Wegener gaat voor hoofdredacteur 2.0
Een hoofdredacteur moet anno 2014 niet alleen over de inhoud van de krant gaan, maar moet ook medeverantwoordelijk zijn voor het financiële plaatje. Dat is tenminste het idee van de directie van Wegener, dat van plan is de functie van hoofdredacteur aan te passen.’
‘Als een hoofdredacteur op journalistiek vlak prima functioneert maar op commercieel vlak steken laat vallen, dan moet de directie hem daarvoor ter verantwoording kunnen roepen en hem weg kunnen sturen. Het zijn roerige tijden voor journalistiek Nederland en daar moeten we op inspelen. Dat betekent dat ook hoofdredacteuren ondernemend moeten zijn. Wie daar niet toe bereid is, is niet bezig er alles aan te doen om de toekomst van zijn krant te waarborgen en is dus niet geschikt als hoofdredacteur.’
De mening van Stentor-hoofdredacteur Alex Engbers is duidelijk: de tijd waarin een hoofdredacteur zich alleen nog bekommert om de inhoud van zijn krant en het redactiebudget, is voorbij. ‘Onafhankelijke journalistiek en rode cijfers gaan niet samen’, vervolgt hij. ‘Als je geen zwarte cijfers schrijft, heb je als medium geen toekomst. Hoofdredacteuren hebben daar ook een verantwoordelijkheid in en die moeten we nemen. Er zijn een hele hoop kosten die je niet kan beïnvloeden. Daar wil ik niets mee te maken hebben. Maar de kosten waar ik wél invloed op heb lopen ook in de zeven cijfers.’
Engbers betoog komt niet zomaar uit de lucht vallen. Hij is een van de hoofdredacteuren die de directie van de uitgeverij om meer inspraak en bevoegdheid heeft gevraagd. Sinds Wegener half 2013 zijn reorganisatieplan Phoenix bekendmaakte is het een stuk rustiger geworden in de toplagen van het bedrijf. Naast het verdwijnen van 125 arbeidsplaatsen op de redacties van de zeven kranten, werd ook de functie van uitgever grotendeels geschrapt. Waar iedere krant voorheen zijn eigen uitgever had, zijn de zeven kranten nu verdeeld onder CEO Susan Duinhoven en de sinds begin januari aangetreden nieuwe directeur/uitgever Erik van Gruijthuijsen.
Door de afgevlakte bedrijfsstructuur moeten taken anders verdeeld worden. Reden genoeg voor de uitgeverij om eind vorig jaar te besluiten dat de functie van hoofdredacteur op de schop moet. In de toekomst wordt elke titel geleid door een commercieel directeur en de hoofdredacteur. Die laatste wordt daarbij medeverantwoordelijk voor marketing- en sponsoractiviteiten en voor het beheer van de winst- en verliesrekening. En daarmee dus voor het gehele budget van de titel. ‘In plaats van achterover leunen en wachten op instructies van de uitgever, buigen hoofdredacteuren zich voorover en zitten ze straks met de neus op de cijfers’, verduidelijkt directeur/uitgever Van Gruijthuijsen.
Door de dalende advertentiemarkt komt een steeds groter deel van de krantenomzet voort uit de lezersmarkt, weet Van Gruijthuijsen. ‘Daar moet een hoofdredacteur op kunnen anticiperen. Hij moet aanvoelen hoe hij de krant moet positioneren en hoe hij het contact onderhoudt met de lezer, bijvoorbeeld door middel van lezersacties en campagnes. En hij moet winst- en verliesrekeningen kunnen lezen, zodat hij ook op financieel vlak eerder kan ingrijpen.’ Een soort hoofdredacteur 2.0, dus eigenlijk? ‘Dat vind ik wel een hele mooie benaming.’
De invoering van het nieuwe functieprofiel verloopt niet zonder slag of stoot. In november vorig jaar lichtte de directie de hoofdredacteuren per brief in over hun nieuwe verantwoordelijkheden. En dat zorgde voor flink wat ophef bij de redactieraden van de kranten. ‘De functie en de taken van de hoofdredacteur staan omschreven in het redactiestatuut en kunnen alleen gewijzigd worden na uitvoerig overleg met de redactieraad’, verduidelijkt Rob Wissink, redactieraadslid bij De Twentsche Courant Tubantia. Hij noemt de brief van de directie ‘een valse start’, maar stelt wel dat de redactieraad van zijn krant na uitleg van de directie open staat voor de verandering. ‘Het vak verandert. De hoofdredacteur van nu kan niet meer hetzelfde zijn als die van twintig jaar geleden.’
Volgens Wissink is het steeds normaler dat hoofdredacteuren ook niet-journalistieke verantwoordelijkheden hebben. Een deel van zijn collega’s is het daarmee eens. Van de zeven redactieraden bij Wegener zijn er inmiddels vier in gesprek met de directie om te komen tot een nieuw, op de krant toegespitst profiel. De nieuwe verantwoordelijkheden moeten beschreven worden in een addendum, een toevoeging op het redactiestatuut. Maar niet alle redactieraden zijn even positief. Bij De Stentor, De Provinciale Zeeuwse Courant en het Brabants Dagblad heerst er vooral kritiek. Met de toename in marketingverantwoordelijkheden hebben zij niet zoveel problemen. Maar de hoofdredacteur mede verantwoordelijk maken voor de winst- en verliesrekening kan volgens hen écht niet.
