Waarom zouden we nog westerse journalisten naar Afrika sturen?

In een jaar tijd wist Vice Versa, het blad voor mondiale samenwerking, een redactie van Afrikaanse journalisten en fotografen op te tuigen. Hoofdredacteuren Eunice Mwaura en Marc Broere vertellen. ‘Mijn collega weet wat het is om van twee dollar per dag te leven.’
Dit artikel wordt met je gedeeld door NVJ-lid Manon Stravens. Ook lid worden?
Redacteur Nicera Wanjiru is over de videoverbinding slecht te verstaan. ‘Ik had een hectische nacht en ben nog niet thuis. We hebben vannacht een kind gered, een geval van huiselijk geweld in de buurt. Het is nu gelukkig in veilige handen. Maar de eerste draft van mijn opiniestuk is af.’
Het is een maandagochtend in februari. Zeven uur in de ochtend in Nederland, twee uur later in Kenia. De redactie van Vice Versa Global, het blad voor mondiale samenwerking, bespreekt stukken die nog moeten worden aangeleverd, een interview met de directeur van UNAIDS, en het marketingplan. Hoofdredacteur Eunice Mwaura (26) zit voor. Vanuit Nederland is co-hoofdredacteur Marc Broere (55) aanwezig.
Redacteur Wanjiru woont in Kibera, licht Broere aan de aangeschoven Villamedia-verslaggever toe. ‘Een van de grootste sloppenwijken ter wereld.’ Na wat steunbetuigingen, gaat de redactievergadering alweer over naar het volgende agendapunt: een interview met de Ugandese Winnie Byanyima, directeur van UNAIDS, over vrouwelijk leiderschap. ‘Een prominent en invloedrijke Afrikaanse vrouwelijke leider’, zegt Mwaura. ‘We willen de lezers laten meedenken over de vragen. Hoe gaan we dat aanpakken?’ De andere redacteuren opperen ideeën. De poster met de aankondiging van het interview is in de maak, voegt redacteur Sharon Akoth toe.
Na drie kwartier vergaderen rest alleen nog het bespreken van de eerste verjaardag van de kersverse redactie. Dat wordt begin maart gevierd met een debat en een filmvertoning in Mathare, een sloppenwijk in Kenia.
Naar jezelf kijken
Dat Vice Versa na 55 jaar een Afrikaanse redactie heeft opgezet, is eigenlijk een vanzelfsprekende ontwikkeling, zegt Broere later in een interview via Teams. Het blad waarvoor hij als student journalistiek in 1985 zijn eerste artikel schreef (‘voor 515 gulden, woorden tellen gebeurde nog met potlood’) was lang gratis, tot mediastichting LokaalMondiaal, waarvan Broere toen hoofdredacteur was, het in 2010 overnam. ‘Wij schrijven veel over shifting the power, het verschuiven van de macht naar het zuiden. In de ontwikkelingssamenwerking is het nog te veel wie betaalt, bepaalt, en daar zijn we heel kritisch op. Maar dan moet je ook naar jezelf kijken’, aldus Broere. ‘Kon ik nog wel enkel westerse journalisten en fotografen naar Afrika sturen om reportages te maken?’
Broere herinnert zich een reportage over de aanleg van een controversiële dam in Isiolo in Uganda, samen met Eunice Mwaura, toen nog zijn vertaler en transcriber. ‘Bij het tweede interview vroeg ze of ze ook vragen mocht stellen. Ze wilde doorvragen want ze geloofde niet wat er werd gezegd. Ze komt uit het gebied waar die dam werd aangelegd en sprak de lokale taal. Ze is toen meer gaan schrijven voor ons en dat werkte heel goed.’
Het idee voor een Afrikaanse poot begon te kiemen. Op 1 maart 2021 ging de redactie van start en verscheen het eerste artikel, een videoreportage en interview met de Ugandese Miss World Africa, Quiin Abenakyo, over seksueel geweld tegen vrouwen. Sinds dit jaar is Mwaura Broere’s co-hoofdredacteur.
