VillaMedia.nl
             
             

Nederlandse Vereniging
van Journalisten

De JournalistGenootschap /FreelancersAdvies / Mediadebat / de Fotojournalist.nl / Zoek Een Freelancer / Perskaarten

 
NVJ voorpagina Adres


Nieuwsoverzicht
Nieuwsarchief
Adres, contact
Secties: zie rechts

 Over de NVJ 
Algemeen
Cao's / Statuten
Individuele hulp
Internationaal
Lidmaatschap
Onderdelen
Perskaarten
Secretariaat
Stemlokaal
WieIsWie bij de NVJ

Contributievoordeel
NVJ-verzekeringen

Extern:
NVJ-archief (IISG)


 Thema
C2000

  Terug naar nieuwsovericht

Rede Ayaan Hirsi Ali op de dag van de Persvrijheid:
Weg met de zelfcensuur
(3 mei 2005)

Het is een bijzonder genoegen een lezing te houden voor de NVJ. Mag ik gebruik maken van de gelegenheid om eens een vraag aan u te stellen. U weet maar al te goed dat de situatie meestal omgekeerd is. U bent gewend dat u de vragen mag stellen. Vandaag draaien we die situatie lekker om.

De achtergrond van mijn vraag is dat ik vermoed dat er in de Nederlandse pers een gebrek aan kennis van de koran is. Vergeeft u mij dat ik bij deze gelegenheid nog een keer met deze voor de meesten van u zo nieuwe godsdienst aankom.

Ik zal proberen ook nog iets te zeggen over PSV of AZ, en misschien wel de koningin of over de edelachtbare secretaris van uw vakbond. Ik vermoed dus – laat ik het maar ronduit zeggen – dat bij de meesten van u een gebrek aan kennis van de koran is, en wat misschien nog wel belangrijker is: een gebrek aan kennis is van de geschiedenis van de islamitische cultuur.

Mijn vraag is een soort quizvraag, en hoewel ik nog niet gevraagd ben door het nieuwe televisiestation van John de Mol, speel ik graag even de rol van de zwarte Linda de Mol.

Als dit zo’n televisieshow was, dan zou ik er nu bij voorbeeld over beginnen of u een makkelijke vraag wilt of een moeilijke.

Ik begrijp dat u liever een makkelijke vraag wilt.

Goed. Dan is dit de vraag:

‘Komt de figuur Job ook in de Koran voor?’

Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord.

Zegt u ja of zegt u nee?

U mag nu nog geen joker inzetten.

Het juiste antwoord is: ja.

Maar dan komt mijn tweede vraag, en die is misschien wat moeilijker: Wat is het verschil tussen de bijbelse Job en de Job in de Koran? U krijgt even de tijd erover na te denken.

Ik wilde het vanmiddag met u over iets anders hebben – dat wel direct met mijn vraag verband houdt – namelijk de zelfcensuur in de journalistiek. En de stelling die ik wil verdedigen, is verbonden met deze zelfcensuur.

Mijn stelling is: islamitisch fundamentalisme is op dit moment het grootste gevaar voor de persvrijheid in Nederland. En het is een gevaar dat vooral de Nederlandse pers maar beter niet kan onderschatten.

Voordat ik mijn stelling verdedig wil ik eerst iets kwijt over vandaag, 3 mei, als de datum van de lezing die de persvrijheid tot onderwerp heeft. Er was enige weerstand tegen deze datum omdat 3 mei zo dicht ligt bij de vierde. Ik moet zeggen dat ik dat juist goed vind, omdat we zo telkens leren zien dat persvrijheid het belangrijkste wapen is tegen onderdrukking. Daaraan wil ik toevoegen dat de doden die op we op 4 mei herdenken en de vrijheid die we op 5 mei vieren naar veel meer verwijzen dan alleen het vertrek van de Duitse bezetter. Dit zijn dagen die de overlevenden en de naoorlogse generaties blijven herinneren aan het ontstaan en gedijen van een totalitaire ideologie.

Het is waar dat het nationaal-socialisme door middel van militair geweld werd opgelegd. Maar het is ook waar dat een verontrustend groot deel van de Duitsers, maar ook andere Europeanen deze ideologie vrijwillig en met hun volle verstand hebben aanvaard. Dat is wat de Franse filosoof Revel in een ander verband ooit ‘de totalitaire verleiding’ heeft genoemd.

De boodschap van het islamitisch fundamentalisme is anders dan die van het nazisme maar heeft in andere opzichten verdacht veel weg van deze ‘totalitaire verleiding’.