‘Wij zijn niet bereid het redactiestatuut te wijzigen’, stelt Ron Lodewijks, voorzitter van de redactieraad van het Brabants Dagblad, dat veruit het meest kritisch is over de nieuwe plannen. ‘Het financiële beleid bij Wegener wordt buiten de hoofdredacteuren om bepaald en hangt samen met afspraken die de uitgeverij maakt met Mecom. Daar krijgen wij als kranten niets van mee. Maak je een hoofdredacteur medeverantwoordelijk voor de winst- en verliesrekening, dan is hij bijna verplicht om mee te werken aan plannen die de redactie en krant zouden kunnen schaden, zoals nog een bezuinigingsronde. Het redactiestatuut is juist tot stand gekomen om de bijzondere positie van de redactie te bewaken. Dat gaat niet als de hoofdredacteur vleugellam gemaakt wordt. Als de hoofdredacteur steeds maar ja moet zeggen tegen bezuinigingen, dan leidt dat uiteindelijk tot een sterfhuisconstructie.’
Lodewijks benadrukt dat krantenhoofdredacteuren verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de regionale infrastructuur en dat medeverantwoordelijkheid voor de winst- en verliesrekening de onafhankelijkheid van het medium in gevaar kan brengen. Kees Pijnappels, voormalig hoofdredacteur van De Gelderlander en inmiddels hoofdredacteur van de Wegener Persdienst, ziet dat anders. Als een van de voormalig hoofdredacteuren die het nieuwe functieprofiel opstelde, omschrijft hij de terughoudendheid van de protesterende redactieraden als ‘koudwatervrees’. ‘Een hoofdredacteur is niet iemand die in een reservaat werkt. Hij moet zich aanpassen aan deze tijd, waarin de consument een enorme keuzevrijheid heeft. Daardoor moet de hoofdredacteur tegemoet komen aan de wensen van zijn lezer. Hem inzicht geven in de winst- en verliesrekening geeft hem de macht tijdig bij te sturen.’
Ook Ton Rooms, hoofdredacteur van het Brabants Dagblad, ziet in dat de tijden veranderd zijn. ‘Vroeger was de muur tussen redactie en commercie veel hoger. We hebben nu meer het besef dat we een commercieel product maken. Dat zal geen invloed hebben op de redacteur die verslag doet van een gemeenteraadsvergadering, maar we kijken wel meer dan ooit naar wat de lezer wil. Als die niet tevreden is, verkoop je niet. Dat hoofdredacteuren steeds meer financiële verantwoordelijkheid krijgen, daar is niets mis mee. Maar het moet niet zo zijn dat ze ons ter verantwoording gaan roepen voor dingen waar we niets aan kunnen veranderen. En het moet niet de onafhankelijke verslaggeving in de weg staan.’
Dat het gewijzigde functieprofiel invloed heeft op de onafhankelijk van de krant, daar zijn meer partijen binnen Wegener bang voor. ‘Juist in deze economisch moeilijkere tijden krijgt de commercie steeds meer grip op alles’, aldus Fred Beens, redactieraadslid bij De Stentor. ‘Er moet geld verdiend worden. Daarom moet de redactieraad extra goed de vinger aan de pols houden tijdens dit proces. Maar daar zijn we zelf bij.’ Hoofdredacteur Engbers van dezelfde krant denkt dat de onafhankelijke berichtgeving helemaal niet in gevaar is. ‘Het is niet alsof de hoofdredacteur ineens geen verantwoording meer hoeft af te leggen aan de redactieraad. Een redactieraad kan zijn hoofdredacteur nog steeds wegsturen als blijkt dat hij het niet zo nauw neemt met de onafhankelijkheid. Maar ik denk dat er geen enkele hoofdredacteur is die op het punt staat zijn ziel te verkopen. Ze zijn allemaal slim genoeg om niet in de valkuil van het kortetermijndenken te trappen.’
Dat hoofdredacteuren steeds meer commerciële verantwoordelijkheden erbij krijgen, is niet nieuw, vindt John van den Oetelaar, hoofdredacteur van het Eindhovens Dagblad. ‘Eigenlijk gaat het om zaken die we in de loop van de jaren al steeds meer zijn gaan doen. De taken van hoofdredacteuren en uitgevers zijn steeds meer naar elkaar toegegroeid. Gelet op de veranderende markt is het ook heel logisch dat dat gebeurt. Als je niet aan tafel zit, kun je ook niet meebeslissen.’
Net als zijn vijf collega’s (Tubantia is momenteel hoofdredacteur loos) moet Van den Oetelaar na voltooiing van het functieprofiel opnieuw solliciteren op zijn eigen baan. Iets wat overigens ook al gold voor de rest van de Wegener-directie. De keuze van het wel of niet solliciteren laat Van den Oetelaar afhangen van de precieze inhoud van het profiel. Hetzelfde geldt voor Rooms: ‘Ik zie het als een van mijn belangrijkste taken als hoofdredacteur om de journalistiek in de regio overeind te houden, maar ik moet mezelf nog wel in de spiegel aan kunnen kijken. Als de onafhankelijk van de krant in het geding komt met het nieuwe profiel, dan ben ik niet hun man en ga ik iets anders doen.’
Dat het best eens zou kunnen zijn dat de discussie tussen de Wegener-directie en de redactieraden niet bij alle kranten even snel beslecht is, ziet de kersverse directeur Van Gruijthuijsen niet als een probleem. Volgens hem is het onvermijdelijk dat hoofdredacteuren er meer commerciële verantwoordelijkheden bij gaan krijgen. ‘Het is niet alsof wij bij Wegener nu het wiel aan het uitvinden zijn. De toename aan commerciële verantwoordelijkheden is een natuurlijk proces en loopt bij andere media al veel langer. Je ziet het onder andere bij regionale omroepen en kranten als De Telegraaf. Maar zelfs bij NRC Media is het nu heel normaal. Sterker nog: NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch is in 2007 in België nog uitgeroepen tot ‘Marketeer van het Jaar’. Het is een trend in medialand en wij gaan daar in mee.’
Praat mee