‘Het is veel natuurlijker om dit werk samen met lokale journalisten te doen’, vindt Broere. Neem Wanjiru, zegt hij.
‘Ze heeft geen afgeronde opleiding, maar ze had wel wat audiovisuele ervaring en ze liet zich tijdens onze webinars regelmatig horen. Dan vroeg ze aan de professoren die over sloppenwijken praatten of ze er zelf wel eens waren geweest. Waarop het pijnlijk stil bleef. Nicera komt met ideeën waar ik nooit op zou komen. Zoals haar reportage over bomen plantende tachtigers of seks in de sloppenwijken. Hoe heb je seks als je met acht familieleden in een krotje woont? Of haar videoreportage over het onaangekondigd slopen van woningen in Kibera. Die reportages maakt ze met een filmer en een voiceover, makers die er ook wonen.’
‘Zij kent de situatie ter plekke heel goed en wil naast de misère juist ook de dynamiek van die wijk laten zien. Dat het ook broedplaatsen van activisme en innovatie zijn. Tegelijkertijd weet ze wat het is om van twee dollar per dag te leven, ze snapt die problematiek. Dat heeft zoveel meerwaarde. De Afrikaanse schrijfstijl mag over het algemeen dan wat uitgebreider en wolliger zijn, die stukken krijgen we altijd goed. Daar hebben we een hele goede eindredacteur voor.’
In de zomer van 2021 lag het nummer van Vice Versa met voor het eerst een katern met verhalen en foto’s van Vice Versa Global op de mat. In het najaar verscheen een jongerenspecial. De cover met drie strak kijkende hippe twintigers is geschoten door de Ugandese fotograaf Mark Williams Wasswa. Bijna de helft van de stukken is geschreven door het lokale team.
Inmiddels telt de internationale redactie nu vier vaste krachten in Kenia en vier freelancers in Uganda. Dat lukte zo snel mede omdat Broere in zijn lange journalistieke carrière niet alleen veel schreef over armoede, sport en ontwikkelingssamenwerking, maar ook een enorm netwerk opbouwde. ‘Ik kom al dertig jaar in die landen en ken heel veel mensen. Dus het vinden van goede redacteuren ging vrij gemakkelijk.’ Als de middelen er zijn, wil Vice Versa Global ook uitbreiden naar andere landen.
Het doel is om jonge mensen hun eigen verhalen te laten vertellen’, laat de Afrikaanse hoofdredacteur Mwaura in een interview via Teams weten. ‘Terwijl wij in Afrika in de meerderheid zijn, zijn onze stemmen in de politiek, media en andere spectra ondervertegenwoordigd. En wat we lezen, is heel vaak negatief.’ Met reportages door en over jongeren hoopt Vice Versa Global hierin verandering brengen, zegt Mwaura. ‘Door ook eens positiever te berichten, bijvoorbeeld over hun initiatieven en oplossingen voor de problemen in hun omgeving.’ Zoals een artikel over Patrick Mujuzi die in de sloppen van Uganda bakstenen van plastic flessen maakt.
Dat die verhalen door lokale journalisten worden opgetekend, is ontzettend belangrijk, zegt Mwaura. ‘Nieuws is niet altijd wat je wordt verteld. We leven in een wereld waarin je niet meer weet wat waar is, of dat wat mensen zeggen klopt. Je moet ter plekke zijn om het nieuws met eigen ogen te kunnen zien. Maar we hoeven niet naar Uganda te reizen om die verhalen te vertellen. Lokale journalisten snappen de lokale dynamiek van een situatie beter dan een bezoeker’, zegt ze. ‘In Kenia weet ik wat er gebeurt, ben ik beter geïnformeerd. Een bron zal mij ook meer vertellen omdat hij of zij zich meer vertrouwd voelt.’