Ik wil nu terugkeren naar mijn stelling over het islamitisch fundamentalisme en over de zelfcensuur. U vindt misschien dat ik wel eens iets naars zeg over minister Donner of minister Remkes en dan iets mompel over Madurodam, maar u moet niet denken dat ik het bij censuur heb over sluwe maatregelen van deze ministers. Ik heb het over zelfcensuur, de censuur die de media op zichzelf toepassen.

En ik moet u zeggen dat dat een lastig onderwerp is, want u bent wel de laatste die zal toegeven dat u gebukt gaat onder zelfcensuur.

De eerste vorm van zelfcensuur is het vergeten. Misschien is dit vergeten wel een natuurlijk mechanisme. Het leven herneemt zijn rechten. Na een afgrijselijke gebeurtenis krijgen we na verloop van tijd behoefte aan even iets anders, niet elke keer weer die gebeurtenis, die ramp, die oorlog, die dood. Het leven herneemt zijn rechten, en zoals in uw geval: de actualiteit herneemt zijn rechten, even iets anders, zoals de voorbereiding van PSV op het duel met AC Milan, of zoals de kranten van afgelopen maandag uitgebreid verslag doen van de prachtige lentezondag: de Telegraaf met een foto op de voorpagina van een oerhollands stel, dat zich in de zon zit bruin te bakken, de Volkskrant met een foto van touwtje springen op het strand. Het Parool had maandag een foto van afval in het centrum van Amsterdam onder de titel: ‘Het was weer een lekker feestje’, met enige nauwkeurige cijfers erbij: ‘De stadsreiniging had maandagmorgen al 133.000 kilo Koninginneafval opgehaald.’

Maar ook heeft Het Parool een bericht op zijn voorpagina over de moord op Theo van Gogh. Het was gisteren een half jaar geleden dat Theo werd vermoord. Op de plek van de moord, in de Linnaeusstraat, zo staat in het bericht, was van herdenken geen sprake. Geen bloemen of briefjes, alleen geparkeerde auto’s. En zo gaat het bericht verder: ,,Dat op de plek waar de moord werd gepleegd, auto’s kunnen parkeren en het dagelijks leven gewoon doorgaat, snapt Piet Sagel van GroenLinks wel. ‘Het is nu eenmaal een druk stukje straat’.”

We zijn de moord niet vergeten, maar de onverdraaglijke gruwelijkheid ervan is al verbleekt. Het is oud nieuws.

De gruwelijkheid is verbleekt, maar ook de betekenis ervan voor het vrije woord. De schok was groot en terecht, want deze moord wierp een schaduw over datgene wat wezenlijk is voor een open samenleving:

Een onbevangen en kritische meningsvorming.

De angst die je nu overal bespeurt, het gevoel van intimidatie moet worden weerstaan. Dat begint heel eenvoudig met kritiek op de uitgever van het boek van Geert Wilders die niet aandurft voor zijn publicatie te staan en de boekhandel die bang is een signeersessie te organiseren voor datzelfde boek.

De moord op Van Gogh staat niet op zichzelf. Hij is verbonden met het islamitisch fundamentalisme. Dit fundamentalisme heeft te maken met een tweede factor van zelfcensuur: We zijn islammoe. We geloven het wel.

En u moet mij geloven dat ik er ook wel eens moe van word.

En toch zal ik u er deze keer nog eens mee vervelen.

Want ik beschouw deze vorm van zelfcensuur als een vorm van verdringing.

We willen het gevaar liever niet in al zijn naaktheid zien.

Niet elke dag.

Niet elke week.

Het is onverdraaglijk.

We willen het liever relativeren en misschien wel het liefst wegrelativeren.

We gaan dan praten over het fundamentalisme van andere godsdiensten, over andere landen, over andere gevaren.

In Engeland protesteerden 60.000 boze christenen bij de BBC tegen de tv-uitzending van Jerry Springer: The Opera.

Er kwam kritiek van hoge functionarissen die vonden dat de BBC zich schuldig maakte aan blasfemie. Een toneelstuk in Birmingham over moord en verkrachting in een Sikh-tempel ging niet door, nadat sikhs het theater bestormden.

En de BBC schrapte een satirische serie over het Vaticaan na protesten uit katholieke hoek.

Hier is, na het vergeten en het verdringen, een derde punt van zelfcensuur aan de orde: de angst om mensen in hun religieuze gevoelens te kwetsen.

Het kan zijn dat in theorie een zeker fundamentalisme deel uitmaakt van elke religie, maar in de praktijk zijn de verschillen groot. De SGP is geen Al Qaeda. Voor mijn nadruk op de gevaren van het islamitische fundamentalisme heb ik drie argumenten:

1. de omvang van de extreem-islamitische beweging.

2. het wankele bestuur in ons land

3. de inzet van de radicale moslims


Het eerste punt gaat over de omvang.

