word studentlid

— donderdag 1 juli 2021, 09:00 | 0 reacties, praat mee

Fotograaf Sanne Derks is thuis in het Andes-­gebergte

Het was een gevecht, vallen, huilen en vanuit wilskracht weer opstaan. Maar Sanne Derks heeft haar reisdoel gevonden: fotografie, in Latijns-Amerika. Ze voelt zich er thuis. In eigen land is ze een passant, nog zonder opdrachten. Laatste wijziging: 5 september 2023, 13:46

De voordeur van Sanne Derks’ woning is te bereiken via een steile, stenen trap, waarvan de hoogte is bepaald door de Arnhemse heuvels. De laan glooit, zonlicht breekt door het jonge bladerdak van de bomen. Achter de deur het geluid van snelle voetstappen die van hoog komen. In de deuropening verklaart de fotograaf de lange wachttijd: ‘Ik ben de badkamer aan het schoonmaken.’ Nahijgend is er al snel een glimlach. ‘Tegelijk volg ik op een scherm een webinar over foto­grafie. Leren, leren, altijd en overal.’

Haar leven is een kronkelige weg, ruig omlaag en ruig omhoog, van struikelen naar toch weer opstaan. Van onverdroten doorgaan. Sanne Derks is 41 jaar oud, maar pas de laatste twee jaar voelt ze zich echt fotograaf. Ze wordt gezien, haar foto’s verschijnen in The New York Times, The Guardian en The Globe and Mail. Ze kreeg een werkbeurs van de National Geographic Society voor een fotodocumentaire over de hervolking van het Spaanse platteland. Ze won een prijs bij de Zilveren Camera. Vreemd genoeg heeft ze nog nooit een opdracht gekregen van een Nederlandse krant.

Ze praat bijna drie uur lang aan een eettafel, die geplaatst is tegen een met fotoboeken gevulde kast. Het spreektempo is hoog, een ‘spraakwaterbak’ noemt ze zichzelf, alsof de tijd haar op de hielen zit. De koffie komt trager. Die zet ze met de hand op een ouderwets granieten aanrecht. Derks is tegen consumentisme en wars van verspilling.

Sinds vier jaar woont ze met haar vriend Niels in Arnhem. De woning is fijn, dankzij veel zonlicht en dichtbij de natuur. Met de stad zelf heeft ze weinig, zegt ze, het is een plek ‘om naar terug te keren en weer op reis te gaan’. Ze functioneert er niet, omdat ze er weinig is. Bij iedere terugkeer kan ze zich eenzaam voelen. Ze licht toe: ‘Vriendinnen in Nederland zijn heel belangrijk voor me, maar ze praten vaak over kinderen en nieuwe keukens. Ik praat en denk de hele dag over reizen, projecten en fotografie.’ Aan Niels Coppes heeft ze een goede gesprekspartner. Hij is curator fotografie bij Paleis Het Loo.

Op de tafel ligt een portretfoto, van haar met een andere vrouw, aan de trekken van het gezicht te zien van ver weg. Ze heet Victoria, vertelt Derks, een belangrijke vrouw die ze tien jaar lang intensief heeft gevolgd. Derks heeft haar jaren geleden bij een bedevaartsoord in Bolivia leren kennen. In dat land en Guatemala is alles begonnen. Alles viel er samen: onderzoeksdrift, fotografie en de nieuwsgierigheid naar andere culturen, zonder Nederland als basis te verliezen.

In gedachten is ze altijd op reis. Ze denkt in mensen, niet in grenzen. Derks lichaam woont in Arnhem, haar ziel in Latijns-Amerika en andere Spaanstalige landen, waar religie het dagelijks leven bepaalt. Heel anders dan in het katholieke Brabantse Mill en Sint Hubert, waar ze als meisje opgroeide. Zelf is ze niet gelovig, maar wel hevig geïnteresseerd. Als ze met Victoria en andere vrouwen samenkomt, ervaart ze verwantschap.

Als meisje had ze nog geen idee, dat ze zich in het Andesgebergte thuis zou kunnen voelen. Nijmegen was al ver weg. Ze ging er psychologie studeren, maar haar intellect bleef onaangeroerd in het feestbeest dat ze die jaren was. De studie gaf haar geen richting. Toen ze de keuze verder moest verfijnen, koos ze voor de studie cultuur en godsdienstpsychologie. ‘Oh God, nee toch’, had haar vader geroepen en zelf wist zijn dochter ook niet wat het precies inhield. Aan de studie was antropologisch veldwerk verbonden, een perspectief dat haar enthousiasme aanwakkerde.

