Met de bereikbaarheid van redacties is het slecht gesteld. De telefonist(e) moet terug
Klantenservice, keuzemenu's en andere bootafhouders. Ook bij de krant lijkt het eenrichtingverkeer geworden. Raar toch, in een tijd waarin iedereen de mond vol heeft over interactieve media? Vroeger, ja vroeger was alles uiteraard beter.
(Door Jos van Noord en Taco Slagter*)
Toen telefonistes nog bestonden en de dames en heren van de hooggelegen redactie-etage door de ‘bezorgafdeling beneden’ elke dag wel werden verblijd met een paar kranten voor twee of drie adressen: als we dan toch die richting uit gingen, of we die dan meteen nog even wilden nabezorgen bij lezers die hadden gebeld omdat zij hun huisvriend deze ochtend niet op de mat hadden gevonden…
Toen waren ongelukjes heel gewoon. Geen gespreksgroepen, dienstoverleg of interne discussies: samen losten we het fluks op, toen.
Kranten missen nieuws doordat hun redacteuren onbereikbaar zijn.
De krant is intussen - letterlijk ‘op afstand’ - de laatste nieuwsbrenger. Dat heeft die krant deels te danken aan de opkomst van tv en sociale media, maar goeddeels aan zichzelf door de belangrijkste toegangsweg naar de redactie af te snijden, door die populaire entree domweg geheel weg te bezuinigen: de telefonistes, die hun pappenheimers kenden en iedere verslaggever ook persoonlijk, net als ieders specialisme binnen de redactie - er allemaal uit!
In de keuzemenu’s ontbreekt de belangrijkste toets, de tiplijn: Toets e e n als u meteen iemand van de redactie wilt spreken!
Dom, dommer, domst: de krant doet zichzelf de das om door onbereikbaar te worden voor tips van de ‘gewone lezer’.
We twitteren, feesboeken en app-en ons suf en de redacteuren van die stoffige krant hebben vanuit hun ivoren toren het nakijken.
De ogen en oren van het lezerspubliek, ooit misschien wel de belangrijkste antennes van de media: ‘Kijk uit, anders bel ik de krant even!’
Redacties hebben zich afgeschermd, zijn onbereikbaar. Stuur maar een mailtje. En vervolgens hoor je niks meer.
Vroeger, toen alles beter was, werd elke brief aan de redactie geregistreerd door het secretariaat. En als je zo’n brief na een week nog niet had beantwoord, dan kwam Miep Map van het redactiesecretariaat aan je bureau om te vragen waarom…
De krant is in veel gevallen het exclusieve domein van voorlichters geworden, lijkt het, van voorliegers vooral. Redacteuren bellen u wel terug, maar ze bellen niet.
Die hooghartigheid speelt niet alleen bij kranten, ook omroepen maken zich er schuldig aan. Radio en tv vragen het publiek dikwijls om reacties maar doen daar vervolgens niets mee, alleen in het zeldzame geval dat contact met luisteraars de redacties toevallig uitkomt. In vrijwel alle andere gevallen hoort de respondent niets terug.
Een van de meest populaire radiostations in Canada is ‘the station that listens to you’...
Hoe vaak luisteraars ook reageren op programma’s van zowel de publieke als de commerciële omroep: vooral bij kritische opmerkingen hoor je doorgaans niets terug of je krijgt het standaard-berichtje: door de vele reacties is het voor onze redactie onmogelijk om op elke email inhoudelijk te reageren.
Zo wordt de afstand tussen media en informatieconsumenten steeds groter. Kranten, van wie het vaste lezerspubliek sowieso al bestaat uit vijftigplussers, houden er dagelijks opiniepagina’s op na, vol met lezersreacties. Maar zij communiceren niet met hun respondenten, die moeten maar afwachten of er mogelijk iets met hun reactie wordt gedaan, of het de hoogmogende redacteuren uitkomt. Omroepen doen wel net alsof ze reacties van hun publiek willen, maar vinden die kennelijk alleen maar lastig. Hun (belasting)geld krijgen ze toch wel! Erg, toch?
Het is eigenlijk nog erger: want het publiek wordt uitgenodigd om te reageren, we zijn namelijk reuze interactief. Maar meestal krijgen respondenten slechts een geautomatiseerde reactie: ons programma ontvangt zoveel reacties dat er geen beginnen aan is om te reageren!
Waarom dan vragen om respons?
Wij voorspellen een gouden toekomst voor de krant die weer zo’n ouderwetse, echt interactieve telefonist(e) aanstelt, om lezers weer een stem te geven en tipgevers of andere respondenten meteen door te verbinden met de juiste redacteur of verslaggever.
Want, het klinkt misschien ouderwets, maar het medium dat graag serieus genomen wil worden, poeiert zijn lezer, luisteraar en kijker niet af, maar neemt die evenzo serieus.
*De schrijvers van dit opiniestuk zijn gewezen dagbladjournalisten.
Praat mee
2 reacties
Pål Jansen, 17 augustus 2021, 07:38
Enkele weken terug sprak iemand mij aan: waarom schrijven we over pietje om de hoek geen stuk, die heeft iets bijzonders meegemaakt. Ach, had ons meteen maar gebeld, zei ik (jaja, net als vroegâh ). Oh zegt ze, ik wist niet dat dat zo werkte.
jos van noord, 22 augustus 2021, 20:49
Interessante reactie, hierboven. Daar hebben we wat aan!
Zelf probeerde ik mijn eigen krant te bellen over een belevenis bij de kazerne waar nu Afghaanse evacuees worden opgevangen, opgesloten zo men wil. Ik belde op zaterdagmiddag naar de tiplijn, kreeg een antwoordapparaar en liet mijn naam en eigen telefoonnummer achter, zonder iets te zeggen over de inhoud van mijn tip. Het is nu zondagavond en ik ben niet gebeld, ofschoon dat met zoveel woorden werd toegezegd. Meer zeg ik niet!