Er leven mensen in Nederland die van een christelijke, joodse of zelfs misschien van een Sikh- theocratie dromen.

Maar deze zijn in de minderheid binnen hun geloofsgemeeschap in vergelijking met de islamitische fundamentalisten onder de moslims.

Lees eens het rapport ‘Moslim in Nederland’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau en dan valt onmiddellijk op dat veel moslimjongeren andere ideeën hebben over persvrijheid en religie. De onderzoekers concluderen: ‘Zowel Turkse als Marokkaanse jongeren zijn veel vaker bereid om een blad dat met godsdienst spot uit de handel te laten nemen dan autochtonen’.

Andere conclusie: ‘Van de allochtonen is slechts een kleine minderheid voor onbeperkte persvrijheid, ook wanneer de godsdienst wordt bespot.’ Dat zijn zorgwekkende gegevens en daar helpt zelfcensuur echt niet tegen.



Het tweede punt gaat over het wankele bestuur.

De verwijten van de overheid dat de media onverdraagzaamheid aanwakkeren en tegenstellingen in de samenleving vergroten, camoufleert een gebrek aan moreel en bestuurlijk gezag. Wat voor indruk maakt onze overheid op moslimextremisten in Nederland, die nota bene in de gevangenissen jongeren ronselen voor de jihad?

Dat Samir A. na zijn vrijlating de eerste journalist die op hem afkomt een dreun verkoopt en daarmee wegkomt.

Dat de AIVD ons wijsmaakt dat opinieleiders in het debat over de islam jongeren in de armen van radicale lieden drijven.

Dat diezelfde AIVD geïnfiltreerd blijkt te zijn.

Dat er binnen deze organisatie bestanden met gevoelige informatie gewist blijken te zijn.

Dat de AIVD al heel vroeg getipt is over de moordplannen van Mohammed B. op Theo van Gogh maar dat er in de woorden van de tweede man van deze inlichtingendienst ‘een taxatiefout’ is gemaakt. En dan heb ik het nog niet eens over het tekort aan infiltranten van de inlichtingendienst, dat in schrijnend contrast staat met de groei van het aantal radicale moslims.

De huidige politici en bestuurders zijn te verdeeld om een eensgezinde visie te ontwikkelen op de gevaren die ons bedreigen en wat we onder terrorisme moeten verstaan.

Ze slagen er maar niet in de coördinatie tussen justitie, politie en inlichtingendiensten te verbeteren, of tussen nationale en lokale bestuurders, die niet in staat blijken cruciale informatie op de juiste momenten met elkaar te delen.

Kabinet na kabinet neemt zich voor de samenwerking op het gebied van migratie en veiligheid met andere Europese landen te verbeteren, maar het is geen een van hen nog gelukt om op bevredigende wijze tot een effectieve aanpak op Europees niveau te komen. Voor mij is dat een van de belangrijkste argumenten om de Europese Grondwet een kans te geven, want dat neemt het excuus weg.

De overlegcultuur in Nederland kweekt bestuurders die veel overleggen en weinig doen. Ik denk dan ook dat het beter is om tot een tweepartijenstelsel te komen, vergelijkbaar met de VS en Engeland. Een stelsel dat de mentaliteit van de polderconcensus weet te overwinnen en meer daadkracht bij politici en bestuurders bevordert.


En ten slotte, wil ik wijzen op de inzet en overtuiging van radicale moslims die alle middelen gebruiken om hun droom van een huis van de islam te bereiken. Naast informatiekanalen zoals de televisie, radio, Internet en andere media worden er mannen en vrouwen ingezet de blijde boodschap te verspreiden.

Elke bekeerling moet anderen bekeren.

Elke born-again-muslim moet anderen zover brengen.

Zo verward en verdeeld als onze politici zijn over de inhoud en de dreiging die de islam eventueel zou kunnen zijn, zo helder en verenigd zijn de radicale moslims over hun doelen en de middelen die ze willen gebruiken.

Het is dus het gelijktijdig optreden van deze drie factoren - de omvang van de beweging, de wankelmoedigheid van onze bestuurders en de inzet van de jihad-beweging – dat voor mij het argument is om een appèl te doen op u.

Deze lezing is meer dan alleen een rituele jaarlijkse lezing waarbij we alle vrijheden opsommen en verklaren ons bewust te zijn van alle bedreigingen van deze vrijheden.

De lezing van vandaag is een oproep tot handelen.

En ik roep u op u sterk te maken voor de bescherming van opiniemakers.

In het belang van het informeren van de burgers over de jihad vraag ik u op te houden met de zelfcensuur.

