VillaMedia.nl
             
             

Nederlandse Vereniging
van Journalisten

De JournalistGenootschap /FreelancersAdvies / Mediadebat / de Fotojournalist.nl / Zoek Een Freelancer / Perskaarten

 
NVJ voorpagina Adres


Nieuwsoverzicht
Nieuwsarchief
Adres, contact
Secties: zie rechts

 Over de NVJ 
Algemeen
Cao's / Statuten
Individuele hulp
Internationaal
Lidmaatschap
Onderdelen
Perskaarten
Secretariaat
Stemlokaal
WieIsWie bij de NVJ

Contributievoordeel
NVJ-verzekeringen

Extern:
NVJ-archief (IISG)


 Thema
C2000

  Terug naar nieuwsovericht

Veelgestelde vragen over prepensioen, enz.
19 mei 2004

Waarom zijn de onderhandelingen met
kabinet en werkgevers mislukt?
 

Op 18 mei hebben vakbonden, werkgevers en kabinet tot in de kleine uurtjes doorgepraat tijdens het voorjaarsoverleg. Uiteindelijk lag er een bod op tafel van het kabinet, waar de werkgevers zich bij aansloten. FNV en de andere bonden gingen niet akkoord. Dit om twee redenen:

1. Het kabinet wil stoppen met werken pas mogelijk maken vanaf 62,5 jaar

FNV en anderen hebben steeds gepleit voor prepensioen vanaf 62. Nu is dat soms al met 60 jaar. Maar misschien nog belangrijker is het volgende punt:

2. Werknemers beslissen individueel of ze meedoen.

Volgens de FNV knipt het kabinet hiermee de solidariteit tussen de generaties door. Iedereen kan op elk moment uit de regeling stappen. De verwachting is dat vooral jongeren dat ook zullen doen. Zeker omdat ze in het plan van het kabinet dan een hoger nettoloon overhouden. In het verleden is dit bij pensioenfondsen in Engeland ook gedaan. Wat is het gevolg: jongeren stappen eruit, en het pensioenfonds loopt leeg. En aan het eind heeft iedereen het nakijken.

In vaktermen heet wat het kabinet wil 'opting out'. Dit betekent dat werknemers ten allen tijde uit de regeling kunnen stappen. Ze betalen dan geen premie meer, en krijgen zelf de werkgeverspremie mee. Een prepensioenfonds kan dan niet meer voldoende draagvlak opbouwen. En stel dat werknemers op hun 45e alsnog besluiten om mee te doen. Dan worden de premies zo hoog, dat valt niet meer op te brengen.

Bestaande regelingen worden afgebouwd

Alle bestaande regelingen waar nog iets van vut in zit (vervroegde uittreding) worden versneld afgebouwd, aldus het kabinet. In de vut betaalde iedereen via een omslagstelsel mee aan de vut-uitkering die in dat jaar werd uitbetaald. Voor de ombouw naar prepensioen moeten fondsen worden opgebouwd, waaruit straks de prepensioenuitkeringen worden betaald. Versneld verbieden van de vut betekent dat meer fondsen het niet zullen redden.

 

Wat gaan FNV en de bonden nu doen?

 

FNV en bonden gaan het eindbod van het kabinet voor het prepensioen voorleggen aan de leden. Op maandag 24 mei wordt duidelijk op welke manier het referendum vorm krijgt.

 

Wat is vut?


 

Vut werd eind jaren 70 van de vorige eeuw op grote schaal ingevoerd. Vut staat voor Vervroegde Uittreding. De regeling was bedoeld om oudere werknemers eerder te laten stoppen met werken om plaats te maken voor jongere werknemers.

 

Vut-regelingen zorgden voor een inkomensvoorziening voor de ‘echte pensioendatum’ (65 jaar). In tegenstelling tot (ouderdoms)pensioenregelingen worden er in vut-regelingen geen ‘rechten’ opgebouwd en wordt er niet gespaard. Werkgevers en eventueel werknemers betalen voor de werknemers op het moment dat die ‘met vut gaan’. Dit is vergelijkbaar met de financiering van de AOW. De huidige werknemers betalen voor de huidige 65-plussers. Bij het veranderen van baan vervallen meestal de aanspraken op vut.

