantwoordelijkheden. In de onderhavige zaak gaat het alleen om de verantwoordelijkheid van verdachte en de media. De slotsom is dat geen sprake is van ‘trial by media’, noch dat de aandacht van de media een factor zou moeten zijn bij de straftoemeting in deze strafzaak. De actieve rol van verdachte in de media aangezien hij zich veelvuldig en actief heeft ingelaten met bij het grote publiek bekende personen, weegt daarbij zwaar. Vindplaats: LJN BI9641.
Instantie: Rb. Amsterdam
Partijen: Strafzaak bekende oplichter
Bron: LJN BI9641