Meer ruimte voor onderzoek bij het AD
Het Algemeen Dagblad heeft het idee van een losse onderzoeksgroep binnen de nieuwsredactie losgelaten. In plaats van een selecte groep journalisten zich bezig te laten houden met onderzoek, wordt nu ook van andere redacteuren binnen de 33 koppen tellende nieuwsredactie verwacht dat ze aan het onderzoeken slaan. “We kijken ieder jaar of er dingen zijn die beter kunnen binnen onze nieuwsredactie en draaien voortdurend aan de knoppen”, reageert hoofdredacteur Christiaan Ruesink desgevraagd. “We hebben er nu voor gekozen om het exclusieve recht om te onderzoeken los te laten en onderzoek breder te trekken. Daardoor is er over de hele redactie genomen nu meer ruimte voor onderzoek.”
De onderzoeksgroep van het AD werd opgericht in 2012 en bestond in eerste instantie uit vijf journalisten. Ruesink noemt het voormalige groepje per definitie geen ‘onderzoeksredactie’, omdat “je dan het gevaar loopt dat je mensen maanden niet ziet”. De leden van de onderzoeksgroep, waaronder Marcia Nieuwenhuis, Koen Voskuil en Jeroen de Vreede, vielen formeel altijd al onder de nieuwsredactie. “Met een aparte onderzoeksredactie leg je enorme druk op mensen. Omdat ze maanden aan een verhaal kunnen werken, moet alles wat ze maken meteen geweldig zijn. Dat is moeilijk vol te houden.”
Onderzoeken moet sowieso iets zijn wat alle leden van de nieuwsredactie moeten kunnen, vindt Ruesink. Om die reden wordt ook kennis die binnen de voormalige onderzoeksgroep aanwezig is – bijvoorbeeld over het indienen van wob-verzoeken – gedeeld met de rest van de nieuwsredactie. Volgens Ruesink heeft het loslaten van de voormalige structuur al zijn eerste resultaten opgeleverd. “We hebben recentelijk twee redacteuren vrijgemaakt om te schrijven over de jihad. Dat zijn twee mensen die eerder niet tot de onderzoeksgroep behoorden, maar die nu wel al weken met eigen nieuws komen.”
Praat mee