Minister: ‘bewaarplicht-data wissen’
Sinds begin maart de bewaarplicht van telecommunicatiegegevens ook in Nederland buiten werking werd gesteld, was onduidelijk wat bedrijven moesten doen met al verzamelde informatie. De nieuwe minister van Justitie Ard van der Steur geeft in een Kamerbrief uitsluitsel: bedrijven moeten hun in het kader van de Wet bewaarplicht telecommunicatie (Wbt) wissen. Ze mogen wel gegevens bewaren die voor de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn. "Verkeersgegevens die zonder bedrijfsdoel werden verwerkt als gevolg van de bewaarplicht moeten worden vernietigd door de aanbieders", schrijft Van der Steur. In de Kamerbrief herhaalt de minister de noodzaak van een bewaarplicht: "Bepaalde vormen van criminaliteit zijn nagenoeg uitsluitend op te sporen door het gebruik van historische telecommunicatiegegevens. Dit zal helaas gevolgen hebben voor de slachtoffers van ernstige misdrijven, omdat de opsporing niet of minder goed in staat zal zijn om daders te identificeren." De brief maakt de geesten rijp voor een ter consultatie aangeboden variatie op de Wbt: een bewaartermijn van 12 maanden, 'gedifferentieerde toegang' zodat de informatie alleen bij verdenking van zeer ernstige strafbare feiten kan worden opgevraagd, een verplichte voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris én de verplichting dat alle informatie op grondgebied van de Europese Unie wordt opgeslagen. Meer bij Tweede Kamer
Praat mee