 

Voor het (ouderdoms)pensioen wordt daarentegen wel gespaard. Er wordt geld opzijgezet voor de financiering van de toekomstige pensioenen. Ook bouwen werknemers rechten op, die zij bij vertrek naar een andere werkgever kunnen meenemen.

 

Wat is prepensioen?


 

Er bestaan verschillende vormen van prepensioenregelingen. De prepensioenleeftijd kan immers liggen tussen de 60 en 65 jaar. Prepensioen gaat dus over de periode vóór 65 jaar en zorgt ervoor dat werknemers al voor hun 65e kunnen stoppen.

 

De meeste van deze regelingen zijn gekomen ter vervanging van de vut-regelingen. Die werden te kostbaar. Bij de overgang van vut naar prepensioen is er in veel gevallen een overgangstermijn afgesproken over de financiering van de regeling.

 

Meestal bevatten prepensioenregelingen daardoor ook nog vut-elementen. Dat wil zeggen: in sommige prepensioenregelingen betalen jongere werknemers voor het prepensioen van oudere werknemers. Immers, deze laatste groep heeft nog onvoldoende kunnen sparen voor hun prepensioen in de nieuwe regeling.

 

Zowel de vut- als prepensioenpremies zijn fiscaal aftrekbaar. Dat wil zeggen dat je over deze premies geen belasting hoeft te betalen. Over de uiteindelijke uitkering moeten we wel belasting betalen.

 

Wat is levensloop?


 

De term levensloop en levensloopbeleid zijn pas van de laatste jaren. Levensloopbeleid probeert een oplossing te vinden voor knelpunten in de planning van arbeid en zorgtaken.

 

Een levensloopregeling dient faciliteiten te bieden die deze knelpunten op kunnen lossen. Zo kan een levensloopregeling de faciliteit bieden om verlof te sparen. Maar ook kan zo’n regeling andere onderdelen bevatten: bijvoorbeeld het sparen voor scholing of kinderopvang. Er bestaan verschillende ideeën over de invulling en vormgeving van een levensloopregeling.

 

Door Paars is het verlofsparen geregeld. Dit is een vorm van een levensloopregeling. Hierbij kun je vanuit je brutoloon (dus belastingvrij) sparen voor inkomen tijdens verlofperiodes. Over de uitkering uit de levensloopregeling tijdens de verlofperiode moet dan belasting worden betaald.

 

Wat is het verschil tussen vut, prepensioen en levensloop?


 

Vut- en prepensioenregelingen zijn bedoeld voor ‘verlof’ voorafgaand aan de 65-jarige leeftijd. Deze regelingen stellen werknemers in staat om al eerder dan 65 jaar te stoppen met werken.

 

Een levensloopregeling is breder. Een levensloopregeling geeft de keuze om verlof niet alleen voorafgaand aan de pensioenperiode op te kunnen nemen, maar ook om tussentijds een tijdje te kunnen stoppen met werken.

 

Wat wil het kabinet?


 

Het kabinet Balkenende 2 kondigde in het regeerakkoord een lastenverzwaring van 500 miljoen euro aan op prepensioen en vut. Toen het kort daarna met tegenvallers werd geconfronteerd, schroefde het dit op naar 1,7 miljard. Het kabinet wilde met deze lastenverzwaring de arbeidsparticipatie van oudere werknemers bevorderen, zo was het argument.

 

Het kabinet wilde dat prepensioenaanspraken voortaan zouden worden belast en dat over prepensioenbesparingen vermogensbelasting wordt betaald.

 

Als doekje voor het bloeden introduceerde het kabinet een levensloopregeling. Deze was echter zeer beperkt. Deelnemers moesten kiezen tussen levensloop of spaarloon. En levensloop mocht niet volledig in de vorm van prepensioen worden opgenomen. Het zou door deze vormgeving alleen een regeling worden voor de happy few. Het kabinet rekende dan ook slechts met zeer beperkte kosten op de begroting.