De fascinatie werd gevoed door een onvergetelijke ervaring op een heilige berg in Guatemala, Midden-Amerika. Het beeld bewaart ze in haar geheugen, een foto heeft ze niet gemaakt. Fotografie moest nog even wachten. Rond haar twintigste jaar besloot Derks Spaans te leren. Op een dag wandelde ze met een rugzakje een bergpad op en eindigde bij een inheems ritueel. Inheemse vrouwen, bijeen gekomen in kleurrijke geweven kleding en doeken, stonden bij een houten kruis en een vuur. Ze gooiden eieren in de vlammen. Het Brabantse meisje snapte er niets van, wat gebeurde hier? Wat was katholiek aan dit ritueel? ‘De ceremonie met de vrouwen raakte me diep’, vertelt ze. ‘Het was veel meer dan prachtig, het was ook magie. Ik wilde alleen maar weten: hoe werkt dit? Ik wilde het onderzoeken en begrijpen. De ontmoeting met die vrouwen op de berg maakte een super imprint op mijn innerlijke dna.’

Terug in Nederland bestudeerde ze inheemse rituelen in Bolivia. De cijfers schoten omhoog, ze eindigde haar studie met een goed beoordeelde scriptie. Daarna moest Derks huilen. ‘Nu houdt het op, dacht ik, en ik wilde zo graag terug naar Zuid-Amerika.’ Een docent raadde haar aan te promoveren, een soort dissertatie waarvoor ze een ‘soort grote scriptie’ moest schrijven. Binnen twee weken was de scriptie af, nu mocht ze richting culturele antropologie en gender studies. En terug naar Bolivia, waar ze twee jaar zou wonen. Ze promoveerde.

Tijdens haar onderzoek voelde ze behoefte om het visuele aspect van de religieuze beleving te documenteren. Tekst vertelde te weinig, film was onbevredigend, fotografie kon de oplossing zijn. Haar partner Niels Coppes was fotograaf, maar ook sterk met Nederland verbonden. ‘Hij moest me helpen,’ zegt ze terwijl achter haar een deur opengaat en haar vriend verschijnt. ‘Als ik Niels wil behouden, moet hij van Bolivia leren houden. Dat kon alleen door middel van fotografie.’

Coppes komt bij de eettafel staan en zegt met een glimlach: ‘Ik was al lang binnenboord, hoor, het was goed gekomen, ook zonder fotografie. We zijn al negen jaar bij elkaar.’ Samen reisden ze naar Bolivia, ze leerde de eerste kneepjes van de fotografie.

Ongeluk bleef haar niet bespaard, het gebeurde al eerder in Nijmegen, waar ze destijds woonde. Derks’ knie werd door een brommerbotsing aan gort gereden. Lopen kon ze misschien nooit meer, en zeker niet over bergpaden. ‘Het was verschrikkelijk’, herinnert ze zich. ‘Ik moest revalideren, maar weigerde om thuis op de bank te zitten.’ Ze ging solliciteren en werd – nog in een rolstoel - aangenomen als docent psychologie op de Fontys Hogeschool. Het voelde niet goed, ze zat vast in huis en vooral in Nederland. ‘Ik wilde mijn vrijheid terug.’ De handen gaan plotseling zwaaien.

‘Ik wilde terug naar Bolivia en de vrouwen!’ Derks zat opgesloten in haar baan en huis. Tot er eind april 2015 een brief werd bezorgd. Ze kreeg smartengeld van het ongeluk, stond er geschreven. De volgende dag zegde ze haar baan op en verhuisde voor een jaar naar Barcelona voor een opleiding fotojournalistiek. ‘Het was de dag dat ik wist wat ik wilde.’

Naast haar werk bleef ze studeren. Ze schreef zich voor elke denkbare opleiding of webinar over fotografie in, van de Magnum summerschool tot de universiteit voor foto­grafie in Barcelona, waar ze ging wonen. Daar leerde ze doen en leren tegelijk. Ze beschrijft haar aanpak: ‘Overal op af gaan en niet bang zijn, verhalen zoeken, willen weten wat mensen beweegt, dat zit in me. Ik leer nog iedere dag. Omschrijf me maar als tomeloos geïnteresseerd en obsessief.’