Geen loopjongens
Niet dat Broere’s rol nu is uitgespeeld. ‘Ik ben goed in ideeën bedenken, zoeken naar financiers en ik heb een groot netwerk. Maar het reizen, altijd een groot voorrecht, zal nu minder worden.’ In het volgende nummer verschijnen verschillende reportages uit Ghana, onder meer over hekserij. Broere: ‘Vroeger zou ik die reportages maken, maar nu heb ik Mwaura en Cynthia Omondi, ook een redacteur, laten gaan. Wel samen, omdat dit hun eerste buitenlandreportage is. Maar hun tickets zijn goedkoper en een visum hebben ze niet nodig, dus komen ze voor hetzelfde geld met meer producties én foto’s terug.’
Die kansen krijgen ze nu veel te weinig, stelt Broere. ‘Ik word regelmatig benaderd door bijvoorbeeld tv-producenten, of ik ze aan een fixer kan helpen. Ik heb een ontzettende hekel aan dat woord. Een fixer is algauw een soort loopjongen of -meisje. Dan mogen ze wel alles regelen, maar krijgen niet de credits. Ik geloof echt in samenwerking met lokale journalisten en fotografen.’
Zo zag ook Mwaura de kans om haar jeugdwens te vervullen. ‘Ik wilde heel graag journalistiek studeren. Als kind was ik al de beste van de klas in het schrijven van verhaaltjes. Maar mijn ouders zagen dat niet zo zitten, mede omdat het werk niet voor het oprapen ligt. Dus ging ik - net als de meesten in mijn familie - maar bedrijfskunde doen. Totdat ik voor Marc ging werken.’
Dat Mwaura nu ook co-hoofdredacteur is, is niet alleen leuk, maar ook broodnodig, lacht Broere. ‘Haar bedrijfsmatige achtergrond komt heel goed van pas. Ik ben slecht in management, en vind dat ook niet interessant.’
Een informele stijl, en niet zo strakke deadlines, Mwaura lacht om die typering. ‘Ja, die stijl van Marc is herkenbaar. Ik ben een manager, hou van duidelijke communicatie en strakke deadlines. Maar we hebben allemaal onze sterke kanten’, zegt ze diplomatiek.
Nieuwe mogelijkheden
In Nederland is de redactie van Vice Versa de laatste jaren flink afgeslankt, vertelt Broere, die nog wel met freelancers werkt. ‘En na het vertrek van mijn laatste vaste collega heb ik bewust niet meer in nieuwe Nederlandse krachten geïnvesteerd.’ Door de pandemie kwamen de debatten die Vice Versa in onder meer Pakhuis de Zwijger en de Rode Hoed organiseerde stil te liggen.
Was het de laatste jaren nog best spannend of het blad het zou overleven, de huidige ontwikkelingen geven Broere ‘ontzettend veel energie’, zegt hij. ‘Ik ben er ook heel trots op dat acht mensen in Afrika nu een bestaan hebben.’ Hoe hij de toekomst ziet? De website wordt belangrijker, maar Vice Versa blijft wat hem betreft een blad (‘ik ben nog van die generatie’). Al kost dat nu meer dan het oplevert. ‘Maar ik wil niet de hoofdredacteur zijn de stekker uit het blad trekt.’
Vooralsnog draait Vice Versa zonder subsidie, op abonnees, financiers van thema-edities en debatten. ‘Een institutionele investering zou dan ook heel welkom zijn’, zegt Broere. Het nieuwe team, met mensen met een management, financiële- en marketingachtergrond biedt volgens hem veel nieuwe mogelijkheden. ‘En Afrika telt ook heel veel rijke mensen, het geld hoeft niet altijd hier vandaan te komen.’
Praat mee
1 reactie
photopress, 13 maart 2022, 10:22
Vraag hoe moet en kan je mee praten als je niet eens een artikel kan lezen zonder abonnement?
Stuur als je een nieuwsbrief stuurt ook de rest van een verhaal mee.helaas ga ik wel twijfel aan de oprechtheid en waarheid. Van sommige artikelen.