 

Hoeveel ouderen werken nu door?


 

De arbeidsdeelname van oudere werknemers (55-64 jaar) is sinds de invoering van de vut eind jaren 70 omlaag gegaan. Aan deze daling kwam in de jaren ‘90  echter een eind.

 

Nu loopt de arbeidsdeelname al jaren gestaag weer op: van 30 procent begin jaren negentig naar circa 40 procent begin deze eeuw. Deskundigen denken dat deze stijging doorgaat. In 2010 bereiken we een arbeidsparticipatie van 50 procent. Zonder de drastische ingrepen die het kabinet voorstelt.

 

Hoe werkt het kabinetsplan straks financieel uit?


 

De opbrengst van de lastenverzwaring – het belasting heffen over pensioen -  is op z’n top in de periode tot 2011-2015. In de jaren daarna loopt het bedrag van 1700 miljoen euro snel terug, omdat de prepensioenuitkeringen die dan worden uitbetaald niet belast zijn.

 

In de top van de vergrijzing tussen 2030 en 2040 is de opbrengst zelfs negatief door dit effect. In het kabinetsplan wordt dus vooral veel belastinggeld naar voren gehaald en volgende kabinetten worden geconfronteerd met de gaten die daardoor vallen.

 

Wat betekenen de kabinetsplannen voor de koopkracht?


 

Als prepensioenaanspraken (vanaf 2006) voortaan worden belast gaat voor iedereen de koopkracht omlaag. De nadelen nemen toe naarmate je ouder wordt.

 

Voor jongeren is het nadelige effect zo'n 1 á 2 procent, voor veertigers 3 á 4 procent en voor midden vijftigers zelfs 6 á 9 procent! Dit geldt in een gemiddelde prepensioenregeling.

 

Deze negatieve effecten worden op langere termijn nog groter als de vermogensbelasting wordt geheven over het na 2006 opgebouwde prepensioenvermogen. Ook vloeien extra negatieve koopkrachtgevolgen voort uit het vanaf 2006 gedeeltelijk belasten van overgangsregelingen die op omslagbasis zijn gefinancierd.

 

Wat wil de FNV?


 

De FNV wil prepensioen en levensloop omvormen tot één geïntegreerde verlofregeling. Op die manier worden keuzemogelijkheden voor werknemers verruimd. De FNV wil deze geïntegreerde regeling als onderdeel van de CAO (dus collectief ) vormgeven.

 

De FNV wil deze geïntegreerde verlofregeling stap voor stap realiseren. Onderdeel van het plan is dat een aantal specifieke verlofregelingen kunnen worden omgezet naar meer generieke regelingen. Zodoende wordt een extra voedingsbron voor verlof gecreëerd. Op gespaarde rechten moeten financieel goed zijn gewaarborgd en moeten bij wisseling van werkgever overdraagbaar zijn (zoals bij pensioen ook het geval is).

 

Als er geen akkoord komt, wanneer kan ik dan stoppen met werken?

 

Als er geen akkoord tussen kabinet en sociale partners totstandkomt, zet het kabinet haar oorspronkelijke plannen door: het kabinet schaft voor vut- en prepensioenregelingen de belastingvoordelen per 1 januari 2006 af.

 

Dit betekent dat  deze regelingen veel duurder worden. Wel stelt het kabinet een iets ruimere overgangsregeling voor, zodat de extra lasten in de periode tot 2011 iets minder groot zijn dan in de oorspronkelijke voorstellen.

 

In de praktijk moeten blijken of sociale partners in staat zijn om zonder deze belastingvoordelen de regelingen in stand te houden. Dit zal dan een belangrijk onderdeel vormen van de komende CAO-onderhandelingen. In de ene sector is het wellicht mogelijk om de vut- of prepensioenregeling te handhaven of een wat hogere leeftijd af te spreken. Voor andere sectoren is de regeling wellicht zo duur, dat deze niet meer is op te brengen.