In haar onschuld dacht ze als documentair fotojournalist meteen van haar werk te kunnen leven. De opdrachten zouden haar toevallen. Drie moeilijke jaren volgden, ook al fotografeerde ze en maakte ze al reizend nog zoveel verhalen. Ze begon van Cuba te houden, waar ze in de gebrekkige watervoorziening een potentieel foto-onderwerp zag. Ze dacht dat haar ideeën interessant genoeg waren. Maar Derks ontdekte dat de wereld van de fotojournalistiek gesloten was, zeker in Nederland. ‘Toen ben ik me gaan verdiepen in de werking van de uiterst competitieve fotomarkt’, zegt ze. Er ontstonden contacten met editors op het fotofestival van het Franse Perpignan. Ze mocht er exposeren, publicaties in The New York Times en The Guardian volgden. Pas de laatste twee jaar voelt ze als fotograaf grond onder de voeten, al ligt die voorlopig buiten Nederland.

Dan volgt een vlammend betoog: ‘In Nederland kom ik er niet tussen. Bij de grote kranten mag ik niet eens mijn portfolio laten zien. “Bedankt voor de mooie reportage, maar we hebben geen plek”, krijg ik te horen. Misschien hebben mijn verhalen te weinig actualiteitswaarde of liggen de onderwerpen te ver weg. Misschien moet ik nog harder werken. Misschien ben ik te vaak weg, misschien…’

Ze pauzeert even, op zoek naar het moment van een paar jaar geleden dat ze bijna brak. Er kwam zoveel kritiek. Geen talent, ga iets anders doen. ‘En dat terwijl ik internationaal wel een podium kreeg.’ Het zelfvertrouwen viel weg. Ze zocht een keer financiële steun bij het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten voor het fotoproject in Cuba, vertelt ze.

Ondanks aanbevelingsbrieven van de Deutsche Welle en The Guardian volgde een afwijzing. Opnieuw overviel een huilbui haar, Derks was mentaal en financieel uitgerangeerd. Ze herpakte zich en schreef het Fonds nog één brief, vol uit het hart maar wel bear­gumenteerd: ‘Kijk verder dan Nederland. Dit is mijn laatste kans, anders houdt het op!’

Ze wachtte de reactie niet af en reisde naar Cuba. In een internethotel ontving ze na een maand een berichtje uit Nederland. Het Fonds deelde mee alsnog een subsidie uit te keren. ‘Mijn hele wereld veranderde’, glundert ze terwijl ze haar armen triomfantelijk boven het hoofd laat wapperen. ‘Het Fonds heeft mijn carrière gered, waarvoor ik het bestuur heel dankbaar ben.’

Nu denkt ze de hele dag aan werkbeurzen, opleidingen, nieuwe onderwerpen, nieuwe reizen, waaraan grondige studies vooraf gaan. Haar wilskracht en vastberadenheid zijn groot. De onrust lijkt op haast, hoort ze me zeggen. ‘We moeten het nog ergens over hebben’, zegt ze out of the blue. ‘In mijn leven heb ik altijd al veel haast gevoeld. Ik wil veel meer dan ik kan doen. Ik denk nu te weten waar die haast vandaan komt: mijn moeder is overleden, toen ik 11 jaar oud was. Ik ben nu bijna zo oud als zij destijds. Het is belangrijk de dingen te doen voordat het misschien niet meer kan. Ik kan als fotograaf duizend levens leven.’

Op mijn verzoek gaan we naar boven, de steile trap op naar de werkkamer waar ze de webinar volgde. Derks verontschuldigt zich voor de chaos. Op het bureau liggen stapels boeken, notitieblokjes, usb-sticks en verfrommelde papieren, een deel is verspreid over de vloer. Aan een muur hangt een ingelijste fotoposter van een moeder en kleine dochter met de tekst: ‘Omdat god niet overal kon zijn, schiep hij de moeders.’ Derks loopt naar een kastje bij de deur. Daar komen verschillende Maria’s, een foto van Frida Kahlo en Mexicaanse souvenirtjes samen. ‘Hier vind ik inspiratie’, zegt ze, ‘en voel ik me thuis’.

Sanne Derks (1979, Mill en St.-Hubert)

Opdracht­gevers en publicaties o.a.: The New York Times, CNN, El País, The Guardian, Deutsche Welle, Globe and Mail, Al Jazeera, CARE, Goethe Institute, Getty Images, Open Society Foundations.

Prijzen en erkenningen: National Geographic Explorer, Rutopia; Eddie Adams National Geographic Award; Expositie Visa Pour l’Image; New York Times Port­folio Reviews; Zilveren Camera, 3e prijs internationaal documentair, Manifiesto del Agua; toegelaten tot Women Photograph.

Opleiding: ­Master Psychologie, Ph.D. Culturele Antropologie en Gender Studies, Master Fotojournalistiek, Universidad Autónoma Barcelona.

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.