Taaltip: geweest hebben/zijn
'Een beetje beter weer in de meivakantie had wel prettig geweest.' Moet dat niet was geweest zijn? In de standaardtaal is het hulpwerkwoord bij geweest altijd zijn: 'Anders was ik wel eerder thuis geweest', 'Wij zijn naar K3 geweest.' Het gebruik van hebben als hulpwerkwoord bij het voltooid deelwoord geweest was vroeger wijdverbreid; het komt nu nog in allerlei dialecten voor, maar nauwelijks meer in de standaardtaal. De norm in het Nederlands is zijn geweest. Juist is dus: 'Een beetje beter weer in de meivakantie was wel prettig geweest.' Meer bij Onze Taal