De treurigheid van IBC
Dit weekend was de RAI het centrum van de broadcasting wereld. De IBC vult dan 10 immense hallen met de nieuwste camera’s, virtual studio’s en satellietsystemen, duizenden mannen in donker pak en een paar hooggehakte vrouwen slenteren langs de soms poenerige stands. Lampjes, knopjes, een caleidoscoop aan flitsende TV-schermen. Het lijkt een feestelijke karavaan van een innovatieve mediatechsector. Maar ik werd er een beetje verdrietig van.
Misschien lag dat aan mijn verwachtingen. Ik was er vier jaar eerder voor het laatst, en hoopte geprikkeld te worden met vernuft. Ik associeer de toekomst van TV met Youtube, mobiel en big data, met grote events op de lineaire kanalen die community’s aanzwengelen, nieuwe formats. Journalisten werken meer op locatie dan ooit, en bouwen hun eigen fanbase op. De grote newsrooms analyseren voortdurend de impact van hun items en sturen bij. Videofragmenten worden voortdurend op het beste tijdstip verspreid, 360 graden camera’s bieden de consument de ervaring dat ze er echt bij zijn. Google Glass biedt oorlogscorrespondenten de mogelijkheid om live door een beschoten stad te lopen. Zoiets. Ik weet niet of alle ideeën even waardevol zijn, maar je verwacht op zijn minst dat de toeleveringsindustrie laat zien welke scenario’s door de huidige techniek worden ondersteund.
Maar dat zag ik allerminst in de RAI. Het beste wat die miljardenindustrie te bieden had was een nog betere videokwaliteit (we gaan nu van 4k video naar 8k video), een gebogen TV en software die je video op alle platformen tegelijk publiceert (‘ja, zelfs ook naar je eigen Facebook account, mijnheer, zo vanuit de videolibrary’). Dat gebrek aan ideeën werd het best geïllustreerd door de ‘Future Zone’. Een morsige kleine ruimte met een paar HD-camera’s en een volstrekt onduidelijk technisch gedoe van de BBC. Ik was daar dichtbij een depressie.
Nog erger was de eenvormigheid. Zo’n 50% van de stands werden ingenomen door bedrijven die claimden het ideale softwarepakket voor een multimediale omroepworkflow te hebben geschreven, niet zelden geïllustreerd met hemeltergend lelijke visualisaties en bedenkelijke specificaties. En 30% van de andere stands claimde echt heel veel video ‘in de cloud’ te kunnen opslaan. Niet onbelangrijk, maar in de kern nogal banaal. Geen woord over Youtube Playlists, over mobiele TV-kanalen of geautomatiseerde ondertiteling. Geen Google TV applicatie of ‘journalist van de toekomst’ te vinden. Geen recommendation engines, geen curatietools.
Na een paar uur steeds sneller lopen, ontkwam ik niet aan de conclusie: in de RAI hing de geur van rottend oud geld. Van een navelstarende industrie die dacht met zijn tijd mee te gaan, maar geen idee heeft hoe fundamenteel de veranderingen echt zijn. Het is niet een kwestie van meer, maar van anders. Er waren een paar uitzonderingen, zoals de Vlamingen, maar het algemene beeld was treurig. Dat lijkt me slecht nieuws voor de IBC, die als wereldevenement geen enkele visie of ‘joie de vivre’ verraadt. Maar het is erger: het is me duidelijk geworden dat omroepen en reacties de komende jaren weinig hulp hoeven te verwachten van de technische broadcastindustrie.
Erik van Heeswijk
CEO CleverLions.com
Volg me op Twitter of Facebook als je ook tussendoor op de hoogte wil blijven:
Twitter.com/erikvh
facebook.com/erik.vanheeswijk
Praat mee