 

Indien dit laatste het geval is, kun je alleen nog via de door het kabinet voorgestelde levensloopregeling voor verlof sparen. Dit verlof kun je ook als prepensioen gebruiken, waarbij je maximaal 2,1 jaar mag sparen (tegen 70% salaris).

 

Hoeveel krijg ik dan?


 

Volgens deze levensloopregeling is het mogelijk om in totaal 150 procent van het salaris te sparen, zodat je ongeveer 2,1 jaar verlof tegen 70 procent bij elkaar kan sparen. Het sparen van dit verlof is een individuele aangelegenheid, vergelijkbaar met de spaarloonregeling. In totaal mag 12 procent van je van het salaris elk jaar opzij zetten. Om 150 procent van je salaris bij elkaar te sparen heb je dus ongeveer 12,5 jaar nodig.

 

Voor werknemers ouder dan 50 jaar dat dus niet meer goed mogelijk. Jongeren zijn wellicht wel in staat om dit bedrag te sparen, maar de mogelijkheid tot sparen is natuurlijk sterk afhankelijk van de eigen financiële mogelijkheden. De FNV verwacht dat mensen met een lager inkomen niet in staat zijn om voldoende bij elkaar te sparen, omdat zij dat geld eenvoudig niet kunnen missen.

 

Het is dus maar zeer de vraag hoeveel mensen uiteindelijk van deze nieuwe verlofspaarmogelijkheid gebruik kunnen maken.

 

Maar hoe moet het dan met de bestaande VUT en prepensioen?

 

Als vut- en prepensioenregelingen (voor een deel) gehandhaafd kunnen blijven, betalen werkgevers en werknemers dat - zoals ook in de huidige situatie  - dat samen. Sparen voor verlof via de levensloopfaciliteit is echter een individuele aangelegenheid. Mensen zullen dat zelf moeten betalen.

 

Als de belastingfaciliteiten voor vut- en prepensioenregelingen vervallen, moeten we over vut- en prepensioenpremies straks belasting betalen. Bovendien wordt ook elk jaar de aangroei van de prepensioenaanspraken belast.

 

De prepensioenuitkeringen worden daarentegen uiteindelijk niet belast. Dit in tegenstelling tot de vut-uitkeringen. Deze zullen wel worden belast. Voor vut-uitkeringen geldt dus een dubbele belasting: zowel de premies als de uitkeringen worden belast.

 

Wel stelt het kabinet een overgangsmaatregel voor. Vut-premies worden in de periode 1-1-2006 tot 1-1-2011 voor de helft belast. Dit geldt ook voor prepensioenregelingen met vut-elementen (waarbij jongeren nog premie betalen voor oudere werknemers). Voor prepensioenregelingen zonder een dergelijk vut-element, behouden werknemers die op 31 december 2005 60 jaar of ouder zijn de huidige belastingfaciliteiten.
 

  rechts dit is kolom 1

NVJ-links

Wat de NVJ doet
Lidmaatschap
Cao's
Justitie/Politie
Perskaarten
Redactiestatuten
Stemlokaal

Secties

 Algemeen
Dagblad
Omroep
Publiekstijdschrift
Opinietijdschrift
Vaktijdschrift
 Freelance
 Persbureaus
 NVF (foto)
Plus
Vers in de Pers
Internet

Lokale media
 Sport 
 

Afdelingen

Rotterdam RJV
Midden-Nederland

Diensten

Advocaten&Juristen
Wet Openbaarheid van Bestuur





 

Onderzoek

De
Digitale
Journalist

 
Aanbevelingen:


 -----------

 -----------

-----------

-----------

Deskundigen, contact-
personen, organisaties
Login NVJ'ers  Info

-----------


-----------
-----------
-----------
-----------

-----------

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

villamedia.nl

Home | Links | Prikbord | Vacatures | Forum | Over ons | NVJ | Disclaimer
Reageren:
redactie@villamedia.nl Telefoon NVJ: 020 -67 66 77 1