#1 Tips en Trucs: social media en nieuws

Aron Pilhofer wordt na negen jaar Digitale cheffuncties bij New York Times voor The Guardian de Executive Editor of Digital, sprak over de opbouw van mobiel platform NYT Now:

* Belachelijk om naar de kosten te vragen van een productie als Snowfall gezien de majeure innovatie die ermee gepaard ging;

* Buzzfeed kreeg een magische klank, maar er niets magisch aan, maar ze hebben hun digitale strategie met meten, analyseren en toepassen heel goed op orde;

* Bij een nieuwe digitale uitgave moeten vanaf dag één redactie, vormgeving, techniek, marketing en verkoop in één projectgroep intensief laten opbouwen;

* Journalistiek onderschat het belang van goed ontwerp. “Design is not just what it looks like and feels like. Design is how it Works.” (Steve Jobs)

* Bouwen doe je in een agile manier: intensief samen sprints van een, twee weken maken, invoeren en volgende element oppakken;

* Ontwerp was een soort dictaat van designers, nu een gezamenlijk begin;

* Eerste vraag: hoe trek je bezoekers? Bedrijfsmodel volgt later;

* Leg bedrijfsmodel vast in veronderstellingen, bijvoorbeeld mobiel, nieuwe doelgroep (naast oude NYT-abonnees);

* Creëer een ‘minimal viable product’en ga er snel mee testen om feedback te genereren;

* Ga weg van de berg nieuws als uitgangspunt zoals in print en websites als uitgangspunt; biedt de abonnee ‘precies genoeg’;

* Ook journalisten moeten (dus) zo veel mogelijk weten van de voorkeuren en afname door hun gebruikers/lezers;

* Aggregeer uit andere bronnen die bij het profiel passen dat de abonnee kiest;

* Durf geld te vragen; $8 per maand voor NYT Now (“Misschien te veel”)

* Probeer publicatie af te stemmen op tijdstip en plek van verblijf van mobiele klant;

* ‘Atomiseer’ je nieuwsverhaal en publiceer in verschillende, afgestemde vormen;

* Journalisten denken in tekstartikelen tot 2.500 woorden voor de weekendkrant; Dit is niet houdbaar voor nieuwe digitale producten.

* Leer van goede niet-journalistieke initiatieven als Buzzfeed, Facebook Paper en Google Now

* Als je een geheel nieuwe journalistieke organisatie opzet, ruim veel plaats in voor analyse, sociale media en marketing (‘audience development’)
 
Daan Jansen van de NCRV Altijd Wat Monitor, gemaakt met tien redacteuren voor online publicatie en acht tv-uitzendingen in 2014:

* Richt journalistiek in als een continue interactief proces;

* Richt je op trends in plaats van incidenten;

* Kern: stel scherp omlijnde, nauwkeurig geformuleerde vragen, gericht op feiten;

* Verzamel informatie en data gericht op kennis, negeer meningen;

* Beroepsziekten en aangifteproblemen waren heel concreet en een succes, ‘Werkloos en boos’ lokte te veel meningen uit, ‘foute dokters’ krijgt geen response;

* Maak helder, en onderscheid wat je wilt met publiek en met professionals;

* Biedt publiek per onderwerp makkelijke domeinnamen zoals Beroepsziekten.nl en Waarismijnaangifte.nl;

* Op transparantie van het journalistiek proces zit de kijker niet te wachten;

* Probleem: hoe houd je in het proces de verbanden en structuur; de ‘sequence’ van de gebeurtenissen.

Alfred Hermida, professor at the Graduate School of Journalism van de University of British Columbia in Vancouver, Canada, begon in 1997 de nieuwssite van de BBC.

* Journalistiek werkt rationeel, maar delen – sociaal aanbevelen - vindt plaats met emoties;

* ‘News fit to print’ is niet noodzakelijkerwijs ‘news fit to share’

* Analyseer heel nauwkeurig verschillen tussen beste en minst gelezen artikelen en beste en minst gedeelde artikelen;

* Positieve emoties leiden eerder tot delen dan negatieve;

* Sociaal delen wordt vaak gedaan om anderen te inspireren of goed te stemmen;

* Breng dus ook negatief nieuws met in gedachten de positieve, emotionele stimulans om te delen;

* Sommige negatieve emoties zetten wel aan tot delen, op de eerste plaats afschuw;

* Ook verongelijktheid en/of herkenbare ellende leidt tot het delen van journalistiek, evenals waarschuwende elementen.

Stephen Khan, hoofdredacteur van de Britse site met journalistieke artikelen van wetenschappers The Conversation, stond daar vrijwel lijnrecht tegenover, evenals daarna Rob Wijnberg

* Breng op de eerste plaats journalistieke, inhoudelijke kwaliteit en niets anders;

* Je creëert zelf een serieus, goed publiek;

* Aanbieders van wetenschap, zoals universiteiten, kunnen je uitgave betalen terwijl de inhoud onafhankelijk blijft.

Rob Wijnberg is oprichter en hoofdredacteur van de Correspondent dat gaat voor diepgang en/maar gemiddeld vier minuten per bezoek krijgt toebedeeld van de lezer. (“Dat is redelijk veel”)

* Discussies over vernieuwing gaan te veel over de vorm en distributie en te weinig over de journalistieke inhoud;

* Gouden regels voor succes van vernieuwing bestaan niet en negeer ze dus maar;

* Succes is afhankelijk van de kracht van de betrokken mensen en zij moeten de vernieuwing bepalen en uitdragen;

* Technologische- en ontwerpkeuzes bepalen in grote mate je digitale succes;

* Stel ontwerpers en programmeurs op gelijke hoogte met journalisten, bij aanvang maar ook later in je proces als je problemen tegenkomt.

* Laat mensen uit je publiek met kennis bijdragen, pik de besten eruit, ga een dialoog aan en bouw met hen aan nieuwe publicaties;

* Je terrein is een tuin die je voortdurend onderhoudt met aanvulling van nieuwe planten die het geheel verrijken;

* Denk meer in grote vragen die je in de loop der tijd wil verhelderen dan in snel af te ronden onderwerpen;

* kern van de journalistiek is delen wat je leert. (Joris Luyendijk: ‘Sharing your learning curve’)

* Elke lezer is ergens een expert in. Lezers vormen met die kennis het goud en vormen op termijn de ‘grootste rolodex’.

* Richt je op je publiek in plaats van je medium;

* In een dagelijks ritme verschijnen is wel relevant, draagt bij aan gewoonte en binding;

* Laat journalisten liever vrij dan ze in een innovatief keurslijf te zetten;

* Journalisten zijn te makkelijk angstig, bijvoorbeeld met reacties. Ze kunnen beter sturen en coördineren op kennistoevoeging dan angstig barre meningen afwachten;

* Vertrouw (dus) de mens