Een zelfcensuur die ook ingegeven lijkt door terughoudendheid in het bekritiseren van de islam, een angstvalligheid die ten opzichte van het christendom sinds de jaren zestig geheel los is gelaten. Daarbij speelt ook mee dat velen het nog steeds moeilijk vinden om op een onbevangen manier te schrijven over de positie van minderheden, ook al is in deze vorm van zelfcensuur de laatste jaren wel verandering te bespeuren.

Verder beschermen we een cultuur van vrije meningsvorming niet door oude artikelen tegen de godslastering een nieuwe betekenis te geven. Het levensgrote misverstand dat achter zo’n voorstel ligt is dat we de dreiging van het fundamentalisme kunnen afkopen met diplomatie.

Als we maar zacht spreken;

de dingen half maar nooit helemaal bij hun naam noemen; toegeeflijk zijn tegenover hen die het woord compromis niet kennen; als we dat allemaal zouden doen, dan zouden we radicalisering kunnen tegengaan.

De critici van de islam, zoals Paul Scheffer ons eraan herinnert, wordt ook wel huisvredebreuk verweten. Dat doet hem denken aan de houding tegenover de dissidenten van het communisme in de jaren van de Koude Oorlog. De memoires van Havel heten niet voor niets ‘Disturbing the peace’:

ook zij werden als critici van totalitaire denkbeelden veroordeeld omdat ze de ontspanning zouden bedreigen.

Maar duurzame vrede, werkelijke ontspanning kan niet zonder vrijheid en dat geldt evenzeer voor de moslimgemeenschappen in de wereld.

In een levendige democratie is religie – elke religie en elk heilig boek – voorwerp van kritiek en soms ook spot.

Dat kan pijnlijk zijn en moeilijk, want wie het gevoel heeft dat wat hem dierbaar is, niet door anderen wordt gedeeld, moet een gevoel van verlies aanvaarden.

Maar dat is de kern van vrije samenleving: het recht van gelovigen is ook het recht van de ongelovigen en van de afvalligen.

Men kan geen vrijheden voor zichzelf claimen en die niet voor anderen willen verdedigen.

De media in al hun pluralisme spelen in dat leerproces een wezenlijke rol.

Als hoeders van het meningsverschil moeten ze vrijuit oordelen en polemiseren, gevestigde machten bevragen en uitdagen. Veel journalisten zijn te zeer verweven met een cultuur van consensus, met een vrees voor conflicterende ideeën.

Dat is niet goed. Nederland is aan het veranderen en daar horen ook botsingen bij, zolang ze maar met woorden worden beslecht en niet met geweld.

U moet zich er dan ook niets van aantrekken dat politici beweren dat u de verschillen uitvergroot en de tegenstellingen aanwakkert.

U moet het gevaar signaleren en de bedreiging begrijpen.

U moet zorgen dat journalisten en opiniemakers worden beschermd door de overheid.

U bent de waakhond van de democratie.

Tot slot ben ik u nog een antwoord schuldig op de quizvraag. Wat is het verschil tussen de bijbelse Job en de Job in de Koran? Het verhaal in de Koran is kort en vlak. Job wordt beproefd, hij is gehoorzaam en hij wordt beloond. Einde verhaal. Het verhaal in de Bijbel is dramatisch, Job komt in opstand tegen God, hij is wanhopig, hij gaat tekeer tegen God, hij klaagt Hem aan. Dat is een stijlfiguur die in de Koran niet voorkomt, en dat is dan ook een wezenlijk verschil tussen beide godsdiensten.

In de christelijke traditie is wanhoop, ongeloof en kritiek mogelijk. In de film ‘Submission’, die ik samen met Theo van Gogh heb gemaakt, hebben we precies dat geprobeerd uit te beelden. U weet dat ons dat niet in dank is afgenomen.

 
  rechts dit is kolom 1

NVJ-links

Wat de NVJ doet
Lidmaatschap
Cao's
Justitie/Politie
Perskaarten
Redactiestatuten
Stemlokaal

Secties

 Algemeen
Dagblad
Omroep
Publiekstijdschrift
Opinietijdschrift
Vaktijdschrift
 Freelance
 Persbureaus
 NVF (foto)
Plus
Vers in de Pers
Internet

Lokale media
 Sport 
 

Afdelingen

Rotterdam RJV
Midden-Nederland

Diensten

Advocaten&Juristen
Wet Openbaarheid van Bestuur





 

Onderzoek

De
Digitale
Journalist

 
Aanbevelingen:


 -----------

 -----------

-----------

-----------

Deskundigen, contact-
personen, organisaties
Login NVJ'ers  Info

-----------


-----------
-----------
-----------
-----------

-----------

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

villamedia.nl

Home | Links | Prikbord | Vacatures | Forum | Over ons | NVJ | Disclaimer
Reageren:
redactie@villamedia.nl Telefoon NVJ: 020 -67